Bij het voorafgaande proefsleuvenonderzoek werd één brandrestengraf aangetroffen, waarvan een klein staal werd genomen en verder onderzocht.
Het zeefresidu bevatte minder dan 0,1 gram botmateriaal. Deze lage hoeveelheid is mogelijk het gevolg van de beperkte staalname, waarbij slechts één emmer uit de vulling van het spoor werd ingezameld. Deze resten werden onderworpen aan een fysisch antropologisch onderzoek. Op basis van het kleine staal en de daarin aanwezige, zeer kleine hoeveelheid botmateriaal kan er over deze context weinig nieuwe informatie afgeleid worden. In het spoor was wel aardewerk aanwezig, hierdoor kan er enkel een ruime datering worden verondersteld, waarbij het spoor spoor in de ijzertijd of de Romeinse periode kan geplaatst wordt. Er werd geen radiokoolstofanalyse uitgevoerd. Het houtskool uit het staal werd niet verder onderzocht.
Auteurs: Haneca, Kristof
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)