waarneming

Pastorijstraat 20-24

archeologisch element
ID
980063
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980063

Beschrijving

Door de matige bewaringstoestand van de site zijn vermoedelijk met name de sporen uit de metaaltijden nauwelijks bewaard gebleven. Er zijn slechts enkele sporen aan deze periode toe te wijzen: een viertal kuilen, een paalkuil en een restant van een vondstlaag. Eerstgenoemde sporen laten zien dat er zeker nederzettingsactiviteiten waren binnen het plangebied. Ook het vondstmateriaal uit de vondstlaag, wat vooral als nederzettingsafval te interpreteren is, toont dat aan. Wellicht vonden bij de laagte ook rituele activiteiten plaats, gezien de depositie van een sterk verbrande standvoetbeker. Dergelijke deposities in met vondstmateriaal opgevulde depressies zijn ook op de opgravingen ten zuiden van het plangebied aangetroffen. Het materiaal uit de vondstlaag lijkt vooral te dateren uit de vroege ijzertijd.

De meeste sporen van de opgraving zijn te plaatsen in de volle en begin van de late middeleeuwen. Het gaat om drie grotere gebouwstructuren en twee sporenclusters. De structuren zijn toe te wijzen aan twee verschillende typen bootvormige huisplattegronden. De resultaten sluiten aan bij die van de naastgelegen opgravingen. De drie opgravingen tezamen geven een goed beeld van de ontwikkelingen in het gebied in de middeleeuwen. Er lijkt sprake te zijn van minstens vier fasen van bewoning.

De structuren van de vroegste fase liggen met name op het opgravingsareaal van het woonzorgcentrum. De kern wordt gevormd door een gebouw, een plattegrond van het type H0, daterend uit de laat-Karolingische of Ottoonse periode. Wellicht behoort een ander gebouw ook tot deze fase, aangezien deze schuur vrijwel dezelfde oriëntatie heeft. De activiteiten uit de vroegmiddeleeuwse fase lopen door tot in het huidige onderzoeksgebied, waar ook een kuil uit deze periode is aangetroffen. In de volgende fase blijven de activiteiten zich voornamelijk in deze zone afspelen. Het erf vormt zich dan rond een ander gebouw, een plattegrond van het type H1. Vlak bij deze structuur is nog een spieker opgetekend, die vermoedelijk ook tot het erf behoort. De exacte datering van deze fase is nog niet duidelijk maar lijkt aan het begin van de volle middeleeuwen geplaatst te kunnen worden. De gebouwen van de derde fase bevinden zich in het huidige onderzoeksgebied, op een hoger gelegen deel, wat verder van het beekdal. Deze fase wordt gevormd door de gebouwen structuur 1 en 3, die haaks op elkaar gelegen zijn. Vermoedelijk kan minstens één van de sporenclusters ook aan deze fase worden toegewezen. De vermoedelijk laatste fase wordt gevormd door structuur 2. Het is niet duidelijk of er nog meer structuren aanwezig waren, die aan deze fase toebehoorden. De opgraving ter hoogte van het woonzorgcentrum leverde ook een groot aantal waterputten op. Ten tijde van de afronding van rapport, was het natuurwetenschappelijk onderzoek op monsters uit de waterputten nog niet klaar. De waterputten kunnen dus nog niet in een fase worden geplaatst. Dicht bij de beekzone, ter hoogte van de opgraving van de jeugdlokalen, ligt nog een tweede cluster met kleine waterputten. Vermoedelijk zijn deze (kortstondig) gebruikt voor ambachtelijke activiteiten in de volle middeleeuwen.

Het aardewerkspectrum laat het gebruikelijke beeld van een landelijke nederzetting zien, met weinig luxeproducten. Andere materiaalcategorieën geven wel enig inzicht in specifieke activiteiten op het terrein. Enkele brokken slakmateriaal laten zien dat er in beperkte mate ijzerbewerking plaats vond, vermoedelijk vooral kleine reparaties. Een bijzondere vondst is een fragment strijkglas, dat vermoedelijk te relateren is aan textielnijverheid. Er zijn verder geen vondsten gedaan die in relatie staan tot dit ambacht, maar dat is niet ongebruikelijk. Het zal dan om kleinschalige textielproductie gegaan zijn, wellicht enkel voor het gehucht Meldert of het eigen huishouden. In de middeleeuwen werd rogge gegeten, een populaire graansoort in de Middeleeuwen. Vermoedelijk werd deze graansoort in de nabije omgeving verbouwd en op kleine schaal lokaal verwerkt. Verder werden er runderen gehouden, en vermoedelijk ook schapen.

De volmiddeleeuwse bewoning zal zeker in relatie staan tot de kern van Meldert. De aangetroffen boerenerven liggen strategisch tussen de weidegronden in het zuiden en de kern van het dorp in het noordwesten. Wellicht waren op de iets hogere delen ook de akkers gelegen.


Bron: Van den Notelaer D. & Hazen P.L.M. (red.) 2019: Nieuwe structuren aan de Pastorijstraat te Meldert. Een archeologische opgraving aan de Pastorijstraat 20, 22 en 24 te Meldert (gemeente Lummen), VEC Rapport 91. Geel: Vlaams Erfgoed Centrum.
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: VLAAMS ERFGOED CENTRUM bvba (VEC)

Ijzertijd

Datering: vroege ijzertijd
Typologie: afvallagen, kuilen, nederzettingen, paalkuilen, vaatwerk
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Middeleeuwen

Datering: late middeleeuwen, volle middeleeuwen
Typologie: ambachtelijke objecten, gebouwplattegronden, kuilen, spijkers, vaatwerk, waterpoorten
Materiaal: aardewerk, bot (dierlijk), glas, metaal, plantaardig materiaal
Gebeurtenis:

Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Pastorijstraat 20-24 [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/980063 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.