Kruisstraatmolen

Tekst van Kruisstraatmolen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/91326)

"Kruisstraatmolen", ook gekend als "Berghe's Molen". Staakmolen (driezolder) met gesloten voet op molenberg, :omgeven door grasveld en gedeeltelijk ingesloten door bebouwing. De molensite is toegankelijk via een oprit vanaf de Steenstraat.

Historiek

1561-1571: op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus, gekopieerd door Pieter Claeissens (1601), is de site van de huidige molen ingenomen door een de "Hemelsdale abdij", een ruim ommuurd, bakstenen gebouwencomplex met onder meer een kasteelachtig volume. Ten noorden van deze site, voorbij het kruispunt met de Steenstraat, is de nu verdwenen "Bussches molen", een staakmolen weergegeven.

1770-1778: op de Ferrariskaart is de site als onbebouwd weergegeven.

Circa 1876 wordt een houten graanwindmolen, overgebracht uit Roeselare, opgericht op circa 20 meter van de straat. Circa 1880 wordt de molen enkele meters verplaatst naar de huidige locatie.

1918: vernietiging tijdens het eindoffensief van 1918. In 1921 wordt de molen herbouwd. Hiervoor brengt men de molenkast van de zogenaamde "Sneppemolen" (Torhout) over, die in 1920 door een storm omver geblazen was. Deze molen wordt deels eind 18de-eeuws gedateerd, zie inscriptie "1773" op de staak en "1773 I.A.D.H." op een zolderbalk van de maalzolder. In 1921 wordt de molen voor een tweede maal verplaatst, daar hij pas in 1848-1849 aan de "Roeselaarse Kalsijde" te Torhout geplaatst is.

In 1933 worden de wieken voorzien van een 'halve verdekkering', het zogenaamde 'systeem Van Bussel' wordt hiermee voor de eerste maal in België toegepast.

1944: bescherming als monument.

1948: uitrusting met fokwieken, eveneens de eerste toepassing hiervan in België. Van de genoemde innovaties zijn slechts enkele losse onderdelen bewaard.

In 1955-1956 worden herstellingswerken aan de molen uitgevoerd door molenmaker Peel (Gistel): vernieuwen van de wieken, staart, baan- en pinnesteen, bedekking van het teerlingkotdak en het molendak met asbestcementleien, het verstevigen van de steenbalk, brasem en muts. Voorts wordt in de "hel" een builmolen (een ronddraaiende trommel met gaas om van meel bloem te krijgen) geplaatst.

In 1975 stopt molenaar Vandenberghe beroepshalve met malen. In 1989 wordt de molen aangekocht door de gemeente Kortemark. Daarop volgt het herstel van de molenberg en het aanleggen van een recreatieplaats.

Vanaf 1992, diverse restauratiefases. In 1992, restauratie door de firma Verstraete (Rumbeke) in samenwerking met vrijwilligers van de vereniging "Wullepitmolen VZW". Hierbij worden de windpulm (balk waarop de askop draait), het hekwerk, en de beplanking van de wieken vervangen. In 1993 worden de molenzeilen vervangen. In 1996 wordt de buitentrap vervangen en wordt het maalwerk van de voormolen hersteld. In 1999-2000 worden de molenroeden geschilderd, de molenstenen gescherpt, het maalwerk geregeld en de kammen van de voormolen vervangen. Tevens worden de muren van het teerlingkot behandeld en de oregonbeplanking van de voor- en zijwegen van de molenkast vervangen.

Beschrijving

Hoge staakmolen (nok molenkap circa 16 meter) met drie zolders, op gesloten voet. Geklinknagelde wieken met vlucht van 25,20 meter (Vlaams gevlucht sinds 1992).

Achthoekige bakstenen voet met twee rechthoekige deuropeningen en twee kleine vensteropeningen (houten deuren, vensters met ijzeren roedeverdeling). Tot de jaren 1980 staat in dit "teerlingkot" een mechanisch aangedreven maalsteenkoppel. De aandrijfmotor bevond zich in een naastliggend gebouwtje (Vladslostraat nummer 21). De motor en het steenkoppel worden verkocht aan het molen- en stoommuseum te Essen-Wildert (provincie Antwerpen). Inscripties "1773" op de staak en "1859" op een kruisplaat. Een elektrisch aangedreven steenkoppel werd recent weer geïnstalleerd door de molenaar.

Molenkast. Windweeg en mansardekap afgedekt met asbestcementleien. Zij- en voorwegen beplankt met oregon. Maalzolder met haverpletter. Onder de meelzolder bevindt zich de zogenaamde "hel", een lagere zolder waar nu een builmolen geïnstalleerd is. Steenzolder met twee steenkoppels en graankuiser. In de kap, het voorwiel met 52 kammen en het voorwiel met 44 kammen. Bewaarde inscripties: "IADH 1773" op een zolderbalk van de maalzolder, "A DHEERE 1857" op een weegband van de meelzolder, "1875" op de molenas. Elders nog "G. VAN LOUWE 1892", "A. VAN DEN BUSSCHE" en "J. JOYE".

  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Archiefnummer W/00651.
  • Archief Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen - Onroerend Erfgoed, Fotoarchief.
  • BRACKX R. 1985: Daar bij die Kortemarkse molen... Waar het verleden triestig kraakt..., De Weekbode 39.27 (5 juli).
  • CORNILLY J. 2005: Monumentaal West-Vlaanderen. Beschermde monumenten en landschappen in de provincie West-Vlaanderen. Deel III. Arrondissementen Brugge, Diksmuide, Oostende en Veurne, Brugge, 140.
  • DEBUSSCHERE C. 2003: Molengemeente Kortemark, Kortemark, Molen Magazine.
  • DE KINDEREN E. 1976: De Kruisstraatmolen te Werken, De Belgische Molenaar LXXI, 133-135.
  • DEMAREE J., DENOO T., DESMYTTER A., MESSEYNE W., VANHOVE S. s.d.: Couchezmolen, molenmuseum, leidraad, Kortemark.
  • DEMAREE J., DE SMYTER A., VANHOVE S. s.d.: Kruisstraatmolen, Kortemark.
  • DEMAREE J. 2000: Oorlog in de Belgique. Het oorlogsdagboek van Felicien Vanhove uit Zarren, 1914-1917, Koksijde, 148 (iconografie).
  • DEVLIEGHER L. 1984: De Molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt, 260-261.
  • DEVYT C. & VAN DAMME G. 1975: Belgische windmolens. Toestand op 1 januari 1975, Tielt, 115.
  • DEVYT C. 1966: West-Vlaamse windmolens. Inventaris volgens de toestand op 1 januari 1965, Brugge, 115.
  • S.N. 1978: Mijn dorp in het Krekedal. Handzame-Kortemark-Werken-Zarren, Kortemark-Handzame, (iconografie).
  • S.N. 2000: Monument en Tijd. Open Monumentendag Vlaanderen 10/09/2000, Kortemark, brochure.
  • SLEMBROUCK B. 1955: Werken heemkundige studie over de gemeente Werken, Langemark, 192-193.
  • VANDENBUSSCHE C. 1866: Geschiedkundig Memoriaal van Wercken gestaafd door een aantal bewijsstukken, Brugge.
  • VANDEPUTTE O. 1995: Gids voor Vlaanderen en culturele gids van de Vlaamse gemeenten, Tielt, 631.
  • VANHOOREN R. 1992: Kruisstraatmolen krijgt wieken terug, Het Nieuwsblad 8 september, 14.
  • VANSTEENKISTE E. 1990: De molens van Werken, in: Jaarboek van de heemkundige kring "Crekel Beke", Kortemark, 127-137.
  • VANSTEENKISTE E. 1990: Fokwieken op Berghe's molen, in: Jaarboek van de heemkundige kring "Crekel Beke", Kortemark, 138-140.
  • VROMAN S. 1989: De Kruisstraatmolen te Werken: door de gemeente aangekocht, Molenecho's XVII.2, 53.
  • WERBROUCK M. 1990: Van molens en molenaarsgeslachten: acht eeuwen molengeschiedenis te Kortemark, in: Jaarboek van de heemkundige kring "Crekel Beke", Kortemark, 61-126.

Bron: BAERT S. & VANNESTE P. in samenwerking met CREYF S., DEVOOGHT K., GHERARDTS F. & MOEYKENS S. 2008: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortemark, Deel I: Deelgemeenten Kortemark en Handzame, Deel II: Deelgemeenten Werken en Zarren, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL40, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Baert, Sofie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kruisstraatmolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/91326 (geraadpleegd op ).