erfgoedobject

Parochiekerk Sint-Martinus met kerkhof

bouwkundig element
ID
86080
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86080

Juridische gevolgen

Beschrijving

Historiek

De Sint-Martinusparochie is zeer oud. Men vermoedt dat ze samen met Thorn (NL) en Neeritter (NL) één grote, primitieve parochie vormde. Hoewel de kerk op de voorburcht van de burcht van Kessenich staat, was ze waarschijnlijk ouder dan de burcht en ontstond dus niet als castrale kerk.

De heren van Kessenich waren in het bezit van het patronaatsrecht en de tienden. Bij de bouw van de burcht in de eerste helft van de 12de eeuw werd de primitieve kerk vervangen door een nieuwe kerk. In de periode van de sloping van de burchttoren (vóór midden 16de eeuw, mogelijk 14de eeuw) werd ook de 12de-eeuwse kerk afgebroken en vervangen door een vroeg-Maasgotisch gebouw.

Waarschijnlijk werd in de eerste helft van de 18de eeuw de gotische kerk afgebroken, op de toren na, en vervangen door een klein, bakstenen, éénbeukig gebouw van drie traveeën met een koor van twee rechte traveeën en driezijdige sluiting; het gebouw was voorzien van rondboogvensters en een barokinterieur. In 1885 werd de toren van de kerk door brand beschadigd; ook het kerkgebouw liep schade op. In 1898-1899 werd de huidige neogotische kruisbasiliek gebouwd naar ontwerp van architect J. Tonnaer (Delft). De kerk kwam mede tot stand door de financiële steun van baron Michiels van Kessenich. De gotische toren bleef behouden en werd met één bouwlaag verhoogd.

De begravingen in het omgevend, ommuurd kerkhof hebben de noordzijde van de voormot sterk verstoord.

Beschrijving

De plattegrond ontvouwt een driebeukig schip van vier traveeën met transept van één travee en doopkapel van een rechte travee met driezijdige sluiting tegen de eerste travee van de noordzijde; koor van twee rechte traveeën en driezijdige sluiting met kooromgang; het koor is geflankeerd door een sacristie aan de zuidzijde, en het oratorium van de familie Michiels (één travee met driezijdige sluiting) met tweede sacristie tegen zijn noordgevel, aan de noordzijde.

De westtoren, die in de as van de gotische kerk lag, staat nu rechts van de westgevel; aan de noordzijde van dezelfde gevel, ronde traptoren. De westtoren is de enige rest van de 14de(?)-eeuwse kerk, die opgetrokken was in vroege Maasgotiek. Mergelstenen constructie van oorspronkelijk drie geledingen, in 1899 met een bouwlaag verhoogd, onder ingesnoerde naaldspits (leien); de geledingen zijn door waterlijsten van elkaar gescheiden. De gebouchardeerde hardstenen plint is een recente toevoeging. De twee onderste geledingen waren oorspronkelijk blind; in 1899 werd in de westgevel een neoromaans portaal geplaatst, rechthoekig in een hardstenen omlijsting met geprofileerde mergelstenen boog en hardstenen zuilen. In de derde geleding zijn de oorspronkelijke, thans gedichte rondboogvormige galmgaten te herkennen; de neogotische vierde geleding is voorzien van telkens twee spitsboogvormige galmgaten. Rondboogfries onder de kroonlijst.

In de oostgevel bleef het spoor van de dakhelling van de gotische kerk zichtbaar. In de onderbouw van dezelfde gevel bleef een hoek bewaard van het 12de-eeuwe kerkgebouw, opgetrokken uit breuksteen en Maaskeien, en met sporen van een boogvormige muuropening.

Schip van baksteen, met spaarzame afwerking van natuursteen. Baksteenfries onder de kroonlijst. Steunberen zonder geleding. Spitsboogvensters met hardstenen afzaat. Zadeldaken (leien). De westgevel vertoont een geprofileerd bakstenen spitsboogportaal; erboven een spitsboogvormig drielicht binnen spitsboogliseen; spitsbooglisenen en -venster in de geveltop. Hardstenen gevelsteen in de kooromgang met datering 1898. Vóór het portaal liggen twee kalkstenen Maaskapitelen, afkomstig van de vroeggotische kerk.

Bepleisterd interieur met behouden neogotische muurschilderingen.

Overwelving door middel van kruisribgewelven tussen spitsbooggordelbogen, geschraagd door colonnetten die neerkomen op de kapitelen der zuilen van de spitsboogvormige scheibogenarcade; bakstenen zuilen met hardstenen sokkel en beschilderd kapiteel. De kooromgang is van het koor gescheiden door een spitsboogarcade op zwartmarmeren zuilen met gesculpteerd en verguld kapiteel. Overwelving van koor en doopkapel door middel van een straalgewelf.

Mobilair: geschilderde kruisweg, doek, H. Snelders, Schaarbeek (begin 20ste eeuw). Beeld van Sint-Martinus, gepolychromeerd hout (begin 16de eeuw); Sint-Anna-ten-Driëen, laatgotisch, Limburg, gepolychromeerd hout (1530-40); triomfkruis, laatgotisch, gepolychromeerd hout, Maasland (1520-30), met neogotische beelden, gepolychromeerd hout, P. Peeters, Antwerpen (1903). Schilderij met voorstelling van Sint-Augustinus, doek, Vlaamse School (17de eeuw).

Neogotisch hoofdaltaar, gepolychromeerd hout, J. Tonnaer (1901), uitgevoerd door P. Peeters, Antwerpen, geschonken door baron Michiels van Kessenich; neogotische zijaltaren, gepolychromeerd hout, J. Tonnaer (1903), uitgevoerd door P. Peeters, Antwerpen, geschonken door baron Michiels van Kessenich. Twee neogotische biechtstoelen, eik, J. Tonnaer (1902). Neogotische preekstoel, eik, J. Tonnaer (1901), uitgevoerd door P. Peeters, Antwerpen. Hardstenen doopvont met vier bustes, Maasland (1540-50). Orgelkast, J. Tonnaer (1904), uitgevoerd door P. Peeters, Antwerpen; orgel door P. Schyven, Brussel. Neogotische muurschilderingen, atelier L. Bressers, Gent (1906-07). Neogotische glasramen, de glasramen in het koor door J. Dobbelaere, Brugge (begin 20ste eeuw), geschonken door baron Michiels van Kessenich.

Op het kerkhof: verweerde kalkstenen grafsteen van Guido van Malsen (ϯ1618), heer van Kessenich en zijn vrouw Joanna van Kessenich (ϯ1636 of 1637) met twee wapenschilden en zestien kwartieren, thans onleesbaar, ingemetseld in een recente constructie; hardstenen grafkruis van Hobricht van Lind (ϯ1678) en zijn vrouw Neelken Leurs (ϯ1694), Dirck Houben (ϯ1679) en Ian Houben (†1698), bewoners van het Houbenhuis of Herenhuis aan de Maas.

  • Archief Afdeling Monumenten en Landschappen-Brussel, plannenfonds Koninklijk Commissie voor Monumenten en Landschappen, provincie Limburg, Kessenich, Sint-Martinuskerk.
  • GERITS G. e.a., , Kerk Kessenich. 100 jaar (1898-1998) samen onderweg, Kessenich, 2000.
  • GEUKENS B., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Limburg. Kanton Maaseik, Brussel-Sint-Truiden, 1975, p. 23-24.
  • HENKENS P., , Geschiedenis van Kessenich, Kessenich, 1979, p.393-402.
  • RAETS R., e. a., , De Sint-Martinuskerk te Kessenich, ed. Geschied- en Heemkundige Kring v.z.w., Kinrooi, 1990.
  • S.N., Ken je gemeente... Kinrooi,, (Kinrooi), 1981, p. 11-12.
  • S.N., Laat-gotische beeldsnijkunst uit Limburg en Grensland, Sint-Truiden, 1990, Inventaris nr. 305, 306, 307.
  • S.N., Waar men gaat langs onze wegen, ed. Geschied- en Heemkundige Kring Kinrooi, Nieuwkerken, 1981, p. 63.
  • TIMMERS J.J.M., De kunst van het Maasland, Assen, 1971, p. 163.

Bron: SCHLUSMANS F. 2005: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Maaseik, Kantons Bree - Maaseik, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 19n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Aanvullende informatie

Ommuurd kerkhof met graftekens van de 17de eeuw tot de naoorlogse periode.

Historiek

Het kerkhof wordt afgebeeld op de laat-18de-eeuwse Ferrariskaart. Op de Atlas der Buurtwegen uit 1841 staat langs de straatzijde een muur afgebeeld. Mogelijk werd de kerkhofmuur samen met de bouw van de neogotische kerk opgetrokken.

Beschrijving

Het vergroende kerkhof, gelegen op een heuvelflank is door een met pilasters geritmeerde bakstenen muur omheind. Aan de straat zijn de pilasters afgewerkt met hardstenen neogotische dekstenen. Tussen de pilasters zit een metalen hekken.

Op het kerkhof staan, met uitzondering van enkele exemplaren uit de late 19de eeuw en het interbellum (bijvoorbeeld Frenay-Deuben +1877-1892, Car. Lud. Frenay +1905, Joannes Goyens +1918 Johanna Brouwn +1920), vooral naoorlogse modernistische graftekens. Er komen zowel kruisen als stèles en stèles in combinatie met graftuinen of zerken voor. De evolutie van het materiaalgebruik in de naoorlogse periode is er zichtbaar: hout, hardsteen, witsteen (Brouns-Vanderstukken met figuraties beeldhouwwerk), witmarmer, natuursteen, graniet.

Ingemetseld in een recente constructie staan twee 17de-eeuwse graftekens. Het kalkstenen grafsteen van Guido van Malsen (†1618), heer van Kessenich en zijn vrouw Joanna van Kessenich (†1636 of 1637) met twee wapenschilden en zestien kwartieren is thans onleesbaar. Het natuurstenen grafkruis voor Hobrich van Lind, Neelken Leurs, Dirck Houben en Ian Houben (†1698). Onder een ingebeiteld IHS-monogram staat de graftekst Hier ligt begraven den eersamen Hobrich van Lind starf den 16 ianuary A° 1678 ende Neelken Leurs zyn huysvrouwe gestorve den 7 juny 1649 Dirk Houven den 26 april 1679 Bidt Godt voor de ziele A ende Ian Houben starf den 21 september 1698 bidt Godt voor de ziele. Het geheel wordt op de voet afgesloten met een doodshoofd met dijbeenderen.

  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000. (1771-1778).
  • Atlas van de Buurtwegen, opgesteld naar aanleiding van de wet op de buurtwegen van 10 april 1841, schaal 1:2.500 (overzichtsplannen schaal 1:10.000).
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Martinus met kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86080 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.