waarneming

Heilig-Hartlaan

archeologisch element
ID
981835
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/981835

Beschrijving

De landschappelijke boringen tonen aan dat er geen podzolbodem aanwezig is in het plangebied. De bodemopbouw bestaat uit de teelaarde met hieronder de C-horizont op een diepte van ca. 40 en 60cm onder het huidige maaiveldniveau. De kans op de aanwezigheid van een in situ steentijdsite wordt bijgevolg zeer laag ingeschat. Wel kunnen nog archeologische grondsporen verwacht worden in de top van de C-horizont.

Tijdens de metaaldetectie werden 8 losse vondsten aangetroffen. Geen ervan kan in direct verband gebracht worden met het militair kamp. Alle vondsten kunnen gedateerd worden in de vroegmoderne tijd.

Tijdens de FASE 1 van het proefsleuvenonderzoek kwamen 19 sporen aan het licht, greppelsegmenten met een datering in de ijzertijd en paalsporen die vermoedelijk in dezelfde periode gedateerd kunnen worden. Daarnaast was centraal in het onderzoeksgebied een natuurlijke depressie aanwezig. Deze werd niet beschouwd als een antropogeen spoor maar kan gezien enkele vondsten wel een rol gespeeld hebben in het algemeen belang van de site en het landschappelijk karakter.

De site bestaat uit een groter enclos en 2 aanpalende kleinere enclos in de noordoostelijke hoek. Het aantreffen van verbrand botmateriaal in één van de kleinere enclos geeft aan dat het gaat om een site met een rituele en funeraire functie. Op basis van het aangetroffen vondstmateriaal kan de site in de (late) ijzertijd gedateerd worden. Bijkomend werden enkele (paal)kuilen aangetroffen die mogelijk wijzen op bewoning, hoewel tijdens het vooronderzoek geen gebouwstructuren konden onderscheiden worden. Het is echter niet uitgesloten dat ook andere spoorcategorieën (kuilen, waterkuilen,...) aanwezig zijn, alsook sporen uit jongere of oudere periodes. De natuurlijke depressie ten noorden van het enclos speelde mogelijk ook een rol in de rituele en funeraire functie van de site als een soort landschappelijke marker. Daarnaast werd in de natuurlijke depressie ten noorden van het enclos nog een gevleugelde pijlpunt in silex aangetroffen.

De resultaten van het proefsleuvenonderzoek sluiten aan bij de resultaten van eerder uitgevoerd archeologische onderzoek in de omgeving waar resten van gefaseerde erven uit de ijzertijd, Romeinse periode en begraving uit de Romeinse periode en erven uit de volle middeleeuwen werden
aangesneden. Hoewel de meeste sporen in het plangebied in de ijzertijd te dateren zijn, is het op basis van de resultaten van eerder uitgevoerde archeologische onderzoeken uit de omgeving niet uit te sluiten dat er in het plangebied ook (bewonings)sporen of funeraire sporen uit oudere of jongere periodes kunnen aanwezig zijn.

Gedurende het proefsleuvenonderzoek van FASE 2 kwamen 15 sporen aan het licht. Het betreft verschillende paalsporen en greppels die vermoedelijk deel uitmaken van een woonerf. De centraal aangetroffen paalsporen maken mogelijk deel uit van een structuur. Op basis van het aangetroffen vondstmateriaal kan de site ruim in de metaaltijden (ijzertijd) gedateerd worden. Centraal noordelijk in het terrein werd een 6m brede gracht aangetroffen die mogelijk te relateren is met een watervoerende gracht te zien op de Ferrariskaart (ca. 1777). Door het ontbreken van vondstmateriaal kan dit echter niet met zekerheid gezegd worden.


Auteurs: Bracke, Maarten
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Acke & Bracke bvba

Ijzertijd Enclos

Datering: ijzertijd
Typologie: crematiegraven, greppels, kuilen, paalsporen, spijkers, vaatwerk
Materiaal: aardewerk, bot, bot (menselijk)
Gebeurtenis:

Beschrijving:
De oudste aangetroffen sporen zijn te dateren in de ijzertijd en bestaan uit een meerfasig enclosure en enkele structuren omgeven door ondiepe greppels die te interpreteren zijn als dodenhuisjes of spiekers.
De oudste fase van het enclosure bestaat uit een vierkant enclosure van ca. 9 op 9m. Deze kan op basis van vondstmateriaal en een C14 datering in de vroege tot midden ijzertijd (760-460 v.Chr.) geplaatst worden. Kuil/graf S4 kan in dezelfde fase geplaatst worden. Deze kan op basis van het aanwezige vondstmateriaal iets scherper gedateerd worden, ca. 575-450 v.Chr. In de midden tot late ijzertijd wordt het oorspronkelijke enclosure langs de westelijke zijde uitgebreid met een monumentaler vierkant enclosure van ca. 30 op 30m. Op basis van een oversnijding met de eerste enclos, het aanwezige vondstmateriaal en een C14 datering in de midden tot late ijzertijd (350-50 v.Chr.) gedateerd worden. Het is niet duidelijk of beide enclosures deels gelijktijdig in gebruik waren of dat het kleinere gedempt werd tijdens het gebruik van het grotere enclosure. Zowel binnen als buiten dit enclosure zijn enkele vierpalige constructies aanwezig. Het meest zuidelijke bevind zich centraal van enkele ondiepe greppels. Slechts in 1 van de paalsporen van de constructies werd vondstmateriaal aangetroffen. Dit dateert het paalspoor en de constructie in de midden ijzertijd (400- 250 v.Chr.). Er is een sterk vermoeden dat het grootste enclosure in de Romeinse periode nog enigszins zichtbaar was in het landschap, gezien de vrij parallelle loop van greppel S3 met de noordelijke zijde van het enclosure.

Centraal in de oostelijke zijde was een bijzetting van crematieresten aanwezig. Uit het onderzoek bleek dat de botresten sterk geërodeerd zijn, wat het moeilijk maakt om ze te determineren. Echter de vorm, dikte en (voor zover waarneembaar) de textuur van het bot, doen sterk vermoeden dat het om menselijke crematieresten gaat. Het gaat om de resten van een volwassen individu en een kind welke tussen de 2 en 8 jaar zal zijn overleden. Er zijn geen geslachtskenmerken aangetroffen binnen de crematies. Omdat de botresten verspreid over meerdere locaties binnen de greppel zijn aangetroffen zouden de botresten tot meerdere volwassen individuen kunnen hebben toebehoord. Zowel binnen als buiten dit enclosure zijn er enkele vierpalige constructies aanwezig. Het meest zuidelijke bevind zich centraal van enkele ondiepe greppels. Slechts in 1 van de paalsporen van de constructies (S21) werd vondstmateriaal aangetroffen. Dit dateert het paalspoor en de constructie in de midden ijzertijd (400-250 v.Chr.).

Metaaldetectie

Datering: nieuwe tijd, nieuwste tijd
Materiaal: metaal
Gebeurtenis:

Nieuwe tijd greppels

Datering: nieuwe tijd
Typologie: greppels
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Twee greppels en een gracht doorsnijden het terrein, daterend op basis van de vondsten uit de Nieuwtse Tijd. Deze structuren zijn reeds zichtbaar op de Ferrariskaar eind 18de eeuw.

Pijlpunt

Datering: vroege bronstijd
Typologie: depressies
Materiaal: vuursteen
Gebeurtenis:

Romeins brandrestengraf

Datering: Romeinse tijd
Typologie: brandrestengraven, greppels
Materiaal: bot (menselijk), houtskool
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Een brandrestengraf en een greppel zijn te dateren in de Romeinse periode (1ste eeuw v. Chr – 3de eeuw n. Chr.). Mogelijk wijst de aanwezigheid van deze sporen en eenzelfde oriëntatie van de greppel met enclosure uit de ijzertijd erop dat deze ook in de Romeinse periode nog in het landschap zichtbaar was en de plaats nog een zekere rituele connotatie had.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heilig-Hartlaan [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/981835 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.