In het rapport worden de onderzochte sporen in verband gebracht met de aanwezigheid van een volmiddeleeuws erf. De sporencluster wordt geïnterpreteerd als een ruime ovaalvormige drenkpoel gesitueerd binnen een door een greppel afgebakend erf onmiddellijk ten oosten ervan. Echter, bij nazicht van het rapport blijkt het aangetroffen aardewerk te dateren in de Romeinse periode, en dient de structuur geïnterpreteerd te worden als een Romeinse potstalstructuur.
Onmiddellijk ten noorden van deze structuur was er nog een ovale kuil aanwezig die, omwille van de kern- en randopvulling, tijdens het vooronderzoek werd geïnterpreteerd als een mogelijke paalkuil. Doch omwille van de vorm, de aanlegdiepte en de aanwezigheid van gebruiksaardewerk, dient deze wellicht eerder als een afvalkuil geïnterpreteerd worden.
In het uiterst noordwestelijke deel van het vlak werden nog enkele postmiddeleeuwse perceelsgreppels geregistreerd.