waarneming

Blauwe Paal

archeologisch element
ID
981936
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/981936

Juridische gevolgen

  • is aangeduid als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 7212
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling, werd binnen het projectgebied een archeologisch vooronderzoek uitgevoerd bestaande uit een landschappelijk booronderzoek en een proefsleuvenonderzoek. Alle landschappelijke boringen geven een gelijkaardig beeld van de bodemopbouw binnen de grenzen van het plangebied. Deze wordt algemeen gekenmerkt door een Ap-C of Ap-ophoging-C horizontensequentie. De Ap-horizont kenmerkt zich als een donker(grijs)bruine zandleem en heeft een dikte van ca. 40 tot 50cm. De ophoging is lichtbruin, zandig en ca. 20cm dik. De C-horizont is bruingeel tot beigebruin gekleurd en bestaat uit een natte zandleem. Er werd slechts één relevant archeologisch niveau aangeboord waarin sporen verwacht kunnen worden, namelijk de top van de C-horizont. Deze bevindt zich op een diepte van ca. 40 tot 55 cm onder het huidige maaiveldniveau. De boringen in de oostelijke zone van het plangebied wezen op een volledig verstoorde zone. Tijdens het proefsleuvenonderzoek kwamen 39 archeologische sporen aan het licht, waarbij slechts één relevant. Het betreft verschillende recentere greppelsegmenten en een houtskoolrijk spoor. De greppelsegmenten hadden een NO-ZW verloof en zijn als eerder recent geïnterpreteerd. De vulling van deze greppels is homogeen lichtbruin tot grijs met een zandlemige textuur. In een enkele greppel werd een fragment geglazuurd aardewerk aangetroffen, waardoor dit spoor als postmiddeleeuws gedateerd kan worden. Enkele greppels hadden een noordwest zuidoost oriëntatie met een gelijkaardige vulling. Verder bleek het projectgebied doorzeefd door drainagebuizen. Ook tijdens de boringen bleek het terrein er zeer vochtig bij te liggen. Dit verraadt waarschijnlijk de waterafvoerende functie van de vele greppels. Het enige relevante archeologische spoor betreft een geïsoleerde rechthoekige, houtskoolrijke kuil van 1 bij 0,75 m en een diepte van ca 10cm. De eigenlijke vulling van het spoor is zwart gekleurd en bevat grote brokken houtskool. Deze kunnen ook onderaan de coupe worden opgemerkt. Er werd geen verbrand bot aangetroffen. Wel bleken enkele zeer broze, secundair verbrande scherven aanwezig in de zwarte laag. Deze werden samen met de rest van de vulling in bulk ingezameld. Deze gegevens doen vermoeden dat het spoor geïnterpreteerd kan worden als brandrestengraf of houtskoolmeiler.

Het residu uit de kuil getuigt van een bewuste selectie van stamhout van eik op basis van de gunstige brandeigenschappen van het materiaal, aangevuld met haagbeuk. De anthracologische resultaten kunnen zowel wijzen op een houtskoolmeiler als op een brandrestengraf. Vooral de aanwezigheid van secundair verbrande scherven wijzen op bijgiften mee geplaatst op de brandstapel en duiden op de functie als brandrestengraf. De 14C-datering plaatst de context in de vroeg tot midden-Romeinse periode, hetgeen in lijn ligt met de verwachtingen.


Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba

Houtskoolrijke kuil

Datering: Midden-Romeinse tijd, Vroeg-Romeinse tijd
Typologie: brandrestengraven, vaatwerk
Materiaal: aardewerk, houtskool
Gebeurtenis:

Nieuwe tot nieuwste tijd

Datering: nieuwe tijd, nieuwste tijd
Typologie: afwateringsgreppels, greppels, vaatwerk
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Een groot aantal greppelsegmenten is geïnterpreteerd als restanten van afwatering. Een greppelvulling bevatte een scherf oxiderend gebakken aardewerk met loodglazuur uit de nieuwe tot nieuwste tijd.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Blauwe Paal [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/981936 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.