kasteel van Schalkhoven

Tekst van Kasteeldomein van Schalkhoven (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/839)

Het kasteel maakte geen deel uit van de heerlijkheid Schalkhoven. Het was een herenhoeve die circa 1600 door Richard van Elderen werd gebouwd; achtereenvolgens in het bezit van de familie Vaes (1607), van Eyll (1665), de Heusch (18de eeuw), Barthels (1776) en de Borman (1836).

Het kasteel is een compact geheel dat zich ten noordwesten van de hoeve bevindt; laatstgenoemde heeft een langgerekte U-vorm, met de open erfzijde naar het kasteel toe.

De toegang tot het kasteel gebeurde oorspronkelijk uitsluitend via de noordwestzijde, waar de Ferrariskaart (1771-1777), de Franse tuin en/of moestuin situeert; deze strekte zich ook ten zuiden van de hoeve uit; het geheel was voorts omringd door twee grote, omhaagde boomgaarden. Deze situatie veranderde waarschijnlijk in de loop van de tweede helft van de 19de eeuw: de toegang tot de hoeve is nog steeds via het noordwesten, doch is thans zuidelijker gelegen, zodat de poort van de noordestelijke hoevevleugel thans dienst doet als inrit tot het erf. De toegang tot het kasteel gebeurt nu via een bijkomende ingang op de splitsing van de Schalkhoven- en Lindenhofstraat, via een weg die doorheen het in de 19de eeuw aangelegde landschapspark loopt; dit park ligt ten noorden van het kasteel, het heeft enkele oude bomen en is voorzien van een vijver met een vloedgracht naar de Oudebeek. De omgeving van het kasteel bestaat, naast het park, thans voornamelijk uit weilanden.

Het kasteel

Het eigenlijke kasteel heeft een grosso modo rechthoekig grondplan met torenachtige uitsprongen aan de hoeken van de noordwestgevel en hoekrisalieten in de zuidoostgevel.

De kern van het gebouw dateert uit de 17de eeuw, te oordelen naar de vorm van de gesmeed ijzeren muurankers en de twee kloosterkozijnen die in de zijwand van het oostrisaliet bewaard bleven: ze zijn voorzien van een kalkstenen omlijsting met onregelmatige negblokken, afgeschuinde neg in het bovengedeelte en sponningbeloop in het benedengedeelte, dat oorspronkelijk beluikt was; van het bovenste venster werden de dorpels vernieuwd, het benedenvenster heeft een mijtervormige latei; het uitzicht van deze vensters, mogelijk van hergebruikt materiaal, verwijst naar het derde kwart van de 17de eeuw. Het is dit 17de-eeuws gebouw dat afgebeeld staat op de Ferrariskaart. In de laatste decennia van de 18de eeuw werd het geheel aangepast in Lodewijk XVI-stijl: het gebouw krijgt een symmetrisch grondplan en dito gevelordonnanties. Het is niet duidelijk of dit de uiteindelijke vorm van het gebouw is: de muuropeningen van de middentraveeën van de zuidoostgevel zijn van hout en kunnen dus verwijzen naar een nog recentere aanpassing. In 1844 (Atlas van de Buurtwegen) bestond het kasteel in ieder geval reeds in zijn huidige vorm.

Het is thans een geelgeschilderd bakstenen gebouw onder schilddaken (leien), en tentdaken bekroond met dakruiters boven de torens; afgewolfde dakkapellen. Verhoogde begane grond met in de noordwestgevel en de torens een hoge plint afgelijnd met een mergelstenen band. Kroonlijst op houten modillons. Mergelstenen hoekbanden, mogelijk van hergebruikt materiaal. Rechthoekige vensters in een vlakke, kalkstenen omlijsting met dunne druiplijst, oorspronkelijk beluikt in de zuidwestzijde. De vensters van de drie middentraveeën van de zuidoostgevel zijn een houten imitatie van de andere vensters. De deur in de noordwestgevel is rechthoekig in een geprofileerde kalkstenen omlijsting met neuten en druiplijst; de deur in de andere gevel is hiervan een houten imitatie. Eerstgenoemde deur is voorzien van een vrij recente trap, de trap van de achtergevel -kalksteen met gesmeed ijzeren hek- kan een vervanging zijn van een oudere trap. De middentravee van de zuidoostgevel is voorzien van een driehoekig fronton waarbinnen een halfrond, bakstenen venster met een klokje erboven.

De hoeve

De hoeve dateert eveneens uit de 17de eeuw, doch hier bleef de oude kern beter bewaard. Het volume onderging waarschijnlijk wel wijzigingen: de zuidoostgevel van het gebouw dat de twee parallelle vleugels met elkaar verbindt vertoont een met mergelstenen hoekbanden afgewerkte bouwnaad; dit kan erop wijzen dat deze verbindingsvleugel van latere datum is dan de twee parallelle vleugels, hoewel de U-vorm reeds op de Ferrariskaart voorkomt. De bouwnaad in het linkergedeelte van deze gevel verwijst naar een verbouwing uit eind 18de - eerste helft 19de eeuw, met name de risalietvormige uitbouw in de westhoek. Een andere wijziging in het uitzicht gebeurde na 1844: de brede noordoostvleugel aangeduid in de Atlas van de Buurtwegen kreeg opnieuw zijn smal volume zoals op de Ferrariskaart.

Geelgeschilderde bakstenen gebouwen van twee bouwlagen onder zadel- en schilddaken (leien), op sommige plaatsen voorzien van mergelstenen hoekbanden. Smeedijzeren muurankers met krullen (17de eeuw).

Het woonhuis bevindt zich in de drie westelijke traveeën van de zuidwestvleugel. Het oorspronkelijke woonhuis schijnt zich te beperken tot de twee rechtertraveeën: hiervan resten twee kloosterkozijnen in de bovenverdieping, in een mergelstenen omlijsting met negblokken (eerste helft 17de eeuw). Het kloosterkozijn in de eerste, linkertravee dateert uit een latere periode, aangezien het gedeeltelijk in de omlijsting van een thans gedichte poort is aangebracht. De benedenverdieping werd aangepast: een getoogde deur in een omlijsting van hergebruikt materiaal uit het derde kwart van de 18de eeuw, kalksteen met sluitsteen en neuten. De twee gecementeerde vensteromlijstingen van de benedenverdieping imiteren deze stijl. Zoals vermeld bevond zich in de huidige eerste travee van het woonhuis oorspronkelijk een rondboogpoort in een waarschijnlijk mergelstenen omlijsting met imposten. Verhoogde begane grond met recente trap voor de deur.

De rest van deze vleugel bevat stallingen. Uit de 17de eeuw resten vier rondboogvormige staldeuren in een kalkstenen omlijsting met onregelmatige negblokken, sluitsteen en imposten. Twee rechthoekige bovenvensters hebben een omlijsting van materiaal uit dezelfde periode, mogelijk hergebruikt. De overige muuropeningen zijn van recente datum, op de getoogde deur na, in een omlijsting van het derde kwart van de 18de eeuw confer supra, mogelijk hergebruikt materiaal.

De achtergevel van het woonhuis is voorzien van kalkstenen lichtspleten, die van de stallen is blind. Twee recente vensters. Tegen de achtergevel van het woonhuis staan perebomen, en hier bevindt zich de moestuin.

De noordoostvleugel omvat de ruime, dubbele dwarsschuur. De gevelordonnantie met de twee bakstenen rondboogpoorten dateert uit de tweede helft van de 19de eeuw. Een stal of knechtenkwartier in de linkertravee is voorzien van een paar getoogde, 19de-eeuwse muuropeningen, twee deuren uit het derde kwart van de 18de eeuw (confer supra), waarvan één gedicht, en een rechthoekig laadventer in een vlakke kalkstenen omlijsting. Op de oude kern en het feit dat deze vleugel oorspronkelijk niet met de tegenover liggende verbonden was, wijst een kalkstenen rondboogdeurtje (confer supra) binnen een poortopening van de haaks aansluitende verbindingsvleugel.

Tegen de achtergevel werd voor kort een ruim dienstgebouw opgetrokken.

De noordwestzijgevel aan de zijde van het kasteel is voorzien van recente, mergelstenen kozijnen en een gevelsteen met het wapenschild van ridder Theodore de Borman (1803-1863), die in 1836 eigenaar wordt van het kasteel, en dat van zijn vrouw, en het devies NE DEGENERES. Mogelijk verwijst het naar de 19de-eeuwse bouwactiviteiten.

De zuidoostverbindingsvleugel heeft aan erfzijde op de twee bovenverdiepingen rechthoekige vensters uit de eerste helft van de 19de eeuw, van hergebruikt, kalkstenen materiaal. Vier korfboogpoorten op de benedenverdieping, de middenste inrijpoort en de twee flankerende lagere poorten in een kalkstenen omlijsting met negblokken, mogelijk eveneens hergebruikt materiaal, en twee recente, bakstenen poorten in de uiterste trav. De achtergevel is blind, op de inrijpoort en een paar recente muuropeningen na.

Ten noordoosten van de hoeve bevinden zich twee recentere gedeelten in neo-traditionele stijl (tweede helft 19de eeuw?): een woonhuis van het diephuistype, drie traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak (leien) met schild aan de voorzijde, voorzien van mergelstenen hoekbanden, kloosterkozijnen en deur. De achtergevel is voorzien van een aandak en schouderstukken, en een aanbouwsel in dezelfde stijl onder lessenaarsdak.

De verbinding met de noordoostvleugel van de hoeve wordt gevormd door een inspringend gedeelte, waarschijnlijk het 19de-eeuwse wagenhuis, met twee getoogde bakstenen poorten, en op de bovenverdieping vakwerkbouw met kloosterkozijnen en Sint-Andrieskruisen.


Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein van Schalkhoven [online], https://id.erfgoed.net/teksten/839 (geraadpleegd op ).