waarneming

Opwijk Kouterbaan-Langeveldstraat-Dorp

archeologisch element
ID
980723
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980723

Beschrijving

In de eerste fase van het onderzoek werden voornamelijk poelen, (drainage)greppels, kuilen, een waterput, een waterkuil, brandrestengraven en geclusterde paalkuilen aangetroffen. De sporen kunnen op basis van het vondstmateriaal in de ijzertijd of de Romeinse periode, de Romeinse tijd, de middeleeuwen, de nieuwe en nieuwste tijd geplaatst worden.

Een paalspoor kan op basis van een wandfragment handgevormd aardewerk met besmeten oppervlak in de ijzertijd of de Romeinse tijd worden gedateerd. In een Romeinse greppel werd een neolithisch vuurstenen artefact, met name een klingfragmentje, aangetroffen. Dit klingframent is vermoedelijk intrusief. De greppels lijken in eerste instantie perceelsgreppels te zijn. Duidelijke Romeinse bewoningssporen ontbreken, maar de grote hoeveelheid bouwmateriaal en aardewerk in de poelen is een mogelijke aanwijzing voor de aanwezigheid van een ontmantelde naburige villa. De Romeinse poelen concentreren zich in werkputten 1 en 2. De vulling van de poelen bevatte naast daterend vondstmateriaal uit aardewerk (vaatwerk) uit de midden-Romeinse tijd, vooral veel Romeins bouwmateriaal dat mogelijk afkomstig is van een nabijgelegen villa. Onder één van de poelen werd de onderkant van een waterput aangetroffen, die op basis van zijn stratigrafische relatie met de bovenliggende poel in de Romeinse tijd of vroeger werd gedateerd. 

In werkput 3 werden Romeinse brandrestengraven aangetroffen. De vulling van de graven bevatte verbrand menselijk bot dat was uitgestrooid tussen de brandstapelresten, waardoor ze geïdentificeerd werden als brandrestengraven. Het vondstmateriaal afkomstig uit de vulling, bestond uit gewone waar, kruikwaar, geverfde waar en fijne waar en dateerde de graven in de midden-Romeinse tijd. Op basis van het anthracologisch onderzoek kon het gebruikte hout voor de brandstapel van de brandrestengraven (voornamelijk eik, in mindere mate beuk en els) en het mogelijke grafritueel achterhaald worden. Op basis van het natuurwetenschappelijk onderzoek (14C-dateringsonderzoek, dendrochronologie) kreeg men een preciezere datering van de brandrestengraven tussen de eerste eeuw voor en de eerste eeuw n. C., van een Romeinse kuil in de tweede of derde eeuw n. C.

Voorts wijzen enkele paalsporen, poelen en een waterkuil in werkput 4 op menselijke aanwezigheid in de middeleeuwen of de nieuwe tijd. Een (sub)recente kuil wijst eveneens op ingebruikname van het terrein tijdens de nieuwe of nieuwste tijd.

Op basis van dendrochronologisch onderzoek kan een waterput in de volle middeleeuwen (begin 11de eeuw) gesitueerd worden. 

Vervolgens werd in werkput 3 een westzuidwest-oostnoordoost georiënteerde perceelsgreppel aangesneden die op basis van het vondstmateriaal en zijn voorkomen op historische kaarten, in de middeleeuwen of nieuwe tijd werd ondergebracht. In werkput 4 werden een aantal poelen op basis van het vondstmateriaal, waaronder randfragmenten van een teil in rood geglazuurd aardewerk, in de late middeleeuwen of nieuwe tijd gedateerd. Onder één van de poelen kwam een waterkuil voor, waarin houten spaken van een ingeklapte beschoeiing werden teruggevonden. Deze waterkuil is op basis van zijn stratigrafische relatie waarschijnlijk gelijktijdig met of ouder aan de bovenliggende poel. Voorts werden in werkput 4 een aantal gelijkaardige geclusterde paalsporen met een ondiepe vulling, waarin baksteenspikkels vermengd waren, aangetroffen. Er werd geen daterend vondstmateriaal in de paalsporen gevonden, maar op basis van de baksteeninclusies leken ze eerder tot de late middeleeuwen of nieuwe tijd te behoren.

Tenslotte vertegenwoordigen enkele perceelsgreppels in werkput 3 en een kuil in werkput 4 een (sub)recente fase. Op basis van het vondstmateriaal dateren de perceelsgreppels uit de nieuwste tijd. De kuil dateert op basis van de recente inclusies in de vulling tot de nieuwste tijd.

De tweede fase van het onderzoek bracht enkele paalsporen, een grote hoeveelheid kuilen, een paar poelen, greppels en een gracht aan het licht. Eén kuil kon als ‘grubenhaus’ of hutkom geïdentificeerd worden. De sporen dateren op basis van het vondstmateriaal in de middeleeuwen of nieuwe tijd. Er werden geen oudere sporen dan de volle middeleeuwen aangetroffen. De resultaten van het natuurwetenschappelijk onderzoek wijzen uit dat bepaalde sporen, zoals de hutkom en een vermoedelijke haard in de volle middeleeuwen en een kuil in de late middeleeuwen dateren.

Er lijkt zich slechts één periode te manifesteren op het onderzoeksterrein in werkput 5, namelijk de periode gaande van de middeleeuwen tot nieuwe tijd. Deze sporen omvatten paalsporen, kuilen, poelen, greppels en een gracht. Een paar kuilen bevatten naast daterend vondstmateriaal een grote hoeveelheid houtskool en/of verbrande leem. Eén kuil werd als hutkom, dit is een opslagruimte met een boven- en ondergronds gedeelte, uit de volle middeleeuwen geïnterpreteerd. Onder de vulling van de kuil werden immers vier paalsporen geregistreerd die hierop wijzen. Een andere kuil kon mogelijk als haard geïdentificeerd worden. De meeste andere kuilen waren mogelijk leemwinningskuilen.

Op basis van de resultaten van de tweede fase van het onderzoek kan men besluiten dat de onderzochte zone vermoedelijk niet bewoond was, omdat het terrein te nat was. Wel kan de haard misschien in verband gebracht worden met artisanale activiteiten, de poelen met veeteelt, de hutkom of ‘grubenhaus’ met opslag voor landbouwopbrengsten en de leemwinningskuilen met andere economische activiteiten. De sporen wijzen dus indirect in de richting van bewoning. Op basis van het vondstmateriaal zouden deze activiteiten in de middeleeuwen tot nieuwe tijd hebben plaatsgevonden. De resultaten van het natuurwetenschappelijk onderzoek wijzen uit dat bepaalde sporen, zoals de hutkom en een vermoedelijke haard in de volle middeleeuwen en een kuil in de late middeleeuwen dateren.


Auteurs: Goukens, Lode
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Romeinse vondsten

Datering: Midden-Romeinse tijd
Typologie: brandrestengraven, greppels, kuilen, poelen, vaatwerk, waterputten
Gebeurtenis:

ijzertijd

Datering: ijzertijd
Typologie: kuilen, vaatwerk
Gebeurtenis:

middeleeuwen

Datering: middeleeuwen
Typologie: hutkommen, kuilen, paalsporen, waterputten
Gebeurtenis:

vuursteenvondsten

Datering: steentijd
Typologie: indicaties voor vuursteenbewerking
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Opwijk Kouterbaan-Langeveldstraat-Dorp [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980723 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.