Geografisch thema

Poppel

ID
14606
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14606

Beschrijving

Grensgemeente in de Antwerpse Noorderkempen, ten noorden grenzend aan Goirle, ten westen aan Alphen en Riel, ten oosten aan Hilvarenbeek, alle in Nederland, en ten zuiden aan Weelde. Sedert 1/1/1977 deelgemeente van Ravels. Oppervlakte: 3164 hectare. Inwoners: 3596 (31 december 2002).

Landelijke doch residentiële woongemeente met forenzenkarakter ingevolge massale inwijking, voornamelijk vanuit Nederland.

Vlak landschap van 31 meter in het oosten tot 21 meter in het noordwesten; van de zuidwestelijke tot de noordoostelijke hoek doorsneden door de Aa, in het westen door het stroomgebied van de Ley, die hier de grens met Nederland vormt. Van de heidevlakten die Poppel eertijds omgordden bleven alleen de toponiemen bewaard. Landschappelijk zijn ze door bossen en landbouwgrond vervangen: op de Molen-, Aarle-, Tulderse en Klotkuilheide en het Tulderbos door gemengde boscomplexen (20 procent van de totale oppervlakte), op de Overbroekheide door grote akkerkavels en op de Kermisheide door weiland. Thans primeert er de bio-industrie. In de zuidoostelijke hoek van de gemeente ligt het bosrijke landgoed De Schrieken.

De plaatsnaam verwijst naar "Pope" in de betekenis van vlinder of "popel" in de betekenis van populier en "lo" in de betekenis van bos.

De vroegste sporen van menselijke bewoning in Poppel voeren ons naar de jagers en verzamelaars uit de Tjongercultuur, zo’n 10.000 jaar voor Christus. Werktuigen uit het Mesolithicum zoals kleine pijlpunten, schrabbers, messen werden onder meer gevonden te Hulsel, De Meerkens, Tulderheyde, Dijk, Heesdijk, Bedaf. Circa 3000 voor Christus ontstonden de eerste min of meer permanent bewoonde plekken. Uit het Neolithicum bleven enkele stenen bijlen bewaard; te Hulsel en bij de Schrieken werden grafurnen uit het bronstijdperk aangetroffen. De Franken, die de basis legden voor het middeleeuwse Poppel, vestigden zich in Aarle, Maarle, Dijk, Trier, Hulsel en Look.

Evenals Weelde was Poppel in de late 13de eeuw een domeingoed van de hertog van Brabant. Sommige gunstelingen zoals Jan De Bie en afstammelingen, de familie Bac of de familie Wijtfliet werden er met heerlijke rechten beleend. Onder Jan I (1268-1294) kwam de vrijheid Weelde -waartoe ook Poppel en Ravels behoorden- tot stand, ressorterend onder het kwartier Oisterwijk in het district 's Hertogenbosch. In 1347 werd Weelde, samen met negen omliggende dorpen als zogenaamd "Land van Turnhout" onder het kwartier Turnhout in het district Antwerpen ingedeeld. Vanaf die tijd had Weelde ook een schepenbank die recht sprak volgens de costumen van Antwerpen. Later hebben zowel Ravels als Poppel zich hieruit losgemaakt. In 1649 stond de Spaanse koning Filips IV het Land van Turnhout af aan Amalia van Solms, weduwe van Frederik Hendrik, prins van Oranje. Op 29 oktober van hetzelfde jaar schonk zij Weelde en Ravels aan Jan de Knuyt, maar Poppel hield ze in haar persoonlijk bezit. Op 18 februari 1655 was de scheiding definitief; Poppel mocht evenwel de eerder toegestane schepenbank behouden.

In de Franse tijd ingedeeld in het departement van de Twee Neten, kwam Poppel in 1815 onder het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In die periode voltrok zich de laatste fase van de scheiding tussen Ravels, Weelde en Poppel met de verdeling in 1822 van de gemeentegronden van Poppel en Weelde. De bestuurlijke indeling ingevoerd door de Fransen werd in het jonge België grotendeels behouden. Het departement van de Twee Neten werd de huidige provincie Antwerpen.

Dat Poppel oorspronkelijk tot het patrimonium van de abdij van Echternach behoorde, als schenking van een Frankische heer aan Sint-Willibrordus of één van zijn opvolgers, wordt door sommige auteurs in vraag gesteld. De bijzondere verering voor deze heilige, de eeuwenoude bedevaart en de aanwezigheid van een Willibrordusputje onder de sacristie van de parochiekerk zouden hier evenwel kunnen op wijzen. Ook de keuze van Sint-Valentinus als patroonheilige zou pleiten voor een relatie met Willibrordus, daar Angelsaksische geloofspredikers de verering voor deze Romeinse martelaar in Brabant hebben ingevoerd. Bij gebrek aan archiefmateriaal kan het correcte stichtingsverhaal echter (nog) niet worden achterhaald.

De eerste maal dat de kerk van Poppel in de archieven opduikt, met name in een geschreven document van 1211, is ze samen met de parochie van Ravels in het bezit van het Sint-Servaaskapittel in Maastricht. Vermoedelijk als eigen kerk door een plaatselijke heer opgericht en onder invloed van de Gregoriaanse hervorming overgedragen aan voornoemd kapittel, deed Hendrik, proost van het Sint-Servaaskapittel op 29 april 1211 afstand van de kerk van Poppel en haar appendix Ravels ten voordele van de abdij van Tongerlo. Deze situatie bleef voortbestaan tot het einde van het ancien régime. Na de inlijving bij Frankrijk in 1795 trokken de inwoners van Poppel naar het Nederlandse Bedaf om daar in een schuurkerk hun kerkdiensten te houden. Vanaf begin 15de eeuw tot 1823 was de pastoor van Poppel steeds een norbertijn van Tongerlo.

Vóór de oprichting van de nieuwe bisdommen in de Nederlanden behoorde Poppel tot het prinsbisdom Luik, ressorterend onder het dekenaat Hilvarenbeek. In 1559 werd het bij het bisdom 's Hertogenbosch ingelijfd, nog steeds onder de dekenij Hilvarenbeek. Waarschijnlijk dateert de scheiding van Poppel en Ravels van toen, daar in 1559 de eerste parochie werd toegewezen aan het bisdom De Bosch, de tweede aan Antwerpen. Na de verovering door de staatse troepen, in 1629, werd Den Bosch omgevormd tot apostolisch vicariaat. Het Oostenrijks deel van dit vicariaat, met name het dekenaat Geel en de Hilvarenbeekse parochies Arendonk en Poppel, werd in 1731 afgezonderd en onder een apostolische vicaris geplaatst; tot 1759 was dit de aartsbisschop van Mechelen, later de bisschop van Antwerpen. In 1802 werd het bisdom Antwerpen opgeheven en samen met het thans Belgische deel van het vroegere bisdom Den Bosch (dus ook Poppel) bij het aartsbisdom Mechelen gevoegd. Vanaf 1837 ressorteerde Poppel onder het dekenaat Turnhout. In 1962 werd het bisdom Antwerpen terug opgericht. Sedert 1978 behoort Poppel tot de nieuwe dekenij Arendonk.

Van 1643 tot 1722 hadden de inwoners van Hilvarenbeek een schuurkerk op Rovert, ongeveer op de plaats van de huidige kapel (Beekseweg). Voor de inwoners van Tilburg en Goirle werden twee schuurkerken opgericht op Steenvoort (zie Nieuwkerk). Vroeger had ieder gehucht ook zijn eigen veldkapel. Verschillende Mariakapellen, opgericht in 1932 en opgevat als witgeschilderde, bakstenen pijlers met Onze-Lieve-Vrouwebeeldje in beeldnis en pannen ezelsrug, bleven bewaard: te Aarle, Aarledijk, Hulsel, Maarle, Mierdsedijk, Steenweg Baarle en Steenweg Weelde (305); de kapelletjes van Overbroek, Tilburgseweg alsook één in Hulsel zijn inmiddels verdwenen. Het Mariakapelletje op de Kleine Vond werd opgericht in 1935 naar aanleiding van het tienjarig bestaan van de Boerinnenbond.

Vermoedelijk was Poppel circa 800 een Karolingisch domein met vroonhof en tenures. Door de ontginningen, op ruime schaal uitgevoerd tussen de 11de en de 13de eeuw, gingen vele grootgrondbezitters hun nederzettingen en gronden verkopen of verpachten, onder meer aan de abdijen van Tongerlo, Averbode, Postel of als "vroenten" aan de gemeenten; dit gebeurde ook in Poppel en Weelde, waar op Steenvoort, Tulder en in de Krommendijk abdijhoeven verrezen en waar Jan III in 1331 grote stukken woeste gronden aan beide dorpen verkocht. Nog tijdens het Hollands bewind in gemeenschappelijk bezit, werden ze in 1822 door een landmeter van het kadaster in twee verdeeld, zodat elk dorp zijn eigen gemeentegronden kreeg.

Wat de nederzettingsstructuur van Poppel tijdens het ancien régime betreft bestonden er naast de eigenlijke dorpskern drie grotere gehuchten, met name Aarle, Maarle en Overbroek (Hulsel). De bewoonde kernen waren omringd met akkers, de beemden paalden aan de boorden van Aa en Ley. Op de akkers werd voornamelijk rogge en boekweit geteeld, later ook veevoeders en aardappelen.

Naast de agrarische bedrijvigheid genoot ook de lakenweverij in de vrijheid Weelde een zekere vermaardheid en met de opgang in de 19de eeuw van de Goirlese textielindustrie werden Poppelse gezinnen als thuiswevers ingeschakeld. In de 18de eeuw was er een steenfabriek op Overbroek. Ook de transportsector kende een zekere bloei.

Midden 19de eeuw kwam er een verschuiving in de agrarische structuur. De veeteelt die tot dan toe steeds in dienst had gestaan van de landbouw werd circa 1850 zelfstandig. De boeren hielden geen vee meer voor de mestproductie, wel voor de vlees- en zuivelproductie. De ordonnantie van 1772, uitgevaardigd door Maria-Theresia om de ontginning van de heide te bevorderen, bleef in Weelde en Poppel aanvankelijk dode letter. Pas vanaf circa 1850 werden uitgestrekte oppervlakten gemeentegrond verkocht en ontgonnen en kwamen grote landgoederen zoals De Schrieken (Misonne), de Kapelhoef (Orban, Verbeeck) of de Pannenhoef (Verhaegen, Verbeeck) tot stand. Tijdens het interbellum werd de landbouw gemoderniseerd onder invloed van de Boerenbond die in 1925 de Sint-Isidorushoeve oprichtte.

De langdurige stagnatie van de Poppelse economie weerspiegelt zich in de armoedige sociale toestanden en de trage bevolkingsaangroei. Eind 14de eeuw telde Poppel circa 525 inwoners, eind 17de eeuw circa 600, in 1784: 758, in 1910: 941, in 1961: 2090.

Haar grenspositie speelde de gemeente menigmaal parten. In de periode 1573-1590 was Poppel het slachtoffer van acties van het staatse leger. De vele oorlogen in de 17de en de 18de eeuw teisterden het dorp. De inval van de Fransen in 1794 bracht Poppel aan de rand van de hongersnood en het faillissement. Bij de Belgische omwenteling in 1830 leed het aanzienlijke schade door de plunderende Hollandse troepen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden Poppel, Weelde en Ravels, evenals het oostelijk deel van Arendonk door een elektrische draadversperring van de rest van het land afgesneden. Bij het begin van de Tweede Wereldoorlog, op 10 mei 1940 werd de omgeving van de grensovergang Poppel-Goirle gebombardeerd en op 11 mei 1940 het centrum van het dorp; bij de aftocht in oktober 1944 werd het dorp andermaal beschoten: de torenspits sneuvelde, dertig woningen werden totaal vernield en twintig zwaar geteisterd.

Na de vrede van Munster (1648) werd Poppel een grensgemeente met tolkantoor in het Dorp. De vestiging van een tolgaarder in Poppel was niet zo vreemd gezien het belang van de verbinding Poppel-Rovert-Hilvarenbeek als deel van de handelsroute Turnhout-’s Hertogenbosch. Het oude wegennet zoals het voorkomt op de Ferrariskaart (circa 1775) bleef tot midden 19de eeuw vrijwel ongewijzigd. De aanleg van de weg Poppel-Goirle richting Tilburg dateert van 1853-54. In 1903-1905 werd het nieuwe gemeentehuis gebouwd en in dezelfde periode de melkerij Sint-Willibrordus opgericht (tegenover de pastorie); in 1912 kwam er een eigen postkantoor, vanaf 1920 was er elektriciteit en in 1929 verschenen de eerste geplaveide voetpaden in het Dorp. De tramlijn Turnhout-Poppel, aangelegd in 1906, werd in 1909 via Esbeek, Hilvarenbeek en Goirle doorgetrokken naar Tilburg en in 1948 afgeschaft; in 1950 werden de rails opgebroken. De verbinding met Esbeek was reeds in 1935 voor personen en in 1936 voor goederen afgesloten. Verkavelingen, massale inwijking, verkeersexplosie, ruilverkavelingen, de aanleg van een industrieterrein en een camping hebben de laatste decennia het karakter van Poppel grondig gewijzigd. De vele nieuwe wijken zijn hiervan het levend bewijs.

  • DE KOK H., Gids voor het oude Turnhout en omgeving, Dl. 2, De omliggende gemeenten, Antwerpen-Amsterdam, 1980, 183-199.
  • DIRIKEN P., Toeristisch-recreatieve atlas van Antwerpen. De Kempen. Geogids Noorderkempen-Oost, Kortessem, 1997, 89-94.
  • S.N., Zoals ze waren… Oude Prentkaarten over Ravels, Weelde en Poppel, [Ravels], 1979.
  • VERMEEREN M., Poppel Toen en Nu, 4 dln.,[Oud-Turnhout], 1997.

Bron: DE SADELEER S. & PLOMTEUX G. 2004: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Arendonk, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n6, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Poppel [online], https://id.erfgoed.net/themas/14606 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.