De tijdens het proefsleuvenonderzoek aangetroffen sporen omvatten paalsporen, kuilen, greppels, een gracht, drainagebuizen, muren, vloeren, natuurlijke sporen en verstoringen. Van de kuilen kunnen er minimaal 34 als extractiekuil geïnterpreteerd worden. Ze hebben een vulling die dateert in de late middeleeuwen of de nieuwe tijd, of in de nieuwste tijd. De paalsporen zijn doorgaans van recente aard. De gracht en de greppels kunnen beschouwd worden als perceelsafbakeningen. Een aangetroffen Britse kogelhuls uit 1938 lijkt te bevestigen dat een Britse jager tijdens de Tweede Wereldoorlog effectief crashte ter hoogte van het onderzoeksgebied.