Sedert 1977 zuidwestelijke deelgemeente van Kasterlee, ten noorden van Geel en Olen, ten oosten van Herentals en Lille (Poederlee), ten zuiden van Tielen en ten westen van Kasterlee. Oppervlakte: 2.497 hectare. Inwoners op 32/12/2000: 5.938.

Landelijk woondorp aan de Kleine Nete doorsneden door een heuvel- en landduinenrug met de Hoge Berg (35 meter). Bekend voor dagtoerisme en als vakantie-oord met het pretpark Bobbejaanland (30 hectare), het recreatiedomein Ark van Noë (5 hectare), het internationaal jeugdcentrum De Hoge Rielen, oorspronkelijk een militair domein (zie gemeente-inleiding Tielen) en de vogelreservaten Snepkensvijver (19,5 hectare) met moeras- en natte heidevegetatie en Zegge (45 hectare), een laagveenmoeras. Beschermde landschappen zijn Snepkensvijver en omgeving (zie Herentals), het Zwarte Ven, de Grote Heide, de Lange Bergen, Bergen en Goorakkers (zie Kasterlee). Centrum sinds midden 19de eeuw aan het knooppunt van de wegen naar Tielen, Poederlee, Herentals en Kasterlee, eertijds even ten noordoosten gesitueerd aan de Plaats, mogelijk teruggaand op een vroegmiddeleeuws dorpsplein.

Gallo-Romeinse vondsten wijzend op een vroege bewoning. Bezit van de Berthouts van Geel die in 1268 de tienden verkochten aan het Sint-Gummaruskapittel van Lier. Dit kapittel verkreeg in 1405 eveneens de patronaatsrechten van Antoon van Bourgondië. Heerlijkheid Lichtaart achtereenvolgens in het bezit van de heren van Rotselaar, Cornelis van Bergen (1527), de familie Croy, het geslacht van Arenberg, de families Proost (afhankelijk van de bron: 1663 of 1668), de Pret (1716) en Van de Werve (1755). Gemeente met natuurgebieden, verspreide sporen van vroegere landbouwactiviteit en heterogene 20ste-eeuwse bebouwing. In zuidwestelijk bosgebied "Hofke van Bayot" een gedenkteken voor een daar in 1914 gesneuvelde Waalse soldaat.