kasteel Terbos

Tekst van Kasteel Terbos en tuin (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/796)

Het kasteel Terbos was oorspronkelijk een prinsbisschoppelijk cijnshof, in 1745 gekocht door gravin Jeanne d'Aspremont en door haar herbouwd in 1746 (confer Wapensteen in Heibrikstraat).

Het eigenlijke kasteel Terbos is thans verdwenen, alleen de bijhorende hoeve bleef bewaard.

Op de Ferrariskaart staat het kasteel vermeld als Château den Boch. Het bestaat uit twee aansluitende, afzonderlijk omgrachtte percelen: het zuidelijke ligt aan de straat en is er door een brug over de omgrachting mee verbonden, links het kasteel en rechts het neerhof; in het noordelijke perceel -door een brug over de gracht met het zuidelijke verbonden- bevinden zich de tuin met twee kleine gebouwtjes, waarschijnlijk torens.

In de Atlas van de Buurtwegen (1844) wordt het goed vermeld als Opbosch Château. De globale schikking is grosso modo dezelfde, de hoevegebouwen zijn vernieuwd, getuige de gewijzigde schikking van de bestanddelen.

De hoeve ontwikkelde zich in de loop van de 19de eeuw tot een semi-gesloten type. In de loop van de 20ste eeuw verviel het eigenlijke kasteel geleidelijk aan, tot het voor een vijftigtal jaren volledig werd afgebroken. Het tracé van de grachten is nog in het terrein aanwezig, op sommige plaatsen nog van water voorzien.

Hoeve. Semi-gesloten geheel: woonhuis in het noordwesten, haaks erop aansluitende dwarsschuur ten westen, en stallen in de overige vleugels. Witgekalkte, bakstenen gebouwen.

Het woonhuis is een breedhuis van het dubbelhuistype, drie traveeën en twee bouwlagen onder wolfsdak, met een recente aanbouw links. Gevelsteen boven de woonhuisdeur met jaartal 1899. Getoogde muuropeningen.

De oostelijke stal schijnt vrij recent, mogelijk daterend uit de periode van de bouw van het woonhuis. Zadeldak. De oorspronkelijke muuropeningen zijn getoogd.

Het oudste gedeelte is de L-vormige vleugel ten westen van het erf, de dwarsschuur en het oorspronkelijke koetshuis en paardenstallen van het kasteel; mogelijk dateert dit gedeelte van de verbouwing uit de eerste helft van de 19de eeuw. Zadeldaken en schilddak (Vlaamse pannen). De erfzijde is sober, met getoogde en korfboogvormige, bakstenen poorten, deuren en vensters. De noord- en oostgevels van het koetshuis zijn voorzien van spitsboogdeuren met waaiers met houten roeden en kleine zoldervensters met houten roedeverdeling.


Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteel Terbos en tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/796 (geraadpleegd op ).