Beschrijving

Auteurs: Jennes, Niels
Datum: 27-10-2020
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Antropogene ophogingslagen

Datering: late middeleeuwen, nieuwe tijd
Typologie: ophogingslagen
Materiaal: aardewerk, steengoed
Gebeurtenis:

• Vooronderzoek Beekstraat
  • archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem: 04-2020
  • Bron: DEVILLE T., HOUBRECHTS S., SIMONS R. & DE NUTTE G. 2020: Beekstraat & Ridderstraat te Zoutleeuw. Nota door middel van proefputten en proefsleuven, Condor Rapporten 580, Hasselt.
    Nota (archeologieportaal) (31-07-2020)

Beschrijving:
Ophogingslagen dateren van na de 13de eeuw, een deel is niet ouder dan de late 17de eeuw.

Eerste bewoningslaag

Datering: Karolingische periode, late middeleeuwen, volle middeleeuwen
Typologie: afvallagen, kleding en -accessoires, kuilen, uitrusting voor dieren, vaatwerk, veenwinning, waterputten
Context: fluvisols, veenafzettingen
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), leer, metaal, plantaardig materiaal
Gebeurtenis:

• Opgraving Beekstraat 18-20
  • archeozoölogisch onderzoek
  • dendrochronologisch onderzoek
  • metaaldetectie
  • palynologisch onderzoek
  • zaden- en vruchtenonderzoek
  • archeologische opgravingen: van 12-08-2020 tot 17-08-2020
  • Bron: JENNES N. e.a. 2022: Inzicht in de pre- en vroeg-stedelijke ontwikkeling van Zoutleeuw. Eindrapport van een opgraving ter hoogte van de Beekstraat te Zoutleeuw, Rapport Nr. 1029, Beerse.
    Eindverslag (archeologieportaal) (14-07-2022)

Beschrijving:
Aandacht is voornamelijk besteed aan het onderzoek op het eerste archeologisch niveau, op ca. 3 m-mv. Hier werd algemeen een sporencluster aangetroffen bestaande uit kuilen, met uitzondering van drie tonputten. De kuilen waren gegraven tot in de veenlaag. Opvallend is dat de kuilen een hoog aantal vondsten opleverden. De vondsten waren uiteenlopend van aard: aardewerk, botmateriaal, leer, metaal, enz. Ze dateren de vindplaats algemeen vanaf de Karolingische periode tot in de 14de eeuw. De vindplaats is moeilijk te interpreteren. In eerste instantie lijkt de locatie in gebruik te zijn geweest voor veenwinning. Het grote aantal kuilen die zijn gegraven tot in de venige laag doen dit alleszins vermoeden. Daarnaast verwijst het hoge aantal nederzettingsafval vermoedelijk naar de graduele depositie van huishoudelijk afval aan de rand van een (pre-)stedelijke bewoningskern.

Laterineput Nieuwe Tijd

Datering: eerste helft 17de eeuw, tweede helft 16de eeuw
Typologie: latrines, muurresten
Materiaal: aardewerk, majolica, mortel, steengoed
Gebeurtenis:

• Vooronderzoek Beekstraat
  • archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem: 04-2020
  • Bron: DEVILLE T., HOUBRECHTS S., SIMONS R. & DE NUTTE G. 2020: Beekstraat & Ridderstraat te Zoutleeuw. Nota door middel van proefputten en proefsleuven, Condor Rapporten 580, Hasselt.
    Nota (archeologieportaal) (31-07-2020)
• Opgraving Beekstraat 18-20
  • archeozoölogisch onderzoek
  • dendrochronologisch onderzoek
  • metaaldetectie
  • palynologisch onderzoek
  • zaden- en vruchtenonderzoek
  • archeologische opgravingen: van 12-08-2020 tot 17-08-2020
  • Bron: JENNES N. e.a. 2022: Inzicht in de pre- en vroeg-stedelijke ontwikkeling van Zoutleeuw. Eindrapport van een opgraving ter hoogte van de Beekstraat te Zoutleeuw, Rapport Nr. 1029, Beerse.
    Eindverslag (archeologieportaal) (14-07-2022)

Beschrijving:
Bakstenen laterineput aangetroffen in profiel. Datering vanaf de 17de eeuw, op basis van de vondsten, het baksteenformaat en de kalkmortel.
Van de muurstructuren gaat het veelal om moderne en vroegmoderne structuren. De oudste betreffen vermoedelijk latrines die te dateren zijn voor 1671, wanneer Zoutleeuw een vestingstad wordt. Het jongste aardewerk dat werd verzameld bij de aanleg van het eerste archeologisch leesbaar niveau (ca. 3 m-mv) dateert in de 2de helft van de 16de eeuw, eerste helft 17de eeuw. Mogelijk vertegenwoordigt dit de fase van de latrines.