Couchezmolen

Tekst van Couchezmolen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/91467)

Zogenaamde "Couchezmolen", bakstenen stellingmolen van circa 1870. Landelijk gelegen koren- en oliemolen, circa 1500 m ten zuiden van de dorpskern van Zarren gelegen. De molen ligt op een met meidoorn omhaagd perceel, rond de molen gekasseide paden en grasveld. Ten noordwesten van de molen, molenaarshoeve uit het laatste kwart van de 19de eeuw (zie Zarren-Lindestraat nummer 51).

Op vandaag is de molen deels ingericht als gemeentelijk Molenmuseum. Met zijn benedenverdieping en zeven zolders is de "Couchezmolen" samen met de "Zandwegemolen" te Sint-Pieters bij Brugge de hoogste molen van België (romphoogte van 21,6 meter, kaphoogte van 25,5 meter). Ten oosten van de molen in de ruïneuze, bakstenen basis van de vierkante schouw van de stoommachine bewaard. Op het terrein zijn twee oude molenroeden (vervangen bij de restauratie van 2003), tevens een geplooide molenroede en een molenas met een gebroken askop van de askopbreuk van april 2004 bewaard.

Geschiedenis

1870 (zie jaarsteen boven de deur van de molen): bouw van de molen door de weduwe van landbouwer Jan Couchez, producent van oliehoudende zaden. De molen moest de functies van een eerder opgerichte olie-rosmolen en houten graanwindmolen verenigen. Deze laatse twee bevonden zich op de "Couchezhoeve" (zie Zarren-Lindestraat nummer 57, de toenmalige Nieuwstraat, deze molen is enkel aangeduid op de Kaart van het Militair Cartografisch Instituut, opmeting 1861). De stenen molen is voor het eerst aangeduid op de mutatieschets van 1872.

1894: bouw van een achterliggende stoominstallatie met 20 meter hoge schoorsteen. Het gebouw voor de stoommachine is aangeduid op de mutatieschets van 1941.

1914-1918: de stoominstallatie of het 'stoomkot' wordt door de Duitse bezetter gebruikt als basis voor een elektriciteitscentrale met accumulatorenbatterij die de dorpskom van Zarren van stroom voorziet. Russische en Poolse krijgsgevangenen, die in een barak nabij de molen moesten verblijven, onderhouden het vuur in de stoomketel. De molen is na de Eerste Wereldoorlog nagenoeg onbeschadigd, dit in tegenstelling tot de meeste gebouwen in de dorpskern en in het landelijk gebied van Zarren.

1932: de molen wordt voor het eerst witgekalkt.

1944: door een wiekbreuk draait de molen met slechts 2 wieken.

1949: de molen wordt definitief buiten gebruik gesteld.

1967-1968: restauratie van de molen door molenbouwers Peel (Gistel). Hierbij worden de molenkap, de wieken, de gaanderij, de vloeren en het schrijnwerk vernieuwd, enkele balken worden verstevigd. De westelijke helft van de molenromp wordt gecementeerd en de volledige romp wordt gewit. De hoge schoorsteen voor de stoomaandrijving en vermoedelijk ook het bij de molen aansluitend gebouw wordt afgebroken. Op vandaag is de basis van de schoorsteen nog bewaard.

1970-1995: periode van geleidelijk verval.

1995: noodrestauratie op initiatief van de tijdelijke vereniging "West-Vlaamse Molenwacht" en met materiële hulp van de gemeente.

1997: de molen wordt voor een periode van 27 jaar in erfpacht gegeven aan de gemeente. De gemeente verbindt zich ertoe de molen te restaureren.

2002-2003: restauratie tot maalvaardige molen onder leiding van architecten Carlos Rabaut (Diksmuide) en Gino Weyne (Zarren). Herstel en kaleien van het parement (de westelijke helft van de romp wordt hermetst), herstel van de moerbalken en het kruiwerk, vernieuwen van de molenwieken, metalliseren en verven van de gaanderij.

Beschrijving

Stellingmolen en bovenkruier, circa 1870 opgetrokken in gele 'Nieuwpoortse' baksteen. Erg hoge, vanaf 1932 witgekalkte, conische molenromp onder gemansardeerde, draaibare kap (kunststofleien schaliën) met rechte voorwand. De molen telt een benedenverdieping en zeven zolders. De ijzeren gaanderij of stelling om de wieken te bezeilen, de molen te verkruien en te vangen, bevindt zich ter hoogte van de meelzolder op 11m hoogte. De 3 meter brede gaanderij (vernieuwd in 1968) is opgebouwd uit gelaste platijzeren liggers, schuine hoekijzeren stekers en leuning. Onderaan staart en schoren met kruiwerk met gietijzeren kamwielen en kettingen. De nu 'gewone Vlaamse wieken' hebben een vlucht van 23,4 meter. Boven elkaar geplaatste spitsbogige muuropeningen, tevens dichtgemetselde getoogde deur op de begane grond. Naar oud model vernieuwd, blauwbeschilderd houtwerk met grote roedeverdeling. Op de begane grond, vleugeldeur (strokendeur) met waaiervormig bovenlicht. Boven de deuropening, kalkzandstenen jaarsteen "AUG./COUCHEZ/1870" (August was een zoon van Jan Couchez).

Interieur. De benedenverdieping is tot 1914 de locatie van de olieslagmolen, later enkel gebruikt als opslagruimte. De onderdelen van de oliemolen zijn bij de restauratie van 1967-1968 verwijderd, de ligger en twee pletstenen staan daarna jarenlang tegen de molenromp. In 2003 wordt de overgebleven ligger op zijn oorspronkelijke sokkel teruggelegd. Bevloering van bakstenen op hun kant.

Zeven zolders. Eerste zolder met horizontaal spillewiel voor aandrijving van de oliemolen, haverpletter en uiteinde van de ijzeren koningsspil. Tweede en derde lage zolder gebruikt als opslagplaats voor graan of meel. Op de tweede zolder kan de molenas ontkoppeld worden indien er niet geplet wordt (in functie van de verdwenen olieslagerij). Op de vierde zolder of meelzolder ter hoogte van de gaanderij bevindt zich het aandrijfwerk voor de twee steenkoppels, bestaande uit groot een spoorwiel en twee kleinere sterrenwielen, tevens lichtwerk. Op de vijfde zolder of steenzolder, twee steenkoppels in steenkisten, een steengalg en de overgang van de ijzeren koningsspil in een houten bovenstuk. Zesde zolder of luizolder met luiwerk. Zevende zolder of kapzolder met Engels kruiwerk, groot vangwiel (50 kammen), molenas, kroonwiel (27 kammen) en ijzeren vangplaat.

  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Archiefnummer W/000652.
  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Fotoarchief.
  • Inventarisatie van relicten uit WO I in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen, 2002-2006).
  • Kadasterarchief West-Vlaanderen, 207: Mutatieschetsen, Zarren, 1872/9, 1876/6, 1941/10.
  • DEMAREE J. 2002: Een kwarteeuw Zarren. 1900-1925, Sint-Andries, 16.
  • DEMAREE J., DENOO T., DESMYTTER A., MESSEYNE W., VANHOVE S. s.d.: Couchezmolen, molenmuseum, leidraad, Kortemark.
  • DEMAREE J. 2003: Couchezmolen Zarren. Restauratie 2002-2003, Brochure gemaakt ter gelegenheid van het einde van de restauratie van de Couchezmolen te Zarren-Kortemark, Kortemark.
  • DENEWETH L. 2004: De Couchezmolen getroffen door een breuk aan de oude gietijzeren askop, Werkgroep West-Vlaamse Molens VZW 20.1 (januari-april), 13-14.
  • DEVLIEGHER L. 1984: De Molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt, 264-269.
  • DEVLIEGHER L. 1975-1976: Rosmolens in de Westvlaamse kuststreek, Biekorf LXXVII, 257-360.
  • DEVYT C. & VAN DAMME G. 1966: Belgische windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 121.
  • HASQUIN H. 1980-1981: Gemeenten van België. Geschiedkundig en administratief-geografisch woordenboek, Brussel, 1270 (iconografie).
  • S.N. 1959: Dit is West-Vlaanderen. Steden-gemeenten-bevolking, Brussel, 2188 (iconografie).
  • WERBROUCK M. 1990: Van molens en molenaarsgeslachten: acht eeuwen molengeschiedenis te Kortemark, Jaarboek van de heemkundige kring "Crekel Beke", Kortemark, 61-126.

Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Couchezmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/91467 (geraadpleegd op ).