Er werden twee archeologische niveaus aangetroffen tijdens het proefsleuvenonderzoek, één aan de top van het colluvium en één aan de top van de BT-horizont. Er werd een greppel en een aantal kuilen aangetroffen in het eerste vlak. Twee ervan bevatten een grote hoeveelheid houtskool en schervenmateriaal, soms secondair verbrand. Ze zijn in de volle middeleeuwen te dateren. De greppel bevat scherven uit de late middeleeuwen tot nieuwe tijd, het betreft vermoedelijk een perceelsgreppel. In het tweede vlak werd een mogelijke waterput, uit de middeleeuwen, mogelijk volle middeleeuwen aangetroffen. Andere sporen bleken natuurlijk.
Tijdens het vlakdekkende onderzoek in juli 2020 werden verspreid over het plangebied 55 sporen geregistreerd. De sporen en structuren zijn gerelateerd aan off-site activiteiten zoals leemwinning en funeraire activiteiten.
Het oudste spoor is mogelijk een neolithische kuil. Dit is echter alleen gebaseerd op een vondst die ook opspit kan zijn.
Verder werden er enkel sporen uit de Romeinse tijd aangetroffen. Het gaat om twee brandrestengraven, kuilen, enkele losse paalkuilen, greppels en leemwinningskuilen. Er werden geen bewoningssporen uit deze periode aangetroffen. Het gaat dus niet om een erf of nederzetting. De twee
leemwinningskuilen laten wel activiteiten in de buurt van een nederzetting zien. De graven werden meestal ook in de omgeving van een nederzetting of erf gelegd. Binnen het plangebied werden twee brandrestengraven aangetroffen. Er werd geen groot grafveld aangetroffen maar dit kan ook te maken hebben met de slechte bewaring door erosie binnen het plangebied. Er kon enkel iets gezegd worden over de leeftijd van de individuen van de brandrestengraven. Het gaat om volwassenen. De graven en leemwinningskuilen zijn aan de hand van het aardewerk te dateren in het einde van de 1ste eeuw en begin van de 2de eeuw.
Auteurs: Jessica, Siemons
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: VLAAMS ERFGOED CENTRUM bvba (VEC)
Beschrijving:
In vlak 1 werd een greppel aangetroffen. Een aantal scherven die erin werden aangetroffen dateren in de late middeleeuwen tot nieuwe tijd: roodgeglazuurd aardewerk.
Beschrijving:
In de kuil werd een kernvernieuwing afslag uit het neolithicum aangetroffen. Op basis van 14C onderzoek kon het spoor niet gedateerd worden doordat er niet genoeg houtskool geschikt was voor analyse. Het spoor kan dus alleen gedateerd worden aan de hand van het vondstmateriaal. Hierdoor is de datering van het spoor in het neolithicum niet geheel zeker.
Beschrijving:
Twee kuilen bevatten een grote hoeveelheid houtskool en schervenmateriaal, soms secondair verbrand, grijs gedraaid aardewerk . Ze zijn in de volle middeleeuwen te dateren.
Beschrijving:
In het 2de vlak werd een mogelijke waterput, uit de middeleeuwen, mogelijk vroege middeleeuwen, aangetroffen. Een ander mogelijke interpretatie is een depressie of waterkuil. Er werd 1 scherf in aangetroffen.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Frans Robbrechtsstraat/Bosch [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980493 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.