Het terrein is dermate verstoord dat er geen archeologische site meer bewaard is. De oorspronkelijke bodemopbouw is niet meer aanwezig en het terrein is verstoord tot een deel in de C-horizont, waardoor er geen archeologische sporen meer bewaard kunnen zijn.
Er werden tijdens de saneringswerken diverse testputten uitgegraven ter nazicht en monitoring van de vervuiling en sanering. Deze putten waren aangelegd tot in de C-horizont, tot waar de sanering zal gebeuren. Aan de straatzijde, in het zuiden van het plangebied, bevond de top van deze C-horizont zich op ca. 80cm diepte, in het noorden van het terrein was deze reeds op 20cm onder het maaiveld gelegen. Erboven bevond zich een pakket vervuilde grond, dat dus in dikte afneemt naar het noorden toe. Dit pakket kan als één verrommelde laag aanzien worden, met daarin diverse afvalmaterialen zoals plastic, glas, puin, asbest, … en doorsneden door diverse kelders, citernes voor creosoten, funderingen van de 20ste-eeuwse bebouwing, boomstronken...
Het ontbreken van de B-horizont, de scherpe overgang tussen de vervuilde laag en de C-horizont, de wisselende diepte van de C-horizont, de diverse
recente verstoringen die dieper in de C-horizont dringen, tonen aan dat er op het terrein reeds aanzienlijke grondwerken hebben plaatsgevonden die een eventueel archeologisch niveau volledig hebben verstoord. Het uitvoeren van een verder vooronderzoek met ingreep in de bodem door middel van proefsleuven was hierdoor niet meer aan de orde.