waarneming

Daknam Touwstraat

archeologisch element
ID
979425
URI
https://id.erfgoed.net/waarnemingen/979425

Juridische gevolgen

  • is deel van de aanduiding als gebied geen archeologie, gewestelijk Gebied 3849
    Deze aanduiding is geldig sinds

Beschrijving

Vlakdekkende archeologische opgraving naar aanleiding van geplande verkaveling.

Niettegenstaande het vooronderzoek uitging van een lage sporendensiteit, leverde het vervolgonderzoek een zeer rijke meerperiodensite op met sporen op die dateren uit de metaaltijden, Gallo-Romeinse periode en vroege tot volle middeleeuwen. Wat betreft de metaaltijden mogen we op basis van het vondstenmateriaal, aangevuld met absolute radiokoolstofdateringen, uitgaan van een eerste occupatiefase uit de eindfase van de late bronstijd of, meer waarschijnlijk, de vroege ijzertijd. Uit deze fase dateert wellicht het hoofdgebouw H10, met in de onmiddellijke nabijheid daarvan een dubbele kuil. Ook enkele bijgebouwtjes mogen op basis van het geassocieerde vondstenmateriaal aan deze fase worden toegeschreven. Opvallend is dat zowel het hoofdgebouw als deze bijgebouwtjes NW-ZO georiënteerd waren. Of dit impliceert dat alle overige bijgebouwen met een dergelijke oriëntatie tot dezelfde occupatiefase moeten worden gerekend is vanzelfsprekend onzeker. Indien dat zo zou zijn, dan suggereert het grote aantal bijgebouwtjes, die bovendien over het ganse werkvlak verspreid zijn, de aanwezigheid van nog andere hoofdgebouwen buiten de afbakening van het vervolgonderzoek.
Twee van negen hoofdgebouwen die gekenmerkt worden door een rechthoekige kernconstructie en prominente toegangspartijen werden absoluut gedateerd in de jongere fasen van de late ijzertijd (ca. 450 tot 50 v.Chr.) of zelfs vroeg-Romeinse periode (ca. 50 v.Chr. tot 70 n.Chr.). Nochtans suggereren twee waterkuilen ook een occupatiefase in de 5de/4de eeuw v.Chr., dit wil zeggen de vroegste fasen van de late ijzertijd. Of sommige van de genoemde gebouwen dan ook tot deze fasen opklimmen, kan zonder bijkomende 14C-dateringen niet worden uitgemaakt. Tevens is onduidelijk in hoeverre er een continue bewoning was van de vroege tot de late ijzertijd. Mogelijk kan toekomstig onderzoek op de belendende percelen, voor zover ze nog niet volledig werden verstoord, hierop nog een antwoord formuleren.

Verder duiden twee Gallo-Romeinse brandrestengraven op een occupatie uit de 2de/3de eeuw n.Chr. De bijhorende bewoning mag in de nabije omgeving worden vermoed, maar kon niet worden vastgesteld binnen het onderzoeksvlak.

Ten slotte getuigt een (erg fragmentair bewaard) driebeukig gebouw van het ‘hallentype’ ook van bewoning in de volle middeleeuwen. Op basis van de schaarse vondsten mag het wellicht in de 10de tot 12de eeuw worden geplaatst. Mogelijk werd het voorafgegaan door een kleiner tweebeukig gebouw in de onmiddellijke nabijheid van het hallengebouw. Dit vertoont interessante gelijkenissen met een gebouwtype dat gekend is uit het (ruimere) kustgebied n er algemeen tussen de 7de eeuw en 10de eeuw wordt gedateerd. Een 14C-datering lijkt in elk geval deze typochronologische datering te bevestigen.

 

Auteurs: Peleman, Bieke
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Grondsporen Ijzertijd

Datering: ijzertijd
Typologie: bijgebouwen, kuilen, spijkers
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Tien plattegronden uit de ijzertijd waarvan negen structuren die een opmerkelijke gelijkvormigheid vertonen voor wat betreft de configuratie van de kernstructuur. Dit grondplan, gekenmerkt door twee tot drie palenkoppels, bijna overal aangevuld met één of twee centraal in de travee geplaatste middenstaanders, omschreven kunnen worden als geschrankt drie-/vierbeukig. Twee sets 14C-dateringen op de gebouwen H2 en H7 verwijzen naar de late ijzertijd. Hoewel een extrapolatie van deze dateringen uiteraard met enige reserve moet gebeuren, suggereren de sterk gelijkende gebouwconstructie, maar zeker ook de gelijkaardige oriëntatie, dat de gebouwen H1-H9 wellicht alle in de late ijzertijd thuishoren. Verschillende bijgebouwen lijken op basis van een gelijke oriëntatie met deze hoofdgebouwen gerelateerd te zijn. Het gaat hier om een drieschepig bijgebouw en diverse vierpostenspiekers,

Gebouw H10 heeft een afwijkende oriëntatie en een tamelijk verschillende sporenconfiguratie. Dit, in combinatie met typologische gelijkenissen met voorbeelden voorbeelden van de uit Nederland en Westfalen gekende gebouwtypes Wachtum (met standgreppel) en Een (zonder standgreppel) uit de vroege ijzertijd, doet vermoeden dat het gebouw uit de vroege ijzertijd dateert. Als bijkomende argumentatie hiervoor kan verwezen worden naar de nabijeheid van een dubbele kuil die op basis van zowel aardewerk als 14C-datering in de vroege ijzertijd gesitueerd wordt.

Grondsporen Romeins

Datering: Midden-Romeinse tijd, Romeinse tijd
Typologie: brandrestengraven
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Twee brandrestengraven getuigen van een Gallo-Romeinse occupatie tijdens de 2de-3de eeuw. De bijhorende bewoning mag in de (nabije) omgeving worden vermoed, maar kon niet in het vlak worden vastgesteld.

Grondsporen volle middeleeuwen

Datering: volle middeleeuwen
Typologie: gebouwplattegronden
Materiaal: aardewerk
Gebeurtenis:

Beschrijving:
Driebeukig hoofdgebouw dat op basis van erg schaars vondstenmateriaal mogelijk in de 10de-12de eeuw te dateren is. Behoort tot het'Hallentype' binnen het Waasland.

Een kleiner tweebeukig gebouwtje in de onmiddellijke omgeving werd op basis van 14C-datering in de 7de tot 9de eeuw gedateerd, al suggereert één klein scherfje witbakkend Maaslands aardewerk dat het mogelijk eerder in de 10de eeuw moet worden gesitueerd. Het is aldus niet uit te sluiten dat het hier een voorloper betreft van het hallengebouw.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Daknam Touwstraat [online], https://id.erfgoed.net/waarnemingen/979425 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.