Geografisch thema

Kraainem

ID
13284
URI
https://id.erfgoed.net/themas/13284

Beschrijving

Algemene situering

De Vlaams-Brabantse faciliteitengemeente Kraainem, arrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, ligt ten oosten van Brussel, grenzend aan het Brussels Hoofdstedelijk gewest. Ten westen liggen de Brusselse gemeentes Sint-Lambrechts-Woluwe en Sint-Pieters-Woluwe, ten oosten Sterrebeek en Wezembeek-Oppem, ten zuiden Tervuren en ten noorden Zaventem. De oppervlakte van Kraainem bedraagt 584 hectare, en op 1 januari 2008 was het inwonersaantal 13.095. Kraainem heeft 2 parochies: de Sint-Pancratiusparochie in Hoog-Kraainem, en sinds 1968 de Sint-Dominicusparochie in het Park van Kraainem. Stokkel wordt bediend door de Onze-Lieve-Vrouwkerk van Stokkel, gelegen op grondgebied Sint-Pieters-Woluwe (Henri Vandermalenstraat 25). Kraainem heeft geen deelgemeentes.

Kraainem heeft een langgerekte noord-zuid oriëntatie, met breder uitlopende uiteinden. Centraal is de gemeente echter slechts ongeveer 160 meter breed, zodat het grondgebied grosso modo een zandlopervorm heeft.

De gemeente kende lange tijd drie bewoningskernen: In het noordoosten Hoog-Kraainem rond de kerk en kasteel, met gemeentepark beschermd als landschap; in het noordwesten Laag-Kraainem aan de samenvloeiing van de Kleine Maalbeek en de Woluwe met dichte rijbebouwing; in het midden van de gemeente ligt het sterk verstedelijkte Stokkel, dat in feite voor het grootste deel op grondgebied Sint-Pieters-Woluwe ligt. Het noordelijk gedeelte van Kraainem is van oudsher landbouwgebied, een functie die slechts gedeeltelijk bewaard is gebleven. Ten zuiden van Stokkel was er tot ver in de 20ste eeuw amper bebouwing, dit gebied was volledig bebost (uitloper van het Zoniënwoud). Vanaf het interbellum, en vooral na de Tweede Wereldoorlog, werd het gebied ontsloten en omgevormd tot één groot villagebied (Park van Kraainem). Slechts enkele kleinere stukken zijn nog bebost.

In het noorden wordt Laag-Kraainem van oost naar west doorsneden door de E40 en ten dele ingepalmd door het op- en afrittencomplex Kraainem (dat de samenvloeiing tussen de Kleine Maalbeek en de Woluwe verbergt) en in het westen loopt (van noord naar zuid) de ring van Brussel deels over Kraainems grondgebied. Centraal loopt de Wezembeeklaan, die Wezembeek en Brussel verbindt, en iets ten zuiden ervan ligt de tramlijn naar Tervuren.

Kraainem kent een golvend reliëf, stijgend van noord naar zuid. In het noorden ligt de Maalbeekvallei (diepste punt iets lager dan 40 meter) mee aan de oorsprong van Kraainem. Hoog-Kraainem ligt op 45.8 meter hoogte (dorpel van de kerk), en het reliëf stijgt verder tot de Potaerdeberg net ten noorden van Stokkel, 77 meter hoog. Verder zuidwaarts krijgen we heuvels van 100, 107,5 en ten zuidoosten van de Ring rond Brussel (in een dal gelegen) een heuvelrug van zelfs 120 meter hoog.

De gemeente maakt deel uit van het land van de Woluwe, een zijrivier van de Zenne. Men vindt er voornamelijk droge leembodems, hier en daar zandleem tot lemig zand, en in de vallei van de Kleine Maalbeek in het noorden natte leembodems. Deze rivier is een samenvloeiing van de Sterrebeek en de Wezembeek, doorloopt noord-Kraainem van oost naar west, en vloeit in Laag-Kraainem samen met de zuid-noord stromende Woluwe. De Kleine Maalbeek stroomt in een smalle en steile vallei met beemden, terwijl de Woluwe een veel bredere vallei heeft. De samenvloeiing van beide rivieren vormde lang een overstromingsgevoelig gebied. Op de Ferrariskaart zijn er nog vele vijvers langs de Maalbeek ingetekend, op de Vandermaelenkaart zijn dit nog slechts enkele broeken en vijvers.

Historische inleiding

Wegennet

De oudste en belangrijkste wegen in Kraainem liepen allen ruwweg van oost naar west. De Keulse Baan, de meest noordelijke weg op het grondgebied van Kraainem, is een weg ontstaan ten tijde van de Romeinen, en liep zoals de naam zegt naar Keulen. Haar loop komt overeen met de Oude Baan, die richting oost verdwenen is door de aanleg van de verkeerswisselaar E40/R0, maar in Zaventem verder loopt als Oude Keulsebaan, parallel aan de E40. Verder vormen de Jozef Van Hovestraat en de Lijsterbessenbomenlaan, met aansluitend de Arthur Dezangrélaan en Alfons Lenaertsstraat elementen van het oudste stratenpatroon van Kraainem. In Stokkel tenslotte is de Potaardestraat sinds eeuwen de belangrijkste weg.

Stokkel en Kraainem kenden lange tijd een erg slechte verbinding, hetgeen zelfs nog perfect afleesbaar is op de topografische kaart van 1931. Er waren wel twee verbindingswegen, maar deze waren een groot deel van het jaar amper begaanbaar. De eerste vertrok in Hoog-Kraainem, tegenover de ingang van het Hof van Kraainem (Kasteel Jourdain). Deze straat bestond uit de Stokkelstraat, Langestraat en de Jules Adantstraat (vroeger ook Langestraat). Haar belang werd beperkt geacht, vermits ze pas na de Tweede Wereldoorlog verhard werd. Een tweede verbinding vertrok in Laag-Kraainem, en liep via de huidige Jozef Van Hovestraat, Bosstraat, Honnekinberg (vroeger Bosstraat), Grensstraat (vroeger eveneens Bosstraat), Geluksdreef (vroeger Bosstraat, grondgebied Sint-Pieters-Woluwe) en een stukje Langestraat tot aan de Potaardestraat. Vervolgens ging ze over in de Hofweg (Frans Vander Elststraat) die naar het bos liep. Deze wegen werden pas in de 20ste eeuw verhard, sommige delen zelfs na de Tweede Wereldoorlog.

Voor het overige waren er in Kraainem voornamelijk veldwegen van plaatselijk belang, die de grote velden omsloten (Kruisveld, Cammeveld, Groeneveld, Capelleveld, Kerkveld, Eselveld, Pikdorenveld…), een indeling die nog perfect leesbaar is op de primitieve kadasterplannen.

In het zuidelijke, beboste deel van Kraainem, lagen voornamelijk privé- en ontginningswegen. Een belangrijke weg was de Gouvernementsdreef die al op een kaart van 1659 afgebeeld zou zijn en op de Ferrariskaart Route de l’Abbé genoemd wordt. Ze liep naar Tervuren, en had een aftakking naar het nu verdwenen "Chateau de Charles", ongeveer ter hoogte van de Stijn Streuvelslaan gelegen, net wel of net niet in Kraainem. Van hieruit liep de (nog bestaande) Hoogvorstweg naar Tervuren.

Vroegste geschiedenis

Over de vroegste geschiedenis van Kraainem is erg weinig geweten. In het zuidelijke deel van Kraainem zijn enkele verspreide lithische artefacten aangetroffen (oppervlaktevondsten). Bij de aanleg van de Baron Albert d'Huartlaan werd in 1928, op de grens met Sint-Pieters-Woluwe, een concentratie van lithische artefacten ontdekt. Deze vondsten dateren uit het meso– en neolithicum. Volgens één bron bevond zich een Romeinse villa op de plaats van het huidige gemeentehuis, en bij de samenvloeiing van de Maalbeek en de Woluwe zouden er op het einde van de 18de eeuw Romeinse artefacten aangetroffen zijn. Geen van beide stellingen kon echter bevestigd worden.

De eerste vermeldingen vinden we als Villa Crainham, Craienhem, Crainem, in 1003; Crayenham, Crahen in 1040, Crainhem in 1339. In oorkonden van 1003, 1019-1030 en 1040 is er sprake van een kerk: crainham villa cum ecclesia.

Ontstaan en ontwikkeling Hoog-Kraainem tot de 19de eeuw

Hoog-Kraainem ontwikkelde zich aan het belangrijk kruispunt van de weg naar Wezembeek (Arthur Dezangrélaan) en de weg naar Zaventem (Steenweg op Zaventem), op de flank van een heuvelrug van de Maalbeek.

De parochie Kraainem (Hoog-Kraainem) is mogelijk ontstaan uit een Frankisch hof, de naam kan immers geïnterpreteerd worden als een heim-toponiem verbonden aan een Frankische familienaam. De kern van de parochie werd gevormd door de burchtkern (met kerk) en de hofkern (nu Kasteel Jourdain), met er rond enkele huizen. Kraainem komt in die zin dus overeen met het klassieke type van de ’hofparochie'. Het ontstaan van de domeinparochie ligt waarschijnlijk ten tijde van de grote verbreiding van de villae-kerken in de 1ste helft van de 9de eeuw. De ontwikkeling van Hoog-Kraainem bleef tot diep in de 19de eeuw beperkt tot deze kern. De voornaamste woonkern situeerde zich te Laag-Kraainem.

In Karolingisch tijdperk bezat de Sint-Baafsabdij van Gent de hele noordelijke helft van Kraainem; zijnde de "villa" (hofkern), de kerk, en een domein van 30 mansi of 360 bunder. De huidige gemeentegrenzen komen mogelijk nog grotendeels overeen met dit gebied. Het feit dat de kerk van Kraainem Sint-Pancratius als patroonheilige heeft, een heilige die in deze streek weinig voorkomt, vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in deze link met Gent, waar het wel een populaire heilige was.

Vóór 974 eigenden de Graven van Vlaanderen zich echter het gebied toe. In 1090 hoorde Kraainem toe aan de Heren van Kraainem, Lambertus en Walterus de Crainhem, dienaars van de Hertogen van Brabant. Zij waren hoofd van het voormalige Sint-Baafsgebied van Kraainem, en van het gebied van de abdij van Nijvel in Zaventem, Sterrebeek en Nossegem. De kerk bevond zich in een versterking, ernaast lag een hoeve. Vrij laat in de 12de eeuw vermaakten de heren hun aandeel (behalve de kerk) aan de abdij van Affligem, toen één van hen monnik werd te Affligem. In 1397 werd Kraainem verkocht aan de familie Boote, het kasteel bestond toen al niet meer. In de 17de en 18de eeuw behoorde de heerlijkheid toe aan de familie Hinnisdael. In 1706-1709 werd de Steenweg Leuven-Brussel aangelegd, even ten noorden van de Keulse Baan, waardoor deze laatste – en dus ook Kraainem – sterk aan belang inboette.

Op de Ferrariskaart (1771-1778) is de eeuwenoude tweedeling van Hoog-Kraainem nog duidelijk zichtbaar : ten westen de kerk, teruggaande op de burchtkern, en ten oosten een hoevecomplex, de hofkern. Voor de rest bestond de bebouwing uit slechts enkele woningen.

Ter gelegenheid van de verkoop van Kraainem aan de familie Boote werd een beschrijving opgemaakt in 1397, waarin van de burcht al geen sprake meer was, enkel de fossa castri (grachten van de versterking) worden vermeld. De burchtkern en hofkern worden samen als het hof te Crayenhem beschreven. Ook wordt de watermolen aan de Kleine Maalbeek, ten noorden, vermeld als zijnde een dubbele watermolen onder één dak.

Hoe de burcht er oorspronkelijk uitgezien heeft is niet te achterhalen. Op de Ferrariskaart (1771-1778) zijn mogelijk de restanten van een dubbele gracht (8-vormig) zichtbaar ten westen van de kerk. Op de kadastrale kaart van Vandermaelen (1836) zijn deze nog af te lezen in de perceelsvorm. Tegenwoordig is hiervan in de perceelsstructuur niets terug te vinden.

De hofkern bestaat op de Ferrariskaart uit een hoeve samengesteld uit losstaande bestanddelen, en ten noordwesten ervan enkele bijgebouwen. Het geheel wordt omringd door enkele omhaagde percelen. Op de Vandermaelenkaart is de hoeve omgevormd tot een gesloten geheel rondom een onregelmatig gevormd erf, met ingang in de zuidoostelijke hoek.

Hoog-Kraainem bleef een erg klein dorp tot in de 19de eeuw. Een telling in 1830 vermeldt 15 huizen (waarvan enkele grote boerderijen), en op de Poppkaart (1842-1879) ziet Hoog-Kraainem er nog grotendeels hetzelfde uit als op de Ferrariskaart (1771-1777). Enkel ten oosten van (en vlakbij) de kerk is een vierkantshoeve verschenen.

Ontstaan en ontwikkeling Laag-Kraainem tot de 19de eeuw

Op de Ferrariskaart is duidelijk zichtbaar dat Laag-Kraainem dichter bebouwd was dan Hoog-Kraainem, dat nochtans een belangrijker centrum was door de aanwezigheid van de kerk en van de hofkern. Laag-Kraainem dankte haar belang aan de samenloop van de Maalbeek (een samenvloeiing van de Sterrebeek en de Wezembeek) in de Woluwe, en de overgang van de Keulse baan over deze rivieren (nu verborgen onder het viaduct van de E40). De woonkern ontwikkelde zich als agglomeratie, volledig in functie van deze rivierovergang. Rond 1427 werd hier een Sint-Antoniuskapel met aangehechte kapelanij opgericht, toe te schrijven aan het drukke verkeer dat hier plaatsvond in de 14de en 15de eeuw. Ze is niet meer weergegeven op de Ferrariskaart, rond 1850 bleef er slechts een muur over, en vandaag is ze volledig verdwenen.

De Ferrariskaart toont dat de bewoning zich concentreerde zich rond de Jozef Van Hovestraat en de Jef. Thumasstraat, die de Maalbeek kruiste en de verbinding met de Oude Keulse weg verzorgde. De bewoning bestaat voornamelijk uit vrij kleine woningen, aangevuld met enkele grotere hoeves. De bebouwing nam amper toe tot in de 19de eeuw, zo getuigt een telling van 1830 waarbij 55 huizen geteld werden.

Ontstaan en ontwikkeling Stokkel

Stokkel zou ontstaan zijn door toedoen van de abdij Park in Heverlee, en staat dus historisch gezien los van Kraainem zelf. De Heren van Woluwe schonken een grote hoeveelheid grond aan de abdij Park Heverlee in het begin van de 12de eeuw. De abdij zorgde ervoor dat de grond vruchtbaar gemaakt werd, en zo ontstond Stokkel, dat zich grotendeels situeert op grondgebied Sint-Pieters-Woluwe. Het vormde de aansluiting met het hertogelijk jachtgebied in het zuidelijk gelegen Zoniënwoud, waaraan het voor een stuk zijn belang dankte.

In 1863 werd het een zelfstandige parochie, maar reeds in 1326 werd er een kapel vermeld. Eind 19de eeuw kreeg Stokkel een tramverbinding met Brussel, vertrekkende op het Dumontplein (grondgebied Sint-Pieters-Woluwe). Deze zorgde ervoor dat Stokkel al vrij vroeg een verstedelijkt uiterlijk kreeg. Vandaag nog voelt Stokkel eerder als stadsgebied aan, terwijl het noorden van Kraainem toch nog wat landelijker is, en is het sterker op Sint-Pieters-Woluwe dan op Kraainem gericht.

Kraainem in de 19de eeuw

Door een verbetering van de verkeersinfrastructuur kende de industriële ontwikkeling van de Brusselse stedelijke agglomeratie voorzichtige navolging in enkele randgemeenten, en dit vooral in de textiel- en papiernijverheid. Deze ontwikkeling zette zich echter enkel voort op een noordoost-zuidwest-as. Verschillende proto-industriële papiermolens werden gemoderniseerd en gemechaniseerd. Ten noordoosten van Brussel ontstonden kleine industriële kernen, met papierfabrieken in Diegem, Zaventem en Kraainem, gelegen aan de steenweg Brussel-Leuven, die de hoofdstad van krantenpapier voorzagen. Door de aanleg van die Leuvensesteenweg (rond 1704) verloor Kraainem wel aan belang omdat de Oude Keulse Baan in onbruik geraakt, waardoor het nog lang zijn landelijk karakter zou behouden.

De papiermolen van Kraainem, gelegen op de Woluwe, bestond al sinds de middeleeuwen en wordt in 1458 als "vercrancken Molen" vermeld. De molen evolueerde tot een groot industrieel complex met in 1892 een honderdtal werknemers. Hij bevond zich waar nu de gemeentelijke opslagplaats gevestigd is (Denayerstraat) en werd gesloten in 1932, en later gesloopt. De industriële activiteit in Kraainem beperkte zich verder tot een graanmolen (Molenstraat) en een brouwerij (Jef. Thumasstraat). Geen van deze gebouwen bleef bewaard.

Volgens tellingen stonden er in 1830 92 en in 1846 131 woningen in Kraainem. Dit is niet echt een uitgesproken toename vergeleken met 1435, toen er 81 woningen werden geteld. In de tweede helft van de 19de eeuw, en vooral na de Eerste Wereldoorlog, begon Kraainem sterker te groeien.

Vanaf de jaren 1860 werd Brussel voor jarenlang een grote werf. Hierdoor trok de burgerij steeds meer weg voor een dagje op het platteland of een zomerverblijf van enkele maanden in één van de groene randgemeenten. Tervuren, Kraainem en Wezembeek-Oppem kenden veel succes, vooral na de aanleg van de Tervurenlaan in 1895 op initiatief van Leopold II, die Brussel met het koloniaal museum van Tervuren verbond.

Kraainem in de 20ste eeuw

Na de Eerste Wereldoorlog begon de echte uitwijking van inwoners uit de voorsteden van Brussel. Zij vestigden zich in gemeenten aan de binnenrand van de Brusselse agglomeratie (Ukkel, Vorst, Sint-Lambrechts- en Sint-Pieters-Woluwe,…) maar in een aantal randgemeenten vormden zich uitlopers, onder andere Dilbeek, Wemmel, Kraainem. Het inwonersaantal in Kraainem steeg zo van 1739 in 1920 naar 3333 in 1947. De aanleg van de Baron Albert d'Huartlaan en de Koningin Astridlaan speelde hierin een belangrijke rol.

Hoewel Kraainem duidelijk noord-zuid georiënteerd is, heeft het erg lang geen enkele belangrijke verbindingsweg in die richting gehad. Dit had als gevolg dat Stokkel en Kraainem relatief onafhankelijk van elkaar bestonden. Pas in het interbellum begon de aanleg van de Koningin Astridlaan (tussen Kraainem en Stokkel) en de Baron Albert d’Huartlaan (tussen Stokkel en de steenwegen op Mechelen en Brussel in het zuiden).

Het zuidelijke deel van de verbinding, de Baron Albert d’Huartlaan, liep door het bos van Stokkel. Dit bos behoorde toe aan de familie d'Huart. Toen baron A. d'Huart in 1927 overleed, stichten zijn erfgenamen "la Société Immobilière de Stockel" en trokken de brede golvende laan, die tot 1960 bedekt was met steengruis, doorheen het bos. Deze had natuurlijk als bedoeling de omliggende gronden interessant te maken voor verkaveling en speculatie, en het duurde niet lang eer de eerste villa’s gebouwd werden. De Tweede Wereldoorlog zette een rem op deze ontwikkeling, maar vanaf de jaren 1950 tot nu werd het vroegere Stokkelbos in sneltempo gerooid, verkaveld en door de gegoede burger bebouwd met vrijstaande villa’s. In 1967 ontstond er een eigen parochie, met de Sint-Dominicuskerk (Heilige Dominicuslaan) als bedeplaats.

Het noordelijke deel werd gevormd door de Koningin Astridlaan. Men begon met de aanleg in 1935, en in 1937 waren de werken afgerond.

Met de Koningin Astridlaan en de Baron Albert d’Huartlaan begon het wegennet en bijhorende verkavelingen zich vanaf de jaren 1930 sterk te ontwikkelen. Er kwam een groot aantal straten en bijhorende bebouwing bij, vooral aansluitend op de hierboven vermelde lanen. Ook los hiervan werden er zones klaargemaakt voor bebouwing, zoals rond de Oudstrijderslaan, de Emile Bricoutlaan en de Oudstrijderslaan. Het hele gebied tussen de Potaardestraat en de Ferdinand Kinnenstraat werd doorsneden door een netwerk van pas aangelegde wegen, met als centrale as de Oppemlaan. Dit is goed zichtbaar op de topografische kaart van 1931. Ook de Wezembeeklaan en de lange Kapellelaan hebben hun oorsprong in de jaren 1930. Een opvallend element is de Bouvier-Washerwijk, een tuinwijkje begin jaren 1920 aangelegd voor oorlogsinvaliden (Bouvier-Washerstraat, Jules Adantstraat). Het is duidelijk dat deze ontwikkelingen vooral plaatsvonden rond Stokkel, dat altijd al sterker in de invloedssfeer van Brussel gelegen heeft, en zuidelijker. Noordelijk Kraainem onderging, buiten de aanleg van de Koningin Astridlaan, tot aan de Tweede Wereldoorlog nauwelijks ingrijpende wijzigingen.

Na de Tweede Wereldoorlog nam de verstedelijking van Kraainem een hoge vlucht, meer dan 60% van de huidige wegen ontstond na 1945. In Stokkel en aan een aantal hoofdwegen ontstond een dichte rijbebouwing. Het zuiden van Kraainem heeft een typisch voorstedelijk residentieel karakter, met vrijstaande villa’s en amper gebouwen met niet-residentiële functie. Het noorden van Kraainem is erg sterk verkaveld, met veel sociale woningbouw, maar heeft tegelijk ook nog de meeste open ruimtes.

De eerste 60 sociale woningen werden opgetrokken door de Maatschappij voor Goedkope Woningen van Kraainem (Eigen Haard) in de Vinkenlaan, rond 1950. De Kleine Landeigendom ontwikkelde hierop aansluitend een grotere wijk, die plechtig ingehuldigd werd in 1958. Deze verkaveling, Josephine-Charlottewijk genoemd, werd ontworpen door Pierre Nassaux en omvatte de Vinkenlaan, de Stokkelstraat, de Zwaluwenlaan, de Nachtegalenlaan, het Josephine-Charlotteplein, de Sijsjeslaan, de Leeuwerikenlaan en de Grasmussenlaan.

Ten westen van de Koningin Astridlaan werd in het midden van de jaren 1960 (afgerond in 1967) een iets kleinere wijk gebouwd door Eigen Haard rond de Asterslaan, Kerkeveldlaan, Klein Normandië en Begoniaslaan.

De Haagdoornenlaan ("Les Aubépines") is een straat aangelegd eind jaren 1940 begin jaren 1950 in het kader van de wet De Taeye. De gekoppelde eengezinswoningen zijn ontworpen door Léon Palm. Andere sociale woonwijken uit de jaren 1950-1960 zijn de wijk aan de Lijsterslaan, de Kievitenlaan en de Koninkjeslaan (Kleine Landeigendom). Onder andere de verkaveling ten zuiden van de Hebronlaan dateert uit deze decennia.

Iets latere sociale woningbouw in het bouwblok tussen de Amédé Brackestraat, de Begijnhofstraat, de Annecylaan en het Kruisveld. Hoogbouw appartementsgebouwen uit de jaren 1960-1970 met voorzieningen zoals speelterreinen, parkeergarages,… Dit is de enige plaats in Kraainem met hoogbouw. Vlakbij, in de Denayerstraat, sociale woningen in aanbouw (cvba Elk zijn huis).

Het bos ten zuiden van Stokkel werd na de Tweede Wereldoorlog verder omgevormd tot één grote villawijk, onder impuls van de l’Immobilière de Stockel. In 1964 hadden zij reeds voor de aanleg van 18 wegen gezorgd, een 7-tal hiervan dateren zelfs van voor de Tweede Wereldoorlog. Het gaat grosso modo om het volledige Stokkelbos ten oosten van de Baron Albert d’Huartlaan.

In deze periode ontwikkelt Kraainem zich als een pendelgemeente. In de jaren 1960 pendelde liefst 78% van de beroepsbevolking, waarvan 91% naar de Brusselse agglomeratie.

Ruimtelijke structuur

Kraainem kent een vrij heterogene bebouwing. In het noorden is de oude dorpsstructuur nog herkenbaar rond de kerk, net als in de noordwestelijke hoek rond de Jozef Van Hovestraat en de J. Thumasstraat. Ook in Stokkel zijn er nog resten van het oude gehucht, met name aan de Potaardestraat en de Langstraat, maar deze zone is erg verstedelijkt en vormt vandaag in feite een uitloper van het Brusselse stadsweefsel (Sint-Pieters-Woluwe). Alle gebieden tussen deze zones in (eertijds akkers in de noordelijke helft en bos in de zuidelijk helft van Kraainem) werden in het interbellum maar vooral na de Tweede Wereldoorlog in sneltempo verkaveld en volgebouwd.

De voornaamste weg in Kraainem is de langgestrekte Koningin Astridlaan, overgaande in de Baron Albert d'Huartlaan, die van aan de Vredesplaats in het centrum van Kraainem helemaal zuidwaarts tot aan de Steenweg op Mechelen loopt. Voorts zijn er enkele belangrijke verkeersassen voor doorgaand verkeer, zoals de E40 en een stuk van de grote ring rond Brussel en centraal de Wezembeeklaan.

De historische kern van Kraainem, Hoog-Kraainem, situeert zich rond de Sint-Pancratiuskerk (Arthur Dezangrélaan 20/2) in het noordoosten van de gemeente. De vroegromaanse onderbouw van de toren wijst op de ouderdom en het belang van Kraainem in de middeleeuwen. De dorpskern is desondanks altijd erg klein gebleven en bestond uit enkele woningen en hoeves. De voormalige pastorie (Pastoorkesweg 1), de hoeves tussen de kerk en de hofkern (Kasteelweg 2, Pastoorkesweg 2-4, Steenweg op Zaventem 1 en Steenweg op Zaventem 2-6) getuigen nog van de situatie in het ancien regime. Iets meer noordelijk, aan de Kleine Maalbeek, lag de watermolen van het dorp, afgebroken in 1974. Er resten nog twee natuurstenen walmuren, en een waterval markeert de positie van het rad. De situatie wijzigde ternauwernood in de 19de eeuw. Het gemeentehuis (Arthur Dezangrélaan 17) en het herenhuis aan diezelfde laan (nr. 54) zijn enkele beeldbepalende gebouwen uit deze periode.

De grootste bewoningskern van Kraainem, Laag-Kraainem, bevond zich echter in de noordwestelijke hoek van Kraainem, rond de Jozef Van Hovestraat en de Jef. Thumasstraat. Laag-Kraainem bezat naar verluidt een kapel van in de 15de eeuw, waarvan in 19de eeuw slechts ruïnes overbleven. De bewoning bestond voornamelijk uit kleine woningen en hoeves, en twee grotere, nu nog gedeeltelijk bewaarde, gesloten hoeves (Jozef Van Hovestraat 86 en 90-92).

In Stokkel, centraal in de gemeente, is de oudste bewoning zichtbaar in het westelijke deel van de Potaardestraat, de Frans Vander Elststraat en de Langestraat, hier en daar opklimmend tot de vroege 20ste eeuw.

De overige gronden in Kraainem werden vooral in de jaren 1950-1960 en later verkaveld en bebouwd. Ten noorden van Stokkel vertaalt dit zich in een grotendeels residentieel karakter met halfopen en open (villa)bebouwing uit de jaren 1950-1960 en jonger, hier en daar interbellum. Richting centrum van Stokkel (Potaardestraat, zuidelijk deel Koningin Astridlaan, Langstraat, Frans Vander Elststraat, noordelijk deel Baron Albert d'Huartstraat) is er een dichtere bebouwing zichtbaar.

Enkele verkavelingsprojecten getuigen van de inpalming van de akkers- en weidegronden in de noordelijke helft van Kraainem: een aanleg in de geest van de tuinwijkgedachte, met gekoppelde eengezinswoningen, daterend uit de jaren 1960 (Begoniaslaan, Asterslaan, kadastraal geregistreerd 1967). Vlakbijgelegen de Josephine-Charlottewijk, een verkaveling ontworpen door Pierre Nassaux, aangelegd rond 1955 en ingehuldigd in 1958, voorzien van een centraal plein (Prinses Jos. Charlotteplaats) met commerciële zone, en een speel- en ontspanningszone ten noordwesten. Deze tuinwijk werd aangelegd volgens de normen van de Nationale Maatschappij voor de Kleinen Landeigendom, en is qua aanleg nog vrij gaaf bewaard. Ze omvat de Vinkenlaan, de Stokkelstraat, de Zwaluwenlaan, de Nachtegalenlaan, het Josephine-Charlotteplein, de Sijsjeslaan, de Leeuwerikenlaan en de Grasmussenlaan. Ze is één van de eerste en zeker de grootste sociale woonwijk in Kraainem.

Op de hoek van het plein een kapel genaamd "OLV der vogels" en "ND des oiseaux". Modernistisch vormgegeven ronde pijlerkapel bekleed met blauwe en witte mozaïektegels, op breukstenen basis. Gelegen in een plantsoen en geflankeerd door wilgen. Op de hoek van de Zwaluwenlaan en de Vinkenlaan staat in een plantsoen een borstbeeld van Prinses Joséphine Charlotte gesigneerd "P. Nassaux architecte Kraainem" en "R. Van Ormelingen Sculpsit".

Opvallend bij de verkaveling van Kraainem is het veelvuldig voorkomen van 'hoven', 'oorden' en 'gaarden’, doodlopende straatjes die rondom bebouwd zijn, zoals Egelshof, Dahliasgaarde, Tulpenhof, Dennenoord, Esdoornenhof, St.-Trojanoord, Henri Vaesgaarde, Bosdalgaarde… Door deze manier van aanleg konden de achteringelegen gronden ook ingepalmd worden voor bebouwing. Twee zulke straatjes werden ontworpen door Willy Van der Meeren in de jaren 1950 en 1960, en vormen een typisch voorbeeld van vroege standaardisatie in de bouw om de woningnood van na de Tweede Wereldoorlog efficiënter het hoofd te kunnen bieden (zie Dennenoord en Esdoornenhof).

De zuidelijke helft van Kraainem vertoont voornamelijk een vrijstaande villabebouwing van na de Tweede Wereldoorlog, met weinig opvallende creaties. De beschermde woningen van der Schueren (naar ontwerp van Jacques Dupuis) en Brauns (naar ontwerp van Renaat Braem) (Middenlaan 8 en Berkenlaan 47) en de modernistische villa op Berkenlaan 37 (W. Minnigh) zijn enkele markante woningen. Voorts getuigen enkele laat 19de-, vroeg 20ste-eeuwse landhuizen van de oudste, erg verspreide bewoning in dit gebied (Albert Bechetlaan 13-15, Steenweg op Brussel 275, Steenweg op Brussel 301).

De enige hoogbouw in Kraainem is het bouwblok tussen de Amédé Brackestraat, de Begijnhofstraat, de Annecylaan en het Kruisveld, met enkele hoogbouw appartementsgebouwen (sociale woningbouw) en voorzieningen zoals speelterreinen, parkeergarages,…

Kraainem heeft slechts twee kerken: de eerder vermelde Sint-Pancratiuskerk, en te Stokkel de Sint-Dominicuskerk uit de jaren 1960, met bijhorende pastorie (respectievelijk Heilige Dominicuslaan zonder nummer en Tortelduivenlaan 2). De bouw van deze laatste kerk kadert in de ontwikkeling van de zuidelijke helft van Kraainem tot villawijk. De gemeentelijke begraafplaats bevindt zich in een oostelijke uithoek van de gemeente (Kerkhoflaan), het kerkhof rondom de Sint-Pancratiuskerk is niet meer in gebruik.

Het Klooster van de Visitatie is het enige klooster op het grondgebied van Kraainem (Hebronlaan 5, deels grondgebied Zaventem). Het is een markant bakstenen complex met art-deco-invloeden, ontworpen door Dom Paul Bellot, dat oorspronkelijk erg afgelegen lag, maar tegenwoordig aansluit op enkele verkavelingen ten oosten (Hebronlaan, Ter Eyckenstraat, Petuniaslaan, Kapellelaan).

  • Archief Ruimte en Erfgoed Vlaams-Brabant, dossier 3373: historische nota Sint-Pancratiuskerk, Declercq S.J., 1997.
  • Kadasterarchief Vlaams-Brabant, Mutatieschetsen Kraainem, Sectie A, 1967/43 (Begoniaslaan, Asterslaan), 1955/20 (Josephine-Charlottewijk).
  • BULTEEL G. 1980: Geschiedenis en evolutie van het wegennet te Kraainem, Kraainem, 8-51.
  • BULTEEL G. 1983: Kraainem, 150 jaar geleden, Eigen schoon en de Brabander 66.10-11-12, 361-364.
  • DE SEYN Eug. 1948 (?): Dictionnaire historique et géographique des communes Belges, tome premier, Turnhout, 679-680.
  • GUILLAUME A. & MEGANCK M. (eds.). 2004: Sint-Pieters-Woluwe, Atlas van de archeologische ondergrond van het gewest Brussel, 14, Brussel, 40-46.
  • GUNST P. 2008: Brussel en de Vlaamse Rand, een verhaal van migraties en grenzen, Accenten uit de geschiedenis van Vlaams-Brabant 2, Leuven, 26-43.
  • HASQUIN Hervé (ed.). 1980: Gemeenten van België, 2, Brussel, 522-524.
  • KNAPEN-LESCRENIER A.-M. 1960: Répertoire bibliographique des trouvailles archéologiques en Brabant. Les âges de la Pierre. Oudheidkundige Repertoria, 1, Brussel, 46-47.
  • MARIËN M.E. 1957: La région bruxelloise avant 700, 27-28.
  • S.n. 1954: Habitations unifamiliales à Crainhem, Habitat et habitation, 14.11-12, 149-151.
  • S.n. 2000: Wandelen in Kraainem. Uitgave naar aanleiding van "20 jaar de Lijsterbes", Kraainem.
  • SEVENANTS W. 1987: Een archeologische inventaris van de kaarten N.G.I. 23/3-4, 23/7-8 en 31/3-4. Nota’s ten behoeve van een streekbeschrijving. Onuitgegeven licentiaatsverhandeling KULeuven, Leuven, 181.
  • VERBESSELT J. 1972: Het parochiewezen in Brabant tot het einde van de 13e eeuw deel 12, Pittem, 249, 258, 263, 280-281.

Bron: THOMAS H. met medewerking van KENNES H. 2010: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Kraainem, Herinventarisatie, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB11, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs: Thomas, Hans
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Relaties

  • Omvat
    Arthur Dezangrélaan

  • Omvat
    Baron Albert d'Huartlaan

  • Omvat
    Begraafplaats met zone voor de Joodse gemeenschap

  • Omvat
    Bouvier-Washerwijk

  • Omvat
    Burgerwoning uit het interbellum

  • Omvat
    De Villa

  • Omvat
    Gemeenteschool met onderwijzerswoning

  • Omvat
    Gesloten hoeve

  • Omvat
    Haagdoornenlaan

  • Omvat
    Hoeve

  • Omvat
    Jef. Thumasstraat

  • Omvat
    Jozef Van Hovestraat

  • Omvat
    Karakteristieke villa uit begin 20ste eeuw

  • Omvat
    Kasteelweg

  • Omvat
    Kerk van de Saint-Anthony's Parish

  • Omvat
    Klooster van de Visitatie

  • Omvat
    Koningin Astridlaan

  • Omvat
    Korenbloemenstraat

  • Omvat
    Landhuis met neo-Lodewijk XVI-reminiscenties

  • Omvat
    Langestraat

  • Omvat
    Mariagrot

  • Omvat
    Molenstraat

  • Omvat
    Oscar de Burburelaan

  • Omvat
    Overgroeide Onze-Lieve-Vrouwkapel

  • Omvat
    Parochiekerk Sint-Dominicus

  • Omvat
    Pastorie Heilige Dominicuskerk

  • Omvat
    Potaardestraat

  • Omvat
    Schoolgebouw

  • Omvat
    Seringenstraat

  • Omvat
    Sociale woningen uit het interbellum

  • Omvat
    Standbeeld Joséphine-Charlotte met plantsoen

  • Omvat
    Steenweg op Brussel

  • Omvat
    Twee villa's

  • Omvat
    Tweewoonst van 1966, ontworpen door Jean Van den Bogaerde

  • Omvat
    Val au Bois, landhuis

  • Omvat
    Villa kolonel Serckx

  • Omvat
    Vredeplaats

  • Omvat
    Woning Brauns

  • Omvat
    Woning van der Schueren

  • Omvat
    Woonwijk Dennenoord

  • Omvat
    Woonwijk Esdoornenhof

  • Omvat
    Zoniënwoud N.O., Kapucijnenbos, Bos van Marnix en Arboretum van Tervuren

  • Is deel van
    Arrondissement Halle-Vilvoorde


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kraainem [online], https://id.erfgoed.net/themas/13284 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.