Beukelaremolen

Tekst van Beukelaremolen (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/79616)

Reeds in 1460 was er sprake van een molenhoogte ter hoogte van het gehucht "Luigem" ("Ludeghem meulenwalle"). Volgens de Ferrariskaart (1770-1778) bevond zich iets ten noordwesten van de huidige molensite een molen die de naam "Noorteynder Meulen" droeg. Tegen het midden van de 19de eeuw was deze molen afgebroken en bevond zich recht tegenover de huidige molen aan de andere zijde van de straat de "Beukelaer Molen". Deze naam zou zijn afgeleid van een nabijgelegen beukendreef. Naast "Beukelaer molen" droeg de molen vanaf die periode ook wel de naam "Bussches molen" genoemd naar de molenaarsfamilie Debusschere die vanaf circa het begin van de 18de eeuw werkzaam was in de molen. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de "Beukelaremolen", net als de zes andere molens van Merkem, volledig vernield. Aan de overkant van de Rodesteenstraat, recht tegenover de puinen van de vernielde "Beukelaremolen", werd in 1923 een soortgelijke molen ingeplant. Deze molen bevond zich voorheen in Poperinge en werd aldaar "den koornwindmolen van ’t Steentje" of ook wel "Steentje-molen" genoemd. Deze molen dateert van voor 1781 (zie inscripties) en was de enige molen die Poperinge telde vóór het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. De molen was gesitueerd in het gehucht "Steentje" (Poperinge), op de grens met Elverdinge (fusiegemeente Ieper). Na de verplaatsing van de molen naar Merkem werd hij, zoals zijn voorganger "Beukelaremolen" en "Bussches molen" genoemd. De familie Debusschere bleef deze molen tot 1958 bemalen. Een jaar na de bescherming werd de molen door de gemeente aangekocht en werden het daaropvolgende jaar rudimentaire herstellingswerken uitgevoerd. Tussen 1982 en 1986 werd de molen maalvaardig gemaakt. In 1985 werd een vrijwillige molenaar aangesteld en in 1987 werd de molen ingehuldigd.

Houten staakmolen bestaande uit een maal- en steenzolder op vier bakstenen teerlingen. De kap en windveeg zijn met houten schalies bedekt. Het voorwiel is op de bovenas bevestigd door middel van twee armen doorheen de as. De gebarsten 18de-eeuwse staak werd tijdens de restauratie met ijzeren banden versterkt.

Inrichting: korenmolen, twee koppels maalstenen en haverpletter. Windvaan op de kap met motief van een reiger met een vis tussen de snavel, dit naar de reigerskolonie ten noorden van de molen.

Inscripties op de middenlijst onderaan in de staak: "DMN VITTECOQLE 21 AVRIL 1839" en "I.F. NAELS 1781". Ook op de weegbanden zijn inscripties aangetroffen: "IVDOCV/ S FRAN/ NAELS/ 1787", "IOANNES/ WALLAEYS/ 1792", "J.B. SCHOLAERT/ 1851" en "L. MAES". Zichtbare gebeitelde telmerken op de voorweeg.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschapppen West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archiefnummer 636.
  • Provinciale Bibliotheek en Documentatiecentrum West-Vlaanderen, Iconografische collectie.
  • DEBAEKE S. & LERMYTTE J. 1995: Merkem in de kijker, het dorp anno 1900, tijdens de Grote Oorlog en de heropbouw, Veurne, 152.
  • DEVLIEGER L. 1984: De molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt, 224-229.
  • SIX J. 1987: Inwijdingsfeest van de gerestaureerde houten Beukelaremolen te Merkem, Wijk Luigem, Gemeente Houthulst, op zondag 30 augustus 1987, Molenecho's 15.5-6, 217-221.

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. 2006: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Houthulst, Deelgemeenten Jonkershove, Klerken en Merkem, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL24, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Beukelaremolen [online], https://id.erfgoed.net/teksten/79616 (geraadpleegd op ).