Naar aanleiding van een geplande woonverkaveling werd het projectgebied onderworpen aan een archeologisch vooronderzoek bestaande uit een proefsleuvenonderzoek. In totaal werden 63 sporen geregistreerd, waarvan 39 paalsporen, één houtskoolmeiler, één waterput, negen kuilen, zeven greppels, één verstoring en vijf natuurlijke sporen. De meeste sporen werden op het noordelijk deel van het terrein aangetroffen. De paalsporen zijn op basis van de scherpe aflijning en de weinige uitloging dateren we het spoor vermoedelijk in de Romeinse tijd of de middeleeuwen gedateerd. In het noordwesten van het onderzoeksgebied bevinden zich verschillende zwaar uitgevoerde paalsporen. Mogelijk behoren ze tot een éénschepige noordoost-zuidwest georiënteerde plattegrond. Om dit echter met zekerheid te stellen is bijkomend onderzoek nodig. De houtskoolmeiler is rond (diameter 1,9m) en werd eveneens in de Romeinse tijd of middeleeuwen geplaatst. Dezelfde datering is vooropgesteld voor een waterput (diameter 4,4m) en de kuilen. 5 greppels hebben een ZW-NO oriëntatie (30 tot 60cm breed). 2 greppels hebben een N-Z oriëntatie. Geen van de greppels is in relatie te brengen met de historische kaarten en kunnen dus een oudere datering hebben. Deze sporen worden in verband gebracht met een nederzettingslocatie.