waarneming

Graslei 14: Huis van de Vrije Schippers

archeologisch element
ID
984251
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984251

Beschrijving

Met de herbestemming van het Huis van de Vrije Schippers – een beschermd monument aan de Graslei – zijn er naast een renovatie van het pand zelf, ook twee bodemingrepen gepland. Enerzijds wordt het bestaande kelderniveau verdiept voor de realisatie van een functionele ruime, en anderzijds wordt er een nieuwe kelder aangebouwd in de bestaande tuin. Het is vanwege die twee bodemingrepen dat BAAC een archeologisch onderzoek uitvoerde.
De tuinzone leverde weinig relevante informatie op. Deze kleine zone was in de 19de -20ste eeuw grondig omgewoeld bij de installatie van twee ondergrondse waterkelders. Eventuele oudere archeologische sporen zijn daarbij in alle waarschijnlijkheid uitgewist.

De drie werkputten en vijf kijkvensters in de kelder leverden de documentatie van een vijffasige evolutie van de keldervloer op. De eerste fase is – door de vulling van een kuil onder deze vloerniveaus – na de 15de eeuw gesitueerd, wat kan overeenkomen met de verbouwingsfase die in 1531 zou hebben plaatsgevonden. Een laatste meest recente vloerfase lijkt mogelijks te relateren aan de grootschalige verbouwingsfase in het begin van de 20ste eeuw.

Naast de kuil, blijkt nog een ander spoor (stratigrafisch) ouder te zijn dan de oudste vloerfase. Het betreft een geruimde beerput die zich onder de vloer bevond. Die behoorde vermoedelijk bij een gebouw dat grondig is gerenoveerd in de eerste helft van de 16de eeuw.

De onderkant van de oudste vloerfase is opgemeten rond 5m50 TAW, meer dan 2 m onder het huidig straatniveau. Op de nabijgelegen Korenmarkt bevonden de middeleeuwse lagen zich tussen 6m75 en 6m30 TAW. De eventueel aanwezige middeleeuwse lagen zijn dus niet meer aanwezig, meer dan 2m bodemarchief is mogelijk uitgegraven.

In totaal zijn slechts zes vondstennummers uitgeschreven. Enkele fragmenten aardewerk en glas duiden op een postmiddeleeuwse datering. De vondsten leveren – gezien de omgewoelde staat van de tuin – weinig informatie.


Auteurs: Galle, Marit; Vanoverbeke, Robrecht
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Beerput

Datering: late middeleeuwen
Typologie: beerputten
Materiaal: aardewerk, mortel
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In de zuidoostelijke hoek van werkput 4 werd een deel van een vermoedelijk rechthoekige beerput vrijgelegd. Deze was afgedekt door fase 1 van de vloer en is dus stratigrafisch ouder. Van de vermoedelijke beerputmuur kon enkel de noordwestelijke hoek vrijgelegd worden. Van de constructie restte nog slechts 40 cm opgaand muurwerk dat was opgetrokken uit rode bakstenen, samengehouden door een zandige kalkmortel. Er werd geen bodem in de put aangetroffen. De vulling bestond voornamelijk uit puinhoudende grond. Aan de binnenzijde van de put werden resten van beervulling opgemerkt, echter te weinig om te bemonsteren. Hoogstwaarschijnlijk werd de beerput geruimd. De datering van de structuur is onduidelijk. Vermoedelijk dateert de beerput van voor de 16de eeuw.

Keldervloer (vijf fasen)

Datering: nieuwe tijd, nieuwste tijd
Typologie: bouwmaterialen, vloeren
Materiaal: aardewerk, cement, mortel
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Het vloerniveau van de kelder lag op 5,9 m TAW. De profielen in elk van de putten bevestigden de aanwezigheid van een opvallend dikke vloerplaat. Ze konden vijf bouwfasen onderscheiden.
Fase vijf betreft het recentste niveau bestaande uit een laag van 6 à 8 cm dikte, lichtgrijze cementmortel met een ingebed wapeningsnet.
Daaronder ligt fase 4, een niveau van rode plavuizen, ingewerkt in een fijn donkergrijs cementmortel-laagje.
Daaronder ligt een vloerfunderingsniveau (fase 3) met 1 laag rode, te hard gebakken bakstenen ingebed in harde, beige, zandige kalkmortel.
Fase 2 ligt eronder maar overlapt hier en daar toch met bovenliggende fase 3. De fase bestaat uit twee lagen rode baksteen, in lichtgrijze harde kalkmortel. De bakstenen lagen vermoedelijk in visgraatmotief.
Het oudst aangetroffen vloerfunderingsniveau (fase 1) bestond uit rode bakstenen met zandige kalkmortel en voorzien van uitsparingen in metselwerk. Deze fase wordt als afwateringssysteem onder de vloer geïnterpreteerd.
De toegangstrap naar de kelder lijkt bij fase 2 te horen, terwijl de zuilen en haardsokkel vermoedelijk gerestaureerd werden in het begin van de 20ste eeuw.

Kuilen

Datering: late middeleeuwen, volle middeleeuwen
Typologie: bouwmaterialen, kuilen, vaatwerk
Materiaal: aardewerk, houtskool, mortel
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In werkput 3 werd direct onder het oudste vloerfunderingsniveau de donkerbruin grijze, heterogene constructiekuil of stabilistatielaag van de oudste vloerfase aangetroffen. Deze bestond uit kleiig zand vermengd met baksteen, mortel en houtskool. Het natuurlijke zand werd direct hieronder aangesneden.

In werkput 2 werd het natuurlijke zand bijna direct onder de onderste vloerfundering aangetroffen. Deze laag werd centraal doorsneden door een kuil met een donkerbruin tot zwarte ietwat humeuze vulling van licht kleiig zand vermengd met baksteen, houtskool en mortel. De wanden van de kuil liepen schuin in onder het natuurlijke zand, wat lijkt te wijzen op inkavelen bij het opvullen. Het aardewerk afkomstig uit de kuil bestaat uit Pingsdorf, grijs en jonger aardewerk, wat een datering oplevert van de 10de tot zeker de 15de eeuw.

Ook in werkput 4 werd het natuurlijke zandpakket aangetroffen. In tegenstelling tot in de andere werkputten vonden ze hierin mangaan-concreties. Die staan vermoedelijk in verband met een lokaal verschil in grondwaterstand.

Waterkelders

Datering: nieuwste tijd
Typologie: puinlagen, waterreservoirs
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Bij extra manuele handboringen in de tuin vonden ze een puinpakket bovenop een grijsblauwe zandlaag zonder bodemvorming. Deze twee meter dikke ophoging bestond uit losse grond en puin, zonder enige stratigrafie en wordt geïnterpreteerd als de vulling van de constructiekuil voor de deels aangetroffen ondergrondse waterkelder (cisterne).
De gevonden archeologische sporen waren een (sub-)recente gemetste goot, opgebouwd uit rode gerecupereerde baksteen en grijze mortel.

Bij de werfcontroles op 1 juli en 30 augustus 2016 bleek duidelijk dat de aangetroffen puinlaag wel degelijk als de vulling van de constructiekuil kan worden gedetermineerd. De vermoedde waterkelder bleek nog groter dan aanvankelijk gedacht.

Een tweede ondergrondse waterkelder (cisterne) is aangetroffen tegen de oostzijde van de tuinmuur, die stond mogelijks in verbinding met de eerste.


Relaties

  • Is deel van
    Gildehuis der Vrije Schippers

  • Is deel van
    Historische stadskern van Gent


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Graslei 14: Huis van de Vrije Schippers [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/984251 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.