Bij dit onderzoek werden er in totaal 108 archeologisch relevante sporen aangetroffen; 107 paalkuilen en één greppel. Binnen de verschillende sporenclusters konden er elf spiekers en één palenrij herkend worden. De spiekers bevonden zich in het centrale en het noordelijke deel van werkput en de palenrij werd aangetroffen in het zuidelijke deel van het projectgebied. Bij dit onderzoek werd dus de periferie van een erf aangesneden. De nederzetting bevond zich waarschijnlijk meer oostelijk van het projectgebied.
Bepaalde sporen konden aan de hand van het aangetroffen handgevormd aardewerk gedateerd worden in de (late) ijzertijd. De overige sporen worden ook in deze periode geplaatst op basis van de gelijkaardige vullingen en aflijningen van deze sporen. Wel is er sprake van meerdere fases aangezien twee van de aangetroffen spiekers elkaar overlappen.
Bron: Van Neste T. & De Puydt M. 2019: Eindverslag Sint-Niklaas – Gentse Baan 2017. Opgraving, Rapporten van Erfpunt – team Onderzoek 132. Sint-Niklaas: Erfpunt – team Onderzoek. Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: IOED Erfpunt