Twee woningen die deel uitmaken van een minstens tot de 18de eeuw opklimmende en ingekorte vleugel die mogelijk behoorde tot het voormalig klooster der Predikheren en grenst aan een ingesloten tuin die van de straat is afgesloten door een bakstenen tuinmuur met spiegels en een tuinpoort.

De aan de straatzijde afgeschuinde vleugel telt twee bouwlagen onder een deels leien, deels pannen zadeldak met dakschild en heeft met schijnvoegen gecementeerde en verankerde lijstgevels - twee traveeën breed aan de straatzijde en vijf traveeën aan de tuinzijde - die worden gekenmerkt door rechthoekige muuropeningen in een vlakke natuurstenen omlijsting.

De tuinpoort - een getraliede vleugeldeur in een omlijsting met gedeeltelijk gecementeerde bakstenen rechtstanden onder een zandkalkstenen entablement - en het rechtse gedeelte van de tuinmuur werden ter vervanging van een oudere poort opgetrokken in 1843.