Banbrouwerij-herberg De Kam

Tekst van Banbrouwerij-herberg De Kam (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/89970)

Voormalige banbrouwerij-herberg De Kam, gelegen in het dorpscentrum aan de historische verbindingsweg Brussel-Merchtem. In zijn huidig voorkomen daterend uit de eerste helft van de 18de eeuw maar reeds vermeld in archiefstukken van 1496.

Ban betekent dwangrecht (iedereen onderhorig aan de heerlijkheid was verplicht hier te brouwen) en kam is synoniem voor brouwerij. De banbrouwerij-herberg was samen met de in 1958 gesloopte banwatermolen ingeplant aan de oostelijke rand van het heerlijk kasteel. "De Kam" werd door de heren van Wemmel ook gebruikt om gerechtszittingen (vierschaere) te houden en andere officiële akten te verlenen. In 1559 werd immers aan Adrianus Taye, heer van Wemmel, de hoge justitie verleend. De gerechtskamer bevond zich in de opkamer en was te bereiken vanuit de gelagzaal. De kelder eronder was ingericht als gevangenis en bevat nog steeds de ringen waaraan de gevangenen werden vastgebonden.

Eertijds hielden ook de schuttersgilden Sint-Servaas en Sint-Sebastiaan, gesticht in 1755 door markies Francois-Philippe Taye, hier hun vergaderingen. Hiernaar verwijst nog de nis in de gevel dat oorspronkelijk een Sint-Servaasbeeldje van 1755 bevatte (heden privé-bezit). De wip bevond zich aan de overzijde van de straat op de weide "De Gulden Boomgaerdt".

De bouw van een nieuwe banbrouwerij-herberg in de 18de eeuw hangt vermoedelijk samen met de vele plunderingen die Wemmel op het einde van de 17de eeuw moest ondergaan en waarbij enkel het kasteel en de kerk relatief gespaard bleven. Kaartmateriaal toont aan dat de brouwerijgebouwen die aan de achterkant van De Kam waren gesitueerd in de loop ter eeuwen steeds uitgebreid en aangepast werden. De brouwerij bleef in werking tot de eerste Wereldoorlog, kort na de oorlog werden de bedrijfsgebouwen gesloopt. In 1951, 1953 en 1955 vonden aanpassingswerken plaats aan het interieur van de herberg en werden bijgebouwen aan de achterzijde en rechterzijgevel opgetrokken om de herberg te kunnen omvormen tot restaurant, een functie die het nu nog steeds heeft.

Onderkelderd breedhuis van zeven traveeën en twee bouwlagen onder mank zadeldak van gemengde zwarte en rode Vlaamse pannen, opgetrokken in traditionele stijl in de eerste helft van de 18de eeuw ter vervanging van de voorgaande banbrouwerij waarbij de oude kelders werden gerecupereerd. Voorheen gewitte baksteenbouw op gepikte plint met gebruik van zandige kalksteen voor de venster- en deuromlijstingen. Lijstgevel met dubbelhuisopstand op een vernieuwde plint van gesinterde baksteen (zie foto inventaris 1975) en afgelijnd door een geprofileerde bakstenen daklijst en een houten bakgoot. Voormalige kruisvensters; op de begane grond onder dubbel ontlastingsboogje, met hardstenen dorpels en luikduimen; op de verdieping met behouden kruisen en deels bewaarde tralies in het venster boven de deur. Links van de deur een opkamer van twee traveeën eveneens met voormalige kruisvensters bekroond door twee kleine getraliede vensters in kalkzandstenen omlijsting en twee kleine keldervensters onder houten latei. Groen geschilderd houten schrijnwerk, op de benedenverdieping T-vormig en ingevuld met glas in lood. Lage, kwarthol geprofileerde kalkzandstenen deuromlijsting met negblokken onder een houten latei waarin een zware opgeklampte deur. Uiterst links ijzeren gevelnis waarin naar verluidt een houten beeldje van Sint-Servaas van 1755 stond, heden buste van Maria met kind.

Achtergevel vermoedelijk in de 19de eeuw tot twee bouwlagen verhoogd, gedeeltelijk aan het zicht onttrokken door lagere aanbouwsels onder plat dak (begin jaren 1950). Op de verdieping rechthoekige vensters onder houten lateien. Gedesaxeerde linkerzijtuitgevel met vlechtingen die de contouren van het oorspronkelijke volume weergeven; sporen van vlechtingen in de rechterzijtuitgevel.

Interieur. Twee kelders onder tongewelf in de uiterste traveeën. Het gebouw heeft zijn dragende structuur van moer- en kinderbalken en dakgebint behouden, alsook de interieurindeling bestaande uit grote kamers aan de voorzijde gevolgd door kleine smalle achterkamers (zie grondplannen Buelens). De wand tussen de twee grote ruimten op het gelijkvloers (opkamer en gelagzaal), werd grotendeels verwijderd om het restaurant te kunnen vergroten. Beide kamers hebben hun geprofileerde balksleutels behouden.

  • ANDRIES C. 1991: Wemmel tussen grootstad en platteland, beelden van toen in foto's en prentkaarten, Wemmel, 20.
  • Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen. Inventaris van het cultuurbezit in België. Architectuur, deel 2n, Vlaams Brabant. Halle-Vilvoorde, Gent, 1975, 767.
  • BUELENS V. 1975: De evolutie van de privébouwkunst: de banbrouwerijherberg "De Kam", in Wamblinus, jaargang 3, nummer 4, Wemmel, 52-59.
  • VAN DER KAA M.-H. 1985: Wemmel. Origine et transformation jusque' en 1838 d'un village de l'agglomeration Bruxelloise, (onuitgegeven licenciaatsverhandeling), Louvain-La-Neuve, 169-171.

Bron: VAN DAMME M. met medewerking van KENNES H. & STEYAERT R. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Vlaams-Brabant, Gemeente Wemmel, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen VLB10, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Van Damme, Marjolijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Banbrouwerij-herberg De Kam [online], https://id.erfgoed.net/teksten/89970 (geraadpleegd op ).