Egmontkasteel

Tekst van Domein Egmontkasteel (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/9604)

Sterk verbouwd, voorheen omgracht kasteel, gelegen ten noordwesten van de Heldenlaan, middenin park met onder meer kastanje- en lindebomen; standbeeld van Lamoraal van Egmont van 1872, door J. Calloigne (Brugge). Fungeerde tijdelijk als stedelijk museum (overgebracht naar Grotenberge), heden deels gebruikt als Academie.

Oudste vermelding uit de 13de eeuw; verscheidene bezettingen, onder meer in 1452 verwoest bij opstand tegen Filips de Goede. In het eerste kwart van de 16de eeuw, bezit van de familie van Egmont die het kasteel wijzigde naar voorbeeld van hun kasteel te Egmont-aan-der-Hael. In 1541 woonplaats van Lamoraal van Egmont (1522-1568), Nederlands staatsman in dienst van Filips II, onthoofd te Brussel als leider der oppositie tegen Granvelle, aartsbisschop van Mechelen.

Geleidelijk verval, mede door slordige verbouwingen in de loop van de 18de en de 19de eeuw; in 1709 eigendom van de familie Pignatelli; in 1819 verkocht aan baron Lefebre; in 1866 eigendom van J. Ceutenick in de tweede helft van de 19de eeuw kreeg het kasteel zijn huidig uitzicht.

Een gravure van Sanderus (Flandria Illustrata, 1641) toont een rechthoekig, omgracht domein met L-vormig kasteel. Van het oude kasteel bleven bewaard: het tracé van de voormalige omwalling, gedempt in 1927 toen een straat aan zuidzijde werd getrokken, en de noordzuid-gerichte vleugel bestaande uit twee volumes van verschillende hoogte onder twee zadeldaken (respectievelijk leien en mechanische pannen), baksteenbouw op natuurstenen plint, fraaie renaissance-erker van de ridderzaal in de oostgevel.

Oostgevel van tien ongelijke traveeën. Begane grond onder zandstenen rollijst, doorlopend over de oostgevel en noordelijke zijpuntgevel van de noordelijke aanbouw. Rechthoekige vensters, afgelijnd door hoeken negblokken met kwarthol beloop, als voormalige kruiskozijnen, onder gekoppelde ontlastingsboogjes; linker vensters zijn verlaagd; enkele zijn gedicht. Fraaie renaissance-erker op Tudorbogen in overstek op voluutconsoles, deels bewaarde verankerde kruiskozijnen, sierlijke cartouche. Lodewijk XV-deur in een geprofileerde omlijsting van arduin op imposten; vleugeldeur, gebogen tussendorpel met schelpmotief, fraai uitgewerkte waaier.

Sterk verbouwde westgevel met noordelijke partij bestaande uit respectievelijk vier en twee achteruitspringende traveeën met sporen van vroegere ordonnantie. Rechter deel van vier traveeën en twee bouwlagen, aan noordzijde afgelijnd door hoekstenen, onder aansluitende bedaking, gevelordonnantie met enkelhuisopstand uit de tweede helft van de 18de eeuw. Getoogde vensters, sommige met luikhaken, deels in gecementeerde omlijstingen. Schouderboogdeur afgelijnd door hoek- en negblokken met kwarthol beloop. Linker deel van twee traveeën en twee bouwlagen op afgeschuinde sokkel van zandsteen, aandak aan noordzijde, met vermoedelijk sporen van oorspronkelijke opstand uit de 16de eeuw. Gedicht korfboogvenster en sporen van vensters met zandstenen negblokken op benedenverdieping, deels kwarthol op benedenverdieping. Twee recente rechthoekige deuren. Zuidelijke partij met in de tweede helft van de 19de eeuw aangepaste, beraapte rechthoekige en rondboogvormige vensters, ramen in ijzeren harnas, recente haakse portierswoning van één bouwlaag.

Zuidgevel in 1867 tot hoofdgevel verbouwd, samen met een deel van de zuidpartij, en onder schilddak gebracht, naar ontwerp van architect E. Van Hoecke. Bakstenen voorgevel van vier traveeën en twee bouwlagen; gebruik van simili-natuursteen en natuursteen. Aflijnende hoekstenen, gekorniste puilijst. Rechthoekige vensters geflankeerd door respectievelijk Toscaanse (benedenvensters) en Korinthische (bovenvensters) pilasters met ingediepte schachten; onder- en bovendorpels met casementen. Rondboogdeur in sobere kwartholle omlijsting, portiek met Korinthische zuilen op hoge sokkels, een balkon schragend. Twee markante centrale dakkapellen met tuitgevel en gelijksoortige vensteromlijstingen. Korte attiek tussen postamenten boven de zijtraveeën.

Noordelijke aanbouw, vermoedelijk uit zelfde tijd als hoofdvleugel, in de 18de eeuw omgebouwd tot koetshuis. Sterk verbouwde oostgevel en noordelijke zijpuntgevel (laatstgenoemde op zandstenen sokkel), gedichte muuropeningen, bewaarde negblokken; recente muuropeningen. Aangepaste westgevel (zie bouwnaad links) geritmeerd door vlakke pilasters, begane grond met gedrukte boogarcaden, latere muuropeningen in de spaarvelden, daarboven rechthoekige vensters.

Interieur: gerestaureerde ridderzaal, fraaie rococo bordestrap met wapenschild van de Coninck-Wapenaert die het kasteel bewoonde in 1756. Overige ruimten zijn tot klaslokalen omgebouwd met sporadisch behoud van 18de- en 19de-eeuwse schouwen.

Ten westen: overblijfsel van een vaste brug

  • SCHOUTTEET A., Zottegem, de Egmontstede, in Toerisme in Oost-Vlaanderen, 1966/2.
  • SCHOUTTEET A., Het Egmontkasteel van Zottegem, in Toerisme in Oost-Vlaanderen, 1972/5.
  • VAN LIEFERINGE H., Zottegem, in Het groot kastelenboek van België, dl. II, Kastelen en buitenplaatsen, Brussel, 1977, p. 289.

Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n2 (H-Z), Brussel - Gent.
Auteurs:  d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Domein Egmontkasteel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/9604 (geraadpleegd op ).