waarneming

Geluwe Wervikstraat

archeologisch element
ID
979440
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/979440

Juridische gevolgen

  • omvat de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 3686
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Archeologische prospectie door middel van proefsleuven naar aanleiding van de bouw van een groepswoning met verschillende woongelegenheden.

De aanwezigheid van zowel twee houtskoolmeilers als twee brandrestengraven duidt op Romeinse aanwezigheid nabij de Stokbeekvallei. Op basis van C-14 analyse worden de structuren gedateerd in de 2de helft van de 1ste eeuw na Chr. – begin 3de eeuw na Chr.
De aanwezigheid van houtskoolmeilers is niet toevallig. Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat Romeinse nederzettingen meestal ingepland waren op de hoger gelegen delen en dat de marginale gronden (bijvoorbeeld beekvalleien) voor andere doeleinden gebruikt werden. De afwezigheid van duidelijke bewoningssporen uit de Romeinse periode binnen het plangebied lijkt deze hypothese te bevestigen. Bovendien is uit het archeologisch sleuvenonderzoek gebleken dat de loop van de Stokbeek gedurende zijn ontstaan duidelijk een wisselende loop heeft gekend. Het lijkt aannemelijk dat deze gronden hoogstens zullen gebruikt zijn geweest voor veeteelt en/of bosgebied.
Uit anthracologisch onderzoek op de houtskoolmeiler is gebleken dat voornamelijk eik gebruikt werd voor de Romeinse houtskoolvervaardiging. Eik levert dan ook houtskool van uitstekende kwaliteit met een hogere calorische waarde dan de meeste andere Europese houtsoorten. Daarnaast konden in mindere mate ook nog houtskool-fragmenten van gewone es en els aangetroffen worden.
Voor het brandrestengraf komt een breder vormenspectrum naar voor. Naast linde en gewone es zijn verder ook houtskoolresten teruggevonden van kardinaalsmuts, eik en els. Dit is eerder opvallend, aangezien de aanwezigheid van houtskoolresten van linde en kardinaalsmuts tot op heden nog nooit aangetroffen werd in een Romeins crematiegraf in Vlaanderen.
Indien gekeken wordt naar de habitat van de aangetroffen flora uit het brandrestengraf valt op dat het alle planten- en boomsoorten zijn die een voorkeur hebben naar vochtige tot natte gronden in een halfschaduwrijke omgeving. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat bij de aanmaak van de brandstapel voornamelijk gebruik werd gemaakt van boom- en plantensoorten uit de nabij gelegen Stokbeekvallei.
Zowel het houtskoolspectrum als de vorm van de houtskoolfragmenten uit het brandrestengraf wijzen er op dat de houtskool afkomstig is van verbrande voorwerpen, vermoedelijk bijgiften die op de brandstapel geplaatst en verbrand werden. Mogelijk gaat het om de restanten van houtsnijwerk zoals kommen of borden Over het gebruik van houten grafgiften in brandrestengraven zijn tot op heden zijn hiervoor nog geen parallellen in Vlaanderen bekend.
Tot slot leverde het fysisch antropologisch onderzoek slechts een beperkte hoeveelheid informatie op. Uit het onderzoek bleek dat het ging om de verbrande resten van één individu die ten minste 15 jaar oud is geworden. De krijtwitte tot oudwitte kleur wees erop dat de crematie goed tot zeer goed werd uitgevoerd onder een temperatuur van ca. 650-800+⁰C.


Auteurs: Peleman, Bieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Grondsporen Postmiddeleeuws

Datering: nieuwe tijd, nieuwste tijd
Materiaal: bot (dierlijk), steengoed
Gebeurtenis:

Beschrijving:
In een kuil werd postmiddeleeuws steengoed gevonden. Daarnaast bevond er zich in deze kuil ook dierlijk bot en enkele baksteenbrokken.

Grondsporen Romeins

Datering: Midden-Romeinse tijd, Romeinse tijd
Typologie: brandrestengraven, meilers, munten, structuren voor houtskoolproductie
Materiaal: aardewerk, bot, bot (menselijk), glas, metaal
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Naast één greppel zijn de twee brandrestengraven op basis van aangetroffen aardewerk ongetwijfeld Romeins. Ook de houtskoolmeilers kunnen op basis van C-14 analyse gedateerd worden in de Romeinse periode. In alle vier de gevallen komt een datering tussen de 2de helft van de 1ste eeuw na Chr. – begin 3de eeuw na Chr naar voor. De brandrestengraven en houtskoolmeilers zijn uitzonderlijk goed bewaard. Opvallend en heel zeldzaam is de aanwezigheid van verbrand bot in zeker één van de twee Romeinse brandrestengraven. Ook de aanwezigheid van aardewerk, glas, metaal en zelfs een Romeinse munt is uitzonderlijk te noemen.
De Romeinse bronzen munt uit een van de brandrestengraven is een As of Dupondius. Helaas is deze net te slecht bewaard voor een exacte determinatie. De keizer is niet goed genoeg zichtbaar. Stilistisch gezien kan hij op basis van de keerzijde (zittende persoon met scepter) meer dan waarschijnlijk gedateerd worden tussen 70 en 170 n.C. Wellicht betreft het een godin of een personificatie ervan (Vesta, Concordia, etc..). In dit brandrestengraf werden ook wat stukken van ijzeren nagels en enkele brokjes glas gevonden.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Geluwe Wervikstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/979440 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.