Deze baan doorsnijdt Sterrebeek van in het centrum van oost naar west als verbinding tussen Sterrebeek en Kraainem en werd genoemd naar de voormalige tramlijn die er liep. De tramlijn werd geopend in 1891 en liep van Brussel naar Sterrebeek. De straat werd samen met de nieuwe tramlijn kadastraal geregistreerd in 1893 (hiervoor was het nog een voetweg), met latere verbredingen en rechttrekkingen in het interbellum.

In 1897 werd de buurtspoorweg doorgetrokken tot in Vossem waar er een aansluiting was met Leuven. Vanaf 1930 werd de lijn geëlektrificeerd en in 1940 was er een rechtstreekse verbinding met Leuven. De lijn werd in 1961 opgeheven en vervangen door een buslijn.

Een wachthuisjes op het driezijdig pleintje op de hoek met de Windmolenlaan werd opgericht onmiddellijk na de afschaffing van de tramlijn als wachthuisje voor de buslijnen die er voorbijrijden. Het gaat om een wachthuisje in combinatie met een elektriciteitscabine op een rechthoekige plattegrond met een zandstenen sokkel, beraapte gevels en betonnen ramen.

De straat wordt voorts gekenmerkt door een vrijstaande bebouwing uit de 20ste eeuw. Nummer 29 is een voorbeeld van een iets rijker uitgewerkte dorpswoning uit het interbellum met overhoekse bakstenen motieven. Deze kleine villa werd kadastraal geregistreerd in 1933 als eigendom van Ronsmans – De putter. Bij het centrum op de hoek met de Buchtstraat is de ommuring zichtbaar van de oude begraafplaats van Sterrebeek. Op het einde nabij de grens met Kraainem de inplanting van de Heystvaartmolen in het gehucht "Withuis".