Eertijds respectievelijk zogenaamd "Sinte-Marienstrate" (1313-1526), "Sinte Mariestrate" (1774) en "Rue d'Iéna" tijdens het Frans bewind. Thans genoemd naar de paters Recolletten die zich in 1536 te Nieuwpoort vestigden op de plaats van het huidige klooster der zusters Clarissen (nummers 7, 9, 9a).

Vormt tesamen met Valkestraat, de derde noord-zuid-hoofdas vanaf het westen van het middeleeuwse stratenplan in schaakbordvorm; tussen Marktplein en Langestraat. Geasfalteerde straat met geplaveide stoepen, gekenmerkt door een recht tracé en opklimmend naar het kruispunt met het Ankerstraatje toe. Afgezoomd met burger- en enkele arbeidershuizen (nummer 60, 62), uitgezonderd het breedschalig klooster met kapel van de zusters Clarissen dat de westelijke straatzijde domineert. Eclectische wederopbouwarchitectuur uit het begin van de jaren 1920 zie datering 1922 door middel van sierankers (nummers 46-48) en gevelsteen (nummers 14- 16); voornamelijk geïnspireerd op de neo-Vlaamse-renaissancestijl met stijlkarakteristieken van de streek. Breedhuizen van twee bouwlagen, uitgezonderd nieuwe bouw van drie bouwlagen (nummer 64), onder zadeldaken (mechanische pannen); dakvensters met gevels van uiteenlopende vorm, echter voornamelijk met trap- en tuitgevel, soms ter bekroning van risaliet.

Nummers 23, 25, 60-62, gesigneerd architect A. Golenvaux respectievelijk in arduinen plint en vensteronderdorpels. Nummer 23 met bronzen gevelplaat gesigneerd H. Ruyssen en voorzien van inscriptie: "Hier woonde Dr. Hre. Houvenachel leeraar aan het Kon. Atheneum te Oostende. Geboren te Nieuwpoort den 29 April 1904. Doodgemarteld voor volk en vaderland. Sandbustel - Neuengamme den 25 April 1945. Hij was een van Vlaanderens grootste strijders voor vrijheid en officieel onderwijs". Nummers 39,46-48, gesigneerd architect L. Jacquart (Oostende) in arduinen plint. Baksteenbouw met schaars gebruik van arduin en Euvillesteen resp. voor plinten en kozijnconstructies; ook voor enkele decoratieve elementen zie de markante maskervormige gootafleiders op de begane grond van nummer 27-27a. Baksteenversieringen: baksteensculpturen in vensterboogvelden (nummers 45, 47), art-deco-getint gebruik van verschillende metselverbanden (nummer 33), en visgraatverband voor borstwering (nummer 27-27a) en boogvelden (nummer 11). Sporadisch gebruik van faïencetegels zie tegeltableau met art-nouveau-inslag (nummers 46-48), en tegelband met figuratieve voorstellingen (hoeve, molen, haven) als puilijst (nummer 39). Enkele gevelordonnanties met zogenaamde Brugse traveeën. (nummers 23, 39, 41, 48); bij nummer 39 op art-deco-getinte wijze verwerkt zie de door middel van driezijdige oculus met bakstenen middenstijl opgewerkte niskop van de zogenaamde Brugse traveeën in het linker risaliet met bekronende trapgevel. Voorts, muuropeningen voornamelijk ingeschreven in verdiepte korf- of rondboogomlijstingen. Beluikte kozijnvensters (nummers 60, 62) en deur met houten accoladeboogvormige tussendorpel (nummer 62). Een uitzondering qua stijl vormt nummer 42 als neoclassicistische pilastergevel met erker en driehoekige frontonbekroning; tesamen met de gevels in neo-Vlaamse renaissancestijl van nummers 36, 38, 40 naar ontwerp van architect L. Coppe (Brugge-Diksmuide). Geheel met enkelhuizen onder geknikt zadeldak op begin van westelijke straatzijde (nummers 2-16) en hoekhuis bij Langestraat (nummer 58), naar ontwerp van architect G. Lejeune (Koksijde) van 1922 (2). Eclectische gevelwand met onder meer enkele vage verwijzingen naar de stijl van de Normandische landhuizen zie imitatievakwerk (nummer 12), houten dakkapellen (nummers 4, 8, 12), en erker met houten balkonleuning (nummer 10). Nummer 5, blinde gevel onderaan opengewerkt met garagepoorten. Enkele recentere en vernieuwde panden (nummers 34, 43, 56-58, 64).