Geografisch thema

Grobbendonk

ID
14412
URI
https://id.erfgoed.net/themas/14412

Beschrijving

Landelijke nijverheidsgemeente aan de samenvloeiing van de Kleine Nete en de Aa, in het zuiden doorsneden door het Albertkanaal en de autosnelweg E 313; in het zuidoosten door de spoorlijn Antwerpen-Herentals. Oppervlakte: 2.193 hectare. Inwoners op 31/12/2000: 7.199.

Reeds van in de middeleeuwen kwamen in Grobbendonk regelmatig toevallige, archeologische vondsten aan het licht; toch is de gemeente niet echt rijk aan prehistorische vindplaatsen: met uitzondering van een Bronstijdgrafveld (1000-700 voor Christus) op de Scheidhaag (dertig tot veertig urnen noord-zuid-georiënteerd), beperken de archeologica zich tot geïsoleerde vondsten (silexvoorwerpen als pijlpunten, schrapers, lemmers, een bijl, een deel van een dolk...) op diverse plaatsen (Floris Primsstraat, Zandstraat en Bevrijdingsstraat), waardoor het zeer moeilijk is om definitieve conclusies te trekken over de aard en de omvang van lokale prehistorische nederzettingen. Deze vondsten getuigen echter wel van een continuïteit in de bewoning.

Daarentegen wijzen talrijke oudheidkundige vondsten uit de Romeinse en de Merovingische periode op het toenmalige belang van de gemeente: in de jaren 1970 werd een uitgebreide archeologische campagne opgezet met als doel de Gallo-Romeinse nederzetting op het Hoogveld, gelegen ten noorden van het centrum, te onderzoeken: een indrukwekkende geürbaniseerde agglomeratie met tempels en publieke baden, die haar hoogtepunt kende in de tweede eeuw. Een vicus met tempelcomplex in het noorden en een ambachtelijke zone in het oosten, werd ingeplant op een reeds eeuwen bewoond en in cultuur gebracht terrein, 12 tot 20 hectare, tussen de huidige Vorselaarse baan en de Steenbergstraat. Door recente urbanisatie, onder meer de aanleg van de Wijngaard- en de Hoogveldstraat circa 1965, is echter een deel van de vicus voor verder onderzoek verloren. Deze vicus had waarschijnlijk de functie van administratief, economisch en religieus centrum van de omgeving; verval in de derde eeuw en naderhand mogelijk ingepalmd door een kleine, Frankische landbouwgemeenschap, waarvan de aanwezigheid alhier wordt bevestigd door de ontdekking van twee Merovingische grafvelden (onder het kapelletje van Boshoven, ter plaatse van het oude kerkje van Ouwen, zie Kapelstraat, en tussen de Floris Primsstraat en de Leopoldstraat).

In de middeleeuwen maakte de heerlijkheid Grobbendonk deel uit van de meierij Zandhoven in het markgraafschap Antwerpen. Tot de 18de eeuw wordt de gemeente onder meer geciteerd onder de benaming Ouden, Uden, Ouwen..., vermoedelijk in de betekenis van een oude nederzetting aan een bos of een woud. De bakermat van deze nederzetting was gelegen in het huidige gehucht Boshoven in het noorden van de gemeente. Bij de oprichting van de eerste stenen kerk van Ouwen (romaanse stijl) in de 11de, 12de eeuw aan het Kerkeveld, werden de inmiddels vervallen, Gallo-Romeinse vicusgebouwen als steengroeve gebruikt. Dat dit kerkje zich bevond ter plaatse van vroegere houten kerkjes (opklimmend tot eind 8ste- begin 9de eeuw) en boven een Merovingisch grafveld getuigt opnieuw van een continue bewoning. Op deze plaats bevindt zich thans het zogenaamde "Kapelletje van Boshoven".

De heerlijkheid kende in de loop der geschiedenis diverse eigenaars: onder meer het geslacht van Grobbendonk, van Wilre, van Crayenhem, de families Brant, van Jauche, van Mastaing en Schetz; het was Arnold of Aert van Crayenhem die in 1414 de priorij van Onze-Lieve-Vrouw-Ten-Troon stichtte, zie Troon nummers 24-24a. Vanaf 1726 tot het einde van het ancien régime eigendom van de familie d'Ursel. De schepenbank, die reeds bestond vóór 1397 was afhankelijk van Zandhoven.

De benaming Grobbendonk duikt pas op vanaf de 17de eeuw: grobbe betekent water of gracht, een donk daarentegen is een zandige verhevenheid in een moeras of een landtong omgeven door water; Grobbendonk past bijgevolg uitstekend als toponiem bij de plaats waar het oude kasteel van de heren van Grobbendonk zich bevond, zie Hofeinde nummers 20-22, nabij de samenvloeiing van de Aa en de Kleine Nete.

Landschappelijk verschilde het middeleeuwse Ouwen grondig van het hedendaagse Grobbendonk: ongeveer de helft van het grondgebied bestond uit heidelandschap, terwijl heide en moeras twee derde van het gebied ten zuiden van de Kleine Nete besloegen. Langs de Nete bevonden zich natuurlijke graslanden. Pas in de 19de eeuw zal het uitzicht grondig veranderen door de grootschalige aanplanting van dennen. Bovendien werd in 1843 gestart met de aanleg van het Kempisch Kanaal, de eerste grote verkeersas door het dorp. Het traject verliep onder meer via de huidige Vaartdijk, maar werd in 1942 gedempt.

Vanaf circa 1885 veroverde de diamantindustrie geleidelijk de Kempen vanuit Antwerpen: in Grobbendonk ontstonden drie fabrieken met afzonderlijke werkzalen voor de sorteerders, de klovers, de zagers en de slijpers. Grote machinekamers dreven enorme stoom-, gas- of elektrische motoren aan die de diamantbewerkingsmachines deden draaien. Deze industrie, die een enorme weerslag had op de plaatselijke sociale ontwikkeling kende haar hoogtepunt in 1918-1926; in de jaren 1926-1930 ging het echter minder goed zodat de fabrieken hun deuren sloten en de huisnijverheid een aanvang nam; heropbloei na de Tweede Wereldoorlog; ter herinnering hieraan werd in 1973 het diamantmuseum geopend, Oude Steenweg 13a. Van beeldbepalend maar vooral van groot economisch belang was de aanleg van het Albertkanaal in de jaren 1930 en de Boudewijnsnelweg in 1958. Door deze twee ingrepen werden een aantal industrieën naar Grobbendonk gebracht. Vanaf hier begint thans een lint van industrieterreinen doorheen de Kempen. De scheiding met Bouwel wordt er evenwel door benadrukt.

Het huidige uitzicht van Grobbendonk wordt gekenmerkt door grote contrasten: van zeer landelijk in het noorden met aansluitend enkele weekendzones, over een intens bebouwde centrale zone met zeer heterogene doch veelal vrij eenvoudige bebouwing, naar de industriezone langs het Albertkanaal en de parallel gelegen autosnelweg. De hoofdas van het wegennet wordt gevormd door de Netestraat - Boudewijnstraat - Bergstraat - Leopoldstraat. Ongeveer halverwege deze as bevindt zich het Astridplein, centrum van de gemeente. In het noordelijke deel nog enkele historische doch thans aangepaste of vernieuwde hoeven zoals de nog deels omgrachte "Eikeschranshoeve" modo "Ykelschrans" en de huidige "Welkomhoeve", eertijds "Te Boshoven". Nieuwe woonwijken situeren zich voornamelijk ten noordwesten van de dorpskom. Het zuidwesten van de gemeente omvat enkele straten met residentiële villa's aansluitend bij deze van de Bouwelse bergen, zie gemeente-inleiding Grobbendonk/Bouwel. Ten westen van het centrum bevindt zich een vrij uitgestrekt waterwinningsgebied van PIDPA, terwijl het deel ten zuidoosten wordt ingenomen door het militair domein, opgericht als Britse Basis in 1952 en voornamelijk bestaande uit loof- en naaldbossen, harmonisch afgewisseld met open graslanden, heide, moerassen en struwelen; aansluitend hierop in noordelijke richting, tussen het militair domein en de Aa, een nog vrij gaaf bewaard beemdenlandschap. Verder ten zuidoosten bevindt zich het "Goorkasteel" met vrij uitgestrekt arboretum.

  • GOETSCHALCKX P.J., De geschiedenis van Grobbendonk, Genootschap voor geschiedenis en volkskunde, Antwerpen, 1994.
  • S.N., Toeristische gids, Uitgave gemeentebestuur Grobbendonk, 1996.
  • VAN DIJCK G., Grobbendonk, het historisch verhaal van een kleine gemeenschap. Deel I: van de Steentijd tot de Late Middeleeuwen, Brecht, 1982.

Bron: KENNES H. & STEYAERT R. 2001: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Turnhout, Kanton Herentals, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 16n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Afspanning De Leeuw

  • Omvat
    Astridplein

  • Omvat
    Banmolen met molenaarswoning

  • Omvat
    Boerenwoning

  • Omvat
    Boudewijnstraat

  • Omvat
    Dorpswoning

  • Omvat
    Eisterleehoeve

  • Omvat
    Goorkasteel

  • Omvat
    Hoeve Het Schranshof

  • Omvat
    Hoeve Pullaardhoef

  • Omvat
    Hoeve ter Hulsdonck

  • Omvat
    Hoevecomplex

  • Omvat
    Hofke van Eisterlee

  • Omvat
    Kapel Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen

  • Omvat
    Kapel van Boshoven

  • Omvat
    Kapel van het rustoord Sint-Maria-Magdalena

  • Omvat
    Kapelletje van Eisterlee

  • Omvat
    Langgestrekte hoeve

  • Omvat
    Langgestrekte hoeve

  • Omvat
    Langgestrekte hoeve

  • Omvat
    Neoclassicistisch herenhuis

  • Omvat
    Neoclassicistisch herenhuis met beukenpark

  • Omvat
    Op enen gezette opgaande hulst

  • Omvat
    Pensionaat

  • Omvat
    Priorij Onze-Lieve-Vrouw Ten Troon

  • Omvat
    Reeks arbeiderswoningen

  • Omvat
    Saswachterswoning

  • Omvat
    Saswachterswoning en sluiskom

  • Omvat
    Schandpaal

  • Omvat
    Sluizenstelsel

  • Omvat
    Twee burgerhuizen

  • Omvat
    Twee dorpswoningen

  • Omvat
    Villa

  • Omvat
    Villa in nieuwe zakelijkheid

  • Omvat
    Villa Natuurvriendenhuis

  • Omvat
    Voorgebouw kasteel Grobbendonk

  • Omvat
    Vrijstaand burgerhuis

  • Omvat
    Vrijstaande eengezinswoning

  • Omvat
    Watertoren van 1961

  • Omvat
    Woonstalhuis

  • Is deel van
    Grobbendonk


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Grobbendonk [online], https://id.erfgoed.net/themas/14412 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.