Geografisch thema

Ranst

ID
13694
URI
https://id.erfgoed.net/themas/13694

Beschrijving

Voor de fusie 4342 inwoners (1976) en oppervlakte van 1023 hectare . Thans binnen de fusiegemeenten de meest Westelijk gelegen hoofdgemeente.

Bij uitzaveling op het gehucht "de Keer", ten Noorden van de gemeente, werden in 1958-1959 resten gevonden van drie Gallo-Romeinse waterputten uit de 4de en 5de eeuw. Op het zogenaamde "Ranstveld", op 900 m ten Zuid-Oosten van de kerk, ontdekte men in 1968 een urnenveld dat tussen 1973-1976 werd blootgelegd bij opgravingen door Antwerpse Vereniging voor Romeinse Archeologie (AVRA). In de tuinen van de Veldstraat vond men verscheidene graven uit circa 10de eeuw voor Christus tot begin ijzertijd. Het ontdekte aardewerk vertoont een typologische band met het gebied van de Boven-Rijnse Urnenveldencultuur.

Ranst wordt voor eerst vermeld in 1140. Het maakte deel uit van de meierij Zandhoven in het markgraafschap Antwerpen. Ranst, Berchem en het grootste gedeelte van Mortsel waren reeds in de 12de eeuw in het bezit van de familie Berthout, later genoemd Berchem en van Ranst. Voor 1186 werd te Ranst-Millegem de erfdeling doorgevoerd van het bezit van Arnould I van Berchem tussen de drie broers Arnoldus, Walter (of Willem of Wouter) en Nicolaas van Ranst. De gronden werden in drie loten verdeeld, wat een ontdubbeling van het allodiaal goed Ranst voor gevolg had, ten voordele van Arnoldus en Walter. Deze laatsten hadden dan elk de helft van de rechten.

Het gedeelte van Nicolaas, waaronder de heerlijkheid Quaetveken, werd ondergeschikt aan beiden. De twee afzonderlijke heerlijkheden hadden toch nog gemeenschappelijke raakpunten, want de vroegere gemeenschappelijke lenen werden niet verdeeld.

Eind 13de eeuw worden Arnoldus de List en Walterus de Beghen vermeld als heren van Ranst. De heerlijke rechten van de in 1312 vermelde heer van Ranst Arnoldus de Lyst (of List) zullen zich waarschijnlijk uitgestrekt hebben over het gebied dat vanaf 1410 als Zevenbergen bekend zal staan. Ranst moet op een bepaald ogenblik aan het feodaal hof van Brabant gekomen zijn want in 1351 deed Costin I van Berchem leenverhef voor een leengoed te Berchem en te Ranst namelijk Doggenhout.

In 1357 wordt melding gemaakt van twee heren namelijk Costin I van Berchem en Jean van Hesbeen, beiden ridders. Het leenverhef voor Zevenbergen gebeurde in 1461 en daardoor kwam ook de heerlijkheid Ranst id est de hoge gerechtigheid, toe aan de heer van Zevenbergen. In 1505 verkocht Filips de Schone de hoge en middelbare heerlijkheid van Ranst-Millegem aan Jan van Lyere (of Liere), heer van Doggenhout; terwijl de lage gerechtigheid in handen kwam van de heer van Zevenbergen. Hoge en middelbare heerlijkheid bleven in handen van de familie van Lyere, tot de goederen van Cornelius van Lyere in beslag genomen werden in 1544. In 1558 door Filips II verkocht aan Nicolaas Oudaert, heer van Doggenhout. Opgevolgd door Andreas van der Molen (1591) en Jeanne de Rovelasca (1610). De heer van Doggenhout had de hoge en middelbare gerechtigheid van Ranst-Millegem in handen terwijl de heer van Zevenbergen de lage gerechtigheid bezat. In 1630 bezat de heer van Doggenhout de hoge gerechtigheid en de heer van Zevenbergen de middelbare en lage. Hoge en middelbare gerechtigheid terug in handen van de heer van Doggenhout in 1639, terwijl de lage gerechtigheid uitgeoefend werd door beide heren.

Filip-Frans de Fourneau, heer van Doggenhout, kocht in 1643 definitief de hoge gerechtigheid van de hertogen van Brabant.

Kort na 1649 moeten volgens R. van Berchem, Doggenhout en Zevenbergen twee afzonderlijke heerlijkheden hebben gevormd en op een onbekend tijdstip verkreeg Zevenbergen toch de hoge gerechtigheid te Ranst-Millegem.

Door kerstening ontstond hier een eerste parochie Millegem, vermeld vanaf 1202. Ranst was eerst een gehucht dat onder de bescherming stond van kasteel Doggenhout (?). Het werd in 14de eeuw centrum van de heerlijkheid, gevolgd door oprichting van een kerk en een parochie. De parochie Ranst was afhankelijk van het aartsdiakonaat Antwerpen en bisdom Kamerijk. Maakte vanaf 1559 deel uit van het bisdom Antwerpen en dekenij Lier. Onder Hollands bewind bij aartsbisdom Mechelen en dekenij Herentals. Achtereenvolgens dekenij Lier (1837), Deurne (1873) en Zandhoven (1929).

Ranst bleef een landbouwgemeente met nagenoeg ontbrekende nijverheid. Specialisatie in tuinbouw en veeteelt ontstond door de stijgende vraag vanuit Antwerpen. Ontwikkelde zich de laatste jaren tot woonforensengemeente.

De gemeente wordt driemaal in Oost-West-richting doorsneden namelijk ten Noorden door de autosnelweg Antwerpen-Luik, in het centrum door de weg Antwerpen-Herentals (Kromstraat-Doggenhoutstraat en Broechemlei) en ten Zuiden door de (oude) Herentalsebaan die door het gehucht Millegem loopt.

Het centrum met de kastelen Doggenhout en Zevenbergen was oorspronkelijk gelegen aan de weg Antwerpen-Herentals, die na 1850 verlegd werd ten Zuiden van de dorpskern namelijk tussen Sint-Pancratiuskerk en kasteel Doggenhout. De weg Antwerpen-Herentals (huidige Kromstraat en Gasthuisstraat) liep vanaf de kerk van Ranst in Zuid-richting (huidige Lievevrouwestraat en Veldstraat) om de huidige Herentalsebaan te vervoegen en verder naar Broechem te lopen. De kastelen Doggenhout en Zevenbergen waren door dreven verbonden met deze baan en zodus ook met de dorpskern.

De Sint-Pancratiuskerk bevindt zich op een verhevenheid en de huidige dorpskern strekt zich vnl. uit ten Zuiden en Zuid-Oosten van de kerk met eenvoudige eengezinswoningen van een of twee bouwlagen onder zadeldaken, meestal uit de 20ste eeuw. Aangevuld met de wijk "Kleine Landeigendom" gelegen tussen de Broechemlei en de Molenstraat, van circa 1952-1956 naar ontwerp van Karel de Dijn.

Ten Noord-Westen, tussen kerk en kasteel Zevenbergen, recente wijk aangelegd vanaf 1965 met villa's, appartementsgebouwen (drie bouwlagen) en gegroepeerde eengezinswoningen. Het domein Zevenbergen bezit een belangrijk bosgebied ten Noorden en Noord-Oosten van het kasteel namelijk bos van Zevenbergen, Floerenbos en Muizenbos. Overige gronden in Noorden van de gemeente zijn landbouwgronden met meestal afgepaalde en omgrachte weiden. Hier bevinden zich ook een aantal belangrijke hoeven zoals zogenaamd "Drogenhof", "Gasthuishoeve", "Driepikkelhoeve" en andere.

In het Zuiden van de gemeente vinden we eveneens landbouwgronden en voornamelijk tuinbouwbedrijven. Tevens is hier ook het beboomde domein van het kasteel Doggenhout te situeren met recente wijk waarin villa's en gegroepeerde eengezinswoningen (vanaf circa 1950), aan de Westzijde van dit domein. Aan de Herentalsebaan in uiterste Zuiden van de gemeente, bebouwing met voornamelijk alleenstaande eengezinswoningen uit het derde kwart van de 20ste eeuw en enkele kleine hoeven. Ten Noorden en Oosten van Millegem-kerk (aan grens met Vremde) eenvoudige landelijke woningen uit de 19de en 20ste eeuw.

  • Archeologie, zesmaandelijkse kroniek uitgegeven door het Nationaal Centrum voor Oudheidkundige Navorsingen in België, Brussel, 1972-1, 12-13; 1973-2, 68; 1974-2, 71-72; 1975-2, 70; 1976-2, 64-66
  • BLOMMAERT V., Bouwkundige monumenten in het natuurpark der beide Neten, in Natuur- en Stedenschoon. Tijdschrift van de Koninklijke Vereniging voor natuur- en stedenschoon, Antwerpen, jaargang XLII, nummer 6, nov.dec. 1969, 3-21.
  • DE LATTIN A., Omzwervingen in de provincie Antwerpen. Het labeurgewest bezuiden Antwerpen tot aan de Nete,, onuitgegeven, 1953, 70-73.
  • LAUWERS F. & VAN IMPE L., Het urnenveld op het Ranstveld te Ranst, in Archeologie Belgica 229, Brussel, 1980.
  • PROOST J., Belangrijke historsche ontdekking te Ranst, in Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, Borgerhout jaargang VI, nummer 4, 1958, 19-21.
  • PROOST J., Nog oudheidkundige ontdekkingen te Ranst, in Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, Borgerhout, jaargang VII, nummer 2, 1959, 32-33.
  • PROOST J., Ranst en zijn gehucht Millegem, in Heemkundig handboekje voor de Antwerpse randgemeenten, Borgerhout, jaargang VI, nummer 1, 1958.
  • ROELANTS J., Santhoven met omgeving van gister, nu en morgen, Brecht, 1934.
  • SCHOBBENS J., Les environs d'Anvers I. 65 promenades pedestres dans un rayon de 10 kilometres à partir de l'hôtel de ville, Brussel [1930], 266-273.
  • SPRINGAEL G., Historische herinneringen over Wommelghem en omstreken, deel II, Antwerpen, 1897, 65-118.
  • VAN BERCHEM R., La serre et seigneurie de Ranst en Brabant. Morcellements et féodalisation, Genève, 1971.
  • VAN BERCHEM R., Les premiers seigneurs de Berchem, - in De Schakel, Antwerpsche kring voor familiekunde, jaargang IV, Antwerpen, nummer 4, 1949, 109-127; jaargang V, Antwerpen nummer 1, 1950, 2-32.

Bron: PLOMTEUX G., STEYAERT R. & WYLLEMAN L. 1985: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 10n2 (Ho-Ra), Brussel - Gent.
Auteurs: Wylleman, Linda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Ranst [online], https://id.erfgoed.net/themas/13694 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.