erfgoedobject

Zandberg

landschappelijk element
ID
300766
URI
https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300766

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als beschermd cultuurhistorisch landschap Zandberg
    Deze bescherming is geldig sinds

Beschrijving

De Zandberg vormt het enige relict van de stuifduinmassieven langs de Schelde in Oost-Vlaanderen.

Fysische geografie

Topografie

De circa 1,5 hectare grote Zandberg bevindt zich ten noorden van Heusden. Als stuifduinkop heeft het gebied een hoogteligging die varieert van circa 7 meter +TAW tot circa 13 meter +TAW. Het hoogst gelegen deel van het duinenrelict is kaal, de lagergelegen randen bestaan uit grasland. Het westelijk en noordelijk deel worden ingenomen door loofbos.

Geologie en bodem

Volgens de tertiair-geologische kaart primeren in dit gebied de groene tot grijsgroene, fijne, glauconiet-, glimmer- en soms kleihoudende zanden met plaatselijk dunne zandsteenbankjes behorend tot het Lid van Vlierzele (Formatie van Gentbrugge, eoceen, 53 tot 33,7 miljoen jaar geleden). Het ontstaan van het stuifduincomplex te Heusden hangt nauw samen met de geschiedenis van de Scheldevallei in het tardiglaciaal (14 500 tot 11 560 jaar geleden), de overgangsperiode tussen het weichseliaan (115 000 tot 10 000 jaar geleden) en het holoceen (10 000 jaar geleden tot heden). Op het einde van het pleniglaciaal (73 000 tot 12 000 jaar geleden) zou het drainagesysteem van Zandig Vlaanderen bestaan hebben uit een verwilderd rivierenpatroon. Bij de aanvang van het tardiglaciaal werd de definitieve klimaatsverbetering ingezet en speelden zich twee belangrijke morfogenetische processen af: bodemvervochtiging enerzijds en insnijding van permanente rivierlopen anderzijds.

De klimaatsverbetering vormde de aanzet van een algemene dooi: de zeespiegel ging stijgen en bijgevolg steeg ook de grondwatertafel. De bestaande depressiegronden werden omgevormd tot afvoerloze moerassen en plassen. Ten gevolge van de ontdooiing van de ondergrond konden de rivieren zich insnijden. In het drainagebereik van de diepe permanente rivierinsnijdingen kon zich een nieuwe, lagere grondwaterstand instellen.

De tardiglaciale verstuivingen vormen de laatste belangrijke fase in de opbouw van het natuurlijk reliëf. Bij de insnijding van de permanente rivierlopen werden grote hoeveelheden verstuifbaar zand vrij gemaakt. Het rivierwater nam zand op tot het ermee verzadigd was, het zogenaamde breekpunt, en zette het zand nadien opnieuw af. Op die manier ontstonden grote zandbanken in en naast de rivierbedding. De basis voor de grote stuifzandmassieven langs de rivieren werd zo gelegd. Onder invloed van (zuid)westelijke tot westelijke/noordelijke winden werden langs de Leie en Schelde reeds tijdens de oudste dryas (15 000 tot 14 650 jaar geleden) stuifduinen gevormd. Dit proces van duinvorming werd in de oude dryas (14 000 tot 13 900 jaar geleden) nog voortgezet. In deze tweede verstuivingsfase werden de stuifzandmassieven nog verder aangevuld of vervormd en werd ook nog een nieuwe duinenreeks gevormd. De jonge dryas (12 850 tot 11 650 jaar geleden) was, althans in Zandig Vlaanderen, morfogenetisch de meest rustige periode, niettegenstaande een duidelijke verslechtering van het klimaat.

De Zandberg vormt een relict van de stuifduinmassieven langs de Schelde in Oost-Vlaanderen. Volgens de bodemkaart bestaat dit gebied uit zeer natte lemig zandbodems, droge zandbodems, matig natte zandbodems en zeer natte licht zandleembodems, allen zonder profiel.

Vegetatie

Fytogeografisch behoort de Zandberg tot het Vlaams district. Op het moment van de bescherming (1994) telde de Zandberg 115 soorten. Meer dan de helft ervan kan ondergebracht worden in de groep van de pioniersoorten van sterk antropogeen gestoorde plaatsen, van planten van kaalslagen, zomen en struwelen en van bosplanten. De rest van de planten behoort tot de groep van pioniers van meer natuurlijk gestoorde plaatsen, van planten van zoete tot zwak brakke waters en oevers, van planten van bemeste graslanden, van droge graslanden en van heiden en schraallanden. Hieruit kan afgeleid worden dat het gebied sterk antropogeen verstoord is en dat de flora van graslanden op droge, voedselarme, zure grond en de flora van bossen op matig voedselarme, droge, zure gronden nog relatief goed vertegenwoordigd zijn. De Biologische Waarderingskaart (versie 2, 1997-2010) geeft de Zandberg weer als een binnenlandse, vegetatiearme stuifduin en vermeldt de aanwezigheid van struisgrasvegetatie, bremstruweel, eiken-berkenbos en zuur eikenbos.

Het gebied herbergt op het moment van de bescherming (1994) onder meer een vegetatietype dat op landelijk vlak steeds zeldzamer wordt, met name het grasland op droge, voedselarme, kalkarme en zure grond. Tot de voor het Vlaams district zeldzame soorten behoren zandblauwtje (Jasione montana), vroege haver (Airi praecox), buntgras (Corynephorus canescens), sturikheide (Calluna vulgaris) en rankende helmbloem (Corydalis claviculata).

Onder invloed van de sterke recreatiedruk en de daaruit voortvloeiende overbetreding onderging de duinbegroeiing relatief grote wijzigingen. Een deel van de duin ging weer verstuiven. Bij het opnieuw vastleggen van dit stuifzand spelen initieel twee planten een grote rol: zandzegge en buntgras. Deze twee stuifzandpioniers scheppen een gunstig milieu voor een aantal andere planten die minder houden van voortdurende overstuiving: fijn zwenkgras, gewoon struisgras, biggenkruid, schapenzuring, zandblauwtje en muizenoor. Grosso modo kan gesteld worden dat hoe humeuzer de zandgrond is, hoe meer gewoon struisgras de vegetatie gaat domineren ten koste van vooral buntgras en zandzegge. De plantengemeenschap wordt gerekend tot de klasse van de zandige droge graslanden met kensoorten in de zandblauwtjesorde.

Cultuurhistorie

De Zandberg heeft op de lokale bevolking steeds een bepaalde aantrekkingskracht uitgeoefend. Zo vormde de site reeds van oudsher een geprefereerd woongebied: vondsten van paleolithisch en neolithisch materiaal wijzen hierop. Op de Zandberg werd ook een 16de-eeuwse muntschat aangetroffen. De kabinetskaart van de Ferraris (1770-1778) geeft de Zandberg weer als deel van een bebost gebied ten noorden van Heusden. Dit is ook het geval bij de kaart van Vandermaelen (1846-1854).

Op het moment van de bescherming (1994) is dit deel van Heusden nog steeds in trek als woongebied, waardoor slechts een klein deel van de Zandberg van bebouwing gevrijwaard bleef.

  • Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen, Beschermingsdossier DO000857, Zandberg (VAN DER LINDEN G., 1994).
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • Topografische kaart van België, Philippe Vandermaelen, uitgegeven in 1846-1854, schaal 1:20.000.

Auteurs: Cox, Lise; Van der Linden, Geert
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Is deel van
    Heusden

  • Is deel van
    Kasteelsite Heusden-Gentbrugge


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Zandberg [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/300766 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.