Verspreid over en rond het ganse woud bevindt zich een groot aantal gesloten depressies.
Deze kuilen, met een diameter variërend van enkele meters tot meer dan 100m, zijn wellicht te interpreteren als extractiekuilen voor de kalkrijke löss, die zich op zowat 1.5 tot 2 m onder de lemige bovenlaag bevindt. Deze löss werd vermoedelijk gebruikt als bemesting (bekalking) voor de landbouwgronden. Tijdens geomorfologisch onderzoek door de KU Leuven werd een aantal OSL dateringen uitgevoerd op enkele van deze kuilen. Deze dateerden de kuilen in de ijzertijd/ Romeinse periode. In Meerdaalwoud lijken deze relicten verband te houden met andere elementen van het Romeinse landschap (wegtracé's, tumuli, ...).
Ook elders in het leemgebied komen ze plaatselijk al dan niet in clusters voor, bijvoorbeeld op het plateau van Ottenburg. Gelijkaardige depressies in Noord-Frankrijk en Duitsland worden eveneens gelieerd aan de Romeinse landbouwexploitatie van het landschap.