Godshuis Tafel van de Heilige Geest

Tekst van Heilige Geestkapel (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/84)

Voormalig Godshuis, Tafel van de Heilige Geest, later Armentafel (1531). Complex gevormd door de Heilige Geestkapel en het zogenaamde "Heilige Geesthuis", ingeplant op de hoek met de Ridderstraat, sinds 1368. In 1716-18, vergroot met het belendende pand links van de kapel, sinds 1520 gekend als "het Caetspel"; inrichting van het meisjesweeshuis (1718) en nieuwe, doorlevende benaming "Maegelyn". In zijn huidige vorm, complexe gebouwen geschikt rondom twee tuinen met ertussen liggende kapel waartegen ook de haakse vleugel van het hoofdgebouw aanleunt. Lange, geritmeerde en door de kapel onderbroken gevelontwikkeling in het straatbeeld. Beschermde kapel en met afbraak bedreigde Gods- en Weeshuizen; bestaande plans voor een complex met handels- en woonfuncties.

Heilige Geestkapel. De huidige kapel van 1470 (vergroting of nieuwe bouw (?) van de 15de-eeuwse kapel) werd tijdens de godsdiensttroebelen (1582) geplunderd en twee jaar later opnieuw ingewijd. Voorts integraal behouden tot de restauratie van 1893: voornamelijk behandeling van de voorgevel met vernieuwing van deur- en vensteromlijstingen en tracering in 1901 en volgende, vergroting met twee traveeën naar het oosten en oprichting van een nieuwe sacristie onder leiding van architect Jules Goethals. Deels ingebouwde rechthoekige kapel onder leien zadeldak met dakruitertje, bekroond met een gebogen naaldspits. Verankerde baksteenbouw met gebruik van zandsteen voor de afgeschuinde sokkel en afwerking der muuropeningen. Aan straatzijde: puntgevel met aandak en schouderstukken; terzijde afgewerkt met hoekstenen. Centraal spitsboogvormig drielicht onder omlopende druiplijst; laat-gotisch getinte korfboogpoort met druiplijst en kruisbloem. Rechts, laatgotisch wandkapelletje met Sint-Annabeeld (16de eeuw ?). Grotendeels ingebouwde zijgevels waarin vergroting van 1903 nauwelijks merkbaar is; koorsluiting naar het model van de straatgevel. Sobere eenbeukige ruimte overkluisd door middel van houten spitstongewelf en trekbalken. Neogotische stoffering.

Meubilair: Overgebracht naar het stedelijk museum, onder meer Madonnabeeld, tabernakel (17de eeuw) en communiebank (18de eeuw).

Meisjesweeshuis, zogenaamd "Maegelyn". L-vormig complex; binnenplaats verbonden met belendende Heilige Geestkapel en Heilig Geesthuis. Binnenplaats niet toegankelijk. Noordoostelijk gebouw: dubbelhuis van vijf traveeën en twee en een halve verdieping onder zadeldak, daterend uit de tweede helft van de 18de eeuw (1751?). Baksteenbouw op plint van natuursteen. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel (straatzijde). Ordonnantie naar laat-classicistisch patroon: sokkel vormende begane grond afgelijnd door een gekorniste puilijst; rechthoekige bovenvensters in verdiepte travee geritmeerd door vlakke, verticaal doorlopende penanten, hoofdgestel en kroonlijst op klossen. Rondboogdeur in zwaar geprofileerde omlijsting met gecanneleerde voluutsluitsteen aansluitend bij de puilijst en polygonaal uitgewerkte imposten; aangeduide zwikken. Gedenksteen J. Meganck, weldoener van de instelling. Haakse bijbouw met aansluitende lijstgevel uit de 19de eeuw, van vier traveeën en twee en een halve verdieping onder zadeldak (nok loodrecht op de straat). Baksteenbouw op een sokkel van arduin. Bepleisterde en beschilderde gevel evenals het rechter hoekrisaliet afgelijnd met geblokte hoekpilasters en als dusdanig enigszins de ordonnantie van het Heilige Geesthuis volgend. Rechthoekige vensters op doorlopende lekdrempels; voorheen beluikt op de begane grond; meer uitgewerkt bovenvenster in het risaliet: bijkomende geriemde omlijsting en druiplijst naar neoclassicistisch model.

Heilige Geesthuis, behorend bij de Godshuisstichting van 1368; afgebroken in 1841 en heropgericht als oudevrouwenhuis (zie chronogram van galerij binnenplaats), met gebruik van afbraakmateriaal. Complexe gebouwen gegroepeerd rondom een vierkante binnenplaats met straatgevels in Katte- en Ridderstraat. Ten noordoosten, lange neoclassicistische vleugel van negen traveeën en twee en een halve verdieping onder zadeldak, zoals vermeld daterend van 1841. Voorheen bepleisterde baksteenbouw op een plint van natuursteen. Geveluiteinden en middenrisaliet van drie traveeën afgelijnd door hoekstenen en geblokte pilasters; belijnende lijsten ter hoogte van de lekdrempels aansluitend bij brede muurbanden. Licht getoogde muuropeningen met strekse latei; bijkomende gestrekte druiplijst voor de drie bel-etagevensters van het middenrisaliet. Arduinen herdenkingsplaten op de penanten van de bovenverdieping. Getoogde koetspoort in een geblokte omlijsting met druiplijst. Gekorniste kroonlijst, deels op klossen. Uiterst links, tussen hoekstenen en kapelgevel, nis met van 1767 gedateerde steen, naar verluidt overblijfsel van een pomp. Aan Ridderstraatzijde, lange beschilderde lijstgevel van veertien traveeën en twee en een halve bouwlaag omvattend de zijgevel van de hoofdvleugel en achtergevel van de haakse bouw. Eenvoudige ordonnantie, hoekblokken op uiteinden en belijnende doorgetrokken lekdrempels. Rechthoekige vensters, deels gedicht of volledig blind.

  • Kultureel Jaarboek van Oost-Vlaanderen, Gent 1975, 154-155.

Bron: D'HUYVETTER C., DE LONGIE B. & EEMAN M. met medewerking van LINTERS A. 1978: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Aalst, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 5n1 (A-G), Brussel - Gent.
Auteurs:  d'Huyvetter, Clio; de Longie, Bea; Eeman, Michèle
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heilige Geestkapel [online], https://id.erfgoed.net/teksten/84 (geraadpleegd op ).