Geografisch thema

Moorsel

ID
16777
URI
https://id.erfgoed.net/themas/16777

Beschrijving

Moorsel is een klein gehucht van Tervuren, gelegen in het uiterste noorden van de gemeente. Ten noordwesten grenst het gehucht aan Sterrebeek (Zaventem), ten noordoosten aan Everberg (Kortenberg), ten zuidoosten aan Leefdaal (Bertem) en ten zuiden aan Vossem en Tervuren.

De oudste sporen van menselijke aanwezigheid klimmen op tot de prehistorie en werden aangetroffen op de helling vandaag ingenomen door de wijk Groenveld. In oorsprong was Moorsel evenwel een onderdeel van het Zoniënwoud, waardoor het omstreeks 1100 deel zou uitmaken van het hertogelijk domein en rechtstreeks onder het gezag stond van de hertogen. De eerste vermelding als "Morslo", vermoedelijk in de betekenis van een bosrijke vlakte, dateert van 1139. Na een verregaande ontginningsperiode in de 12de en 13de eeuw onder impuls van Brabantse abdijen met daaraan gekoppeld het ontstaan van enkele hoven, bleef enkel het Moorselbos als rest van het Zoniënwoud bewaard. Het dominicanessenklooster van Hertoginnedal te Oudergem, verwierf bij de stichting in 1262, het later zogenaamde Hof van Hertoginnedal met uitgestrekte landerijen, dat mee aan de basis lag van het ontstaan van de woonkern Moorsel.

In de 18de eeuw waren er ongeveer een zestigtal inwoners in Moorsel. De Ferrariskaart van 1770-1778 toont het ‘Hameau de Moorsel’ als een geïsoleerde, kleine woonkern langs de huidige Moorselstraat; opmerkelijk is de prominente aanwezigheid van enkele grotere hoevecomplexen; het geheel wordt omgeven door open landbouwgronden met ten noordoosten het nog vrij uitgestrekte ‘Hassen Winckelbosch’ en ten zuiden het Moorselbos. Op de Poppkaart van omstreeks 1860 wordt het gehucht aangeduid als ‘Moorseloo’ en is de bebouwing licht toegenomen maar de aanwezigheid van de vier grotere hoeves is gebleven.

Burgerlijk maakte Moorsel deel uit van Tervuren, maar parochiaal behoorde het minstens vanaf de 13de eeuw en dit tot aan de Franse Revolutie aan Sterrebeek. Daarna werd het bij Tervuren gevoegd. Na diverse onderbrekingen waarbij het opnieuw bij Sterrebeek kwam, werd het in 1908 definitief bij Tervuren gevoegd.

Door toedoen van de gebroeders Joseph en Albert Coosemans, twee lokale herenboeren, kreeg Moorsel in 1905-1906 een eigen parochiekerk en bijhorende pastorie. Op 16 juli 1880 werd Moorsel officieel als gehucht van Tervuren erkend. In 1884 woonden er ongeveer 50 gezinnen. De meeste inwoners waren werkzaam op één van de vier grote hoevecomplexen.

In de loop van de 20ste eeuw zal de woonfunctie zeer sterk toenemen door uitbreiding van de lintbebouwing langs de Moorselstraat en de Oudergemse weg. Aan laatst genoemde weg gebeurde dit vermoedelijk in functie van de tramlijn die deze weg kruiste en een halte had ter hoogte van het huidige nummer 80; het betreft een café met typische vormgeving met afgesnuite hoek, dat 1900 is gedateerd door middel van muurankers. Daarnaast werd, vooral vanaf de jaren 1970, nagenoeg het hele gebied ten oosten van de Moorselstraat verkaveld net als de zone tussen de Moorselstraat en de Oudergemse weg.

Tot op heden vormt de Moorselstraat de noord-zuid-as van het gehucht; hier bleven sporen bewaard van een heterogene basisbebouwing voornamelijk uit de tweede helft van de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. Min of meer centraal ligt de neogotische parochiekerk met achterliggende pastorie; ten noordwesten van het centrum werd in het begin van de 20ste eeuw ook een ommuurde begraafplaats ingeplant. Het hof van Hertoginnedal dat aan de basis lag van het ontstaan van Moorsel vormt nog steeds een opmerkelijk element in de omgeving door zijn monumentale inplanting ten zuiden van de dorpskern. Van de andere historische hoeven is zo goed als niets overgebleven. Het gebied ten oosten van de Moorselstraat werd in de loop van de tweede helft van de 20ste eeuw volledig verkaveld en bebouwd met vrijstaande eengezinswoningen. De strook ten zuidoosten van de Groenlaan wordt gekenmerkt door sociale woningbouw uit diverse fases vanaf het laatste kwart van de 20ste eeuw. Ook een deel van het Moorselbos werd in de 20ste eeuw verkaveld. Ten westen van de woonkern bleef het landelijke karakter gedeeltelijk bewaard.

  • Atlas Cadastral parcellaire de la Belgique, Philippe-Christian Popp, uitgegeven in 1842-1879, schaal 1:5000.
  • Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden voor Zijn Koninklijke Hoogheid de Hertog Karel Alexander van Lotharingen, Jozef Jean François de Ferraris, Koninklijke Bibliotheek van België, uitgegeven in 1770-1778, schaal 1:11.520 herleid naar 1:25.000.
  • BERINGS G. 1984: Tervuren in de Middeleeuwen, Aspecten van de Brabantse Geschiedenis, Tervuren, 22.
  • DAVIDTS J.-E. 1965: Geschiedenis van de Parochie Tervuren en de Sint-Janskerken, Mechelen, 190-192.
  • MELLAERTS L. 1945: Tervuren door de eeuwen heen, Tervuren, 132, 140.
  • VAN DE VELDE J., HERNALSTEEN J. & DE MUNTER A. 2005: Moorsel "Ze gaven opdracht 400.000 stenen aan te maken" , Kessel-Lo.
  • VERBESSELT J. s.d.: Het Parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw, deel XVI, Tussen Zenne en Dijle V, s.l., 236.
  • WIJNANTS M. 1986: Moorsel en zijn gemeenteschool, De Horen 13.5, 143-150.

Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Moorselstraat

  • Is deel van
    Tervuren


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Moorsel [online], https://id.erfgoed.net/themas/16777 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.