Parochiekerk Sint-Martinus

Tekst van Heropgebouwde parochiekerk Sint-Martinus met omringend kerkhof (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78587)

Parochiekerk uit de wederopbouwperiode, georiënteerd bedehuis te midden van een kerkhof; grotendeels omringd door lage geelbakstenen muur onder ezelsrug. Bewaarde arduinen grafmonumenten uit de tweede helft van de 19de eeuw en begin 20ste eeuw, ook bewaarde ijzeren kruisen (onder meer van 1911). Witgeschilderde bakstenen grafkapel van de familie Verhelst uit het midden van de 20ste, met boven het altaar, glasraam met voorstelling van "Aanbidding aan het kruis". Ten noorden van het koor, arduinen grafmonument voor de Zusters van het Onbevlekt Hart, afgesloten met ijzeren kettingen tussen arduinen paaltjes. In de zuidgevel van de sacristie, ingemetselde grafsteen (1820) voor de familie Hoste. Voorts op het kerkhof, een elftal grafzerken van Belgische militairen en een grafzerk van het Gemenebest (Tweede Wereldoorlog).

Ten zuidwesten van de kerk een gedenkkapel voor de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog . Hier is de kerkhofmuur uitgewerkt met smeedijzeren hek met opschrift op banderol "ONTFERM U MYNER VRIENDEN GY TEN MINSTE MYNE (VRIENDEN)", tussen twee bakstenen pijlers met gedenkplaten.

Tegen de westgevel van de zuidbeuk, in de oksel met de vooruitspringende hoofdbeuk, begroende veldstenen Lourdesgrot, waaronder kleine calvarie op altaar, afgesloten met ijzeren hekken. Naar verluidt gebouwd in 1946, als dank voor het beëindigen van de Tweede Wereldoorlog.

Geschiedenis

In 991 zou er reeds een (romaanse) kerk gebouwd zijn te Vladslo. De kerk ontstaat als een ‘eigen kerk’ op het allodium van de edelman Eilbodo. In 992 eerste vermelding van Vladslo als "Frordeslo" wanneer de parochie door bisschop Radbod van Noyon-Doornik onder het patronaat gesteld wordt van de Sint-Pietersabdij van Gent.

15de eeuw: de kerk wordt vernield door een brand (mogelijk circa 1489), enkel de vieringtoren van de 12de eeuw blijft intact.

1537: de kerk wordt heropgebouwd in gotische stijl, de romaanse vieringtoren blijft behouden.

1609-1610: uitvoering van timmerwerken in de zuidelijke kruisbeuk.

1625-1626: de drie koren worden vernieuwd (confer bewaarde rekeningen).

1641-1643: vermelding van "verstevigen van de romaanse toren en de vernieuwing van twee bogen onder de toren".

1727: plaatsen van biechtstoel, vervaardigd door Hendrik Pulinx (Brugge). In de 19de eeuw wordt deze biechtstoel verkocht aan de parochie Beerst.

1844-1848: de kerk wordt uitgebreid en hersteld naar ontwerp van architect P. Buyck (Brugge). Westelijke uitbreiding met een neoromaans driebeukig schip (confer rondbogenfries en -vensters), dit met behoud van de achthoekige romaanse vieringtoren, het laatgotische transept en het dito koor.

1852-1853: herstellingen aan de toren naar ontwerp van architect P. Buyck (Brugge).

1856: plaatsen van de preekstoel naar ontwerp van F. Dumon (Brugge).

1864-1873: herstel aan de toren, uitbreiding van de sacristie naar ontwerp van architect P. Buyck.

1881: bouw van de sacristie en interieuraanpassingen.

Kort vóór de Eerste Wereldoorlog wordt de vieringtoren grondig gerestaureerd.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog gebruiken de Duitsers de kerk als lazaret. In 1917 brandt de kerk volledig af, ten gevolge van geallieerde brandbommen. De preekstoel en twee schilderijen waren - op vraag van de parochianen - door een Duitse aalmoezenier in veiligheid gebracht in de kerk van Koekelare.

Wederopbouw

De kerk wordt in 1924-1925 heropgebouwd in neogotische stijl naar ontwerp van architect Théodore Raison (Brugge). Hierbij wordt grosso modo 'teruggekeerd' naar het beeld van de laatgotische hallenkerk (de regionale baksteengotiek), met een min of meer getrouwe reconstructie van de romaanse vieringtoren. Het neoromaans driebeukig schip van 1844-1848 wordt in plattegrond behouden, doch krijgt opstanden naar analogie met de laatgotiek. De voltooiingswerken worden uitgevoerd onder leiding van architect A. De Poortere (Ieper) tussen 1926-1929. De eigenlijke wederopbouw verschilt op één punt van de bij de KCML ingediende plannen (1921, zie illustratie): de sacristie wordt niet in de noordoosthoek gebouwd, maar wel in de zuidoosthoek. Tegen het noordoostelijk zijkoor wordt in 1930 een nutsruimte aangebouwd.

De plattegrond ontvouwt een driebeukige hallenkerk. Schip van drie traveeën met vooruitspringende middenbeuk (portaal); transept met rechte sluiting; achtzijdige vieringtoren op vierkante basis; in de oksel van de noordbeuk en het transept, veelhoekige traptoren; hoofdkoor van drie traveeën met driezijdige sluiting, zijkoren van twee traveeën met rechte sluiting. In het verlengde van het zuidelijke koor: sacristie van twee traveeën op L-vormig grondplan. In het verlengde van het noordelijk koor: nutsruimte op rechthoekig grondplan.

Materialen. Gele baksteenbouw op hoge dito plint. Afdekking door middel van leien zadeldaken op geprofileerde bakstenen kroonlijst. Gebruik van veldsteen en natuursteen voor de toren. Achthoekige leien torenspits.

Wederopbouwarchitectuur aansluitend bij de regionale baksteengotiek.

Westgevel met drie tuitgevels: vooruitspringend portaal, begrensd door haaks op elkaar gestelde versneden steunberen; korfbogig portaal ingeschreven in spitsboog met druiplijst; erboven spitsboograam op afzaat, met maaswerk (drielicht) en druiplijst In de geveltop, twee lichtgleuven en jaartal "1924" in baksteen uitgewerkt.

Zijbeuken en koor geritmeerd door versneden steunberen en spitsboogramen op afzaat (tweelichten en drielichten).

Transepten begrensd door overhoekse versneden steunberen met spitsboognis met drielobmotief; spitsboograam op afzaat en voorzien van maaswerk (vierlicht); in de geveltoppen, kruisen uitgewerkt in baksteen. In de oksel van de noordbeuk en het transept, veelhoekige traptoren onder leien torenspits, voorzien van lichtgleuven.

Hoofdkoor van drie traveeën met driezijdige koorafsluiting; geritmeerd door versneden steunberen en spitsboogramen op afzaat en met maaswerk (drielichten).

Aansluitend bij het zuidkoor, lage sacristie: tuitgevels met aandaken bekleed met leien. Natuurstenen kruiskozijnen ingeschreven in geprofileerde bakstenen korfboognis. Roodbeschilderd houtwerk met glas in lood en diefijzers. Recent vernieuwde westgevel met gerecupereerd natuurstenen kruiskozijn. Een gekanteelde muur met korfboogpoortje maakt de verbinding tussen de sacristie en het hoofdkoor.

Aansluitend bij het noordkoor, bergruimte onder plat dak en voorzien van kantelen, natuurstenen kruiskozijn en korfboogpoortje.

Wederopbouwarchitectuur aansluitend bij de romaanse stijl.

Vieringtoren in veldsteen, gereconstrueerd naar de vooroorlogse toren (12de eeuw): achtzijdige vieringtoren op vierkante basis; gekoppelde rondbogige galmgaten met middenzuiltjes en kapitelen in witte natuursteen, verdiept in rondboognis en op afzaat; doorgetrokken druiplijst, hoekkettingen, waterlijst en kroonlijst in dito materiaal.

Interieur

Tochtportaal onder het doksaal, houten paneeldeuren met glas in lood. Witbeschilderde bepleisterde hallenkerk, gemarkeerd door de geelbakstenen omlijstingen van onder meer de spitsbogige scheibogenarcade op dito zuilen met sokkels en kapitelen. Overwelving van middenbeuk, zijbeuken, transept en zijkoren door middel van houten spitstongewelven op houten kroonlijst op consoles van witte natuursteen, houten trekbalken. De viering is overwelfd door middel van een bakstenen kruisribgewelf met mangat, natuurstenen ribben en omlijsting van mangat. In de koren, bewaarde eiken lambrisering met paneelstructuur in de drie koren, telkens onderbroken door bakstenen spitsboognisssen.

Mobilair

Schilderijen in de noordbeuk: "De bewening", olie op doek, Vlaamse School, vermoedelijk 17de eeuw; "Onze Lieve Vrouw schenkt de H. Dominicus de rozenkrans", olie op doek, Vlaamse School, eind 17de eeuw. Zuidbeuk: schilderij "Onze Lieve Vrouw van de Rozenkrans met de H. Barbara en de H. Catharina van Alexandrië", olie op doek, Vlaamse School, begin 18de eeuw.

Zuidtransept: schilderijen "Aanbidding der wijzen" en "H. Veronica met zweetdoek", beiden olie op doek, Vlaamse School, 17de eeuw.

Natuurstenen altaar in het zuidkoor, houten neogotisch retabel met polychroom beeld van Sint-Livinus (17de eeuw) en opschrift " ' T JAAR 400 BREEKT DE ZEEDIJK DOOR 'T JAAR 655 LANDT DE H. LIVINUS TE FLORDESLO (Vladslo) EN GENEEST ER DE KRANKEN". Quasi identiek altaar in noordkoor, neogotisch retabel met polychroom beeld van Onze-Lieve-Vrouw met kind.

Preekstoel met klankbord, vervaardigd door F. Dumon (Brugge) in 1856; beelden: vier vrouwen die het geloof, de hoop, de liefde en de godsdienst verzinnebeelden; sokkel in de vorm van de profeet Elias die uitgeput tegen een boom leunt; trapleuning met gebeeldhouwde engelen met passiewerktuigen als trappaal; kuip met afbeeldingen van Christus, Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Johannes en Maria-Magdalena.

Glasramen in hoofdkoor: "H. Johannes de Apostel, H. Livinus en gevolg" met op achtergrond kerktorens van Diksmuide en Brugge, onderaan wapenschild van Baron de Crombrugghe met leuze "EPERONS DE NOS VERTUS", wapenschild van België en opschrift "IN MEMORIAM NOB. BARONIS CAROLI DE CROMBRUGGHE 1925"; "Christus aanbeden door de Engelen" met kerktorens op achtergrond, opschrift "ADVENIAT REGNUM TUUM", tevens wapenschilden met leuzes; zuidelijk "H. Maria, H. Rosalia, H. Appollonia, H. Maria Margaretha, H. Godrun ", opschrift "IN MEMORIAM ALBINI VANDEPER F.T. ROSALIA DECEUNINCK 1925" geflankeerd door de wapenschilden van Vladslo en West-Vlaanderen.

Glasramen in noordelijk koor: "Maria's opdracht" (1926), twee glasramen met de attributen en symboliek betreffende Onze-Lieve-Vrouw.

Glasramen in zuidelijk koor: "Marteldood van den H. Livinus" (1926) met opschrift "TER NAGEDACHTENIS DER EERW. H.H. PASTOORS (...) - TER NAGEDACHTENIS VAN DE GESNEUVELDE OUD-STRIJDERS EN DOODGEMARTELDE BURGERLYKE SLACHTOFFERS VAN VLADSLOO -WERELDOORLOG 1914-1918 1926"; "Attributen en monogram van Sint-Livinus" en "Marteltuigen van Sint-Livinus". Alle glasramen vermoedelijk van het huis J. Peene-Delodder.

Grafstenen ingemetseld in westgevels van de zuidbeuk en de noordbeuk: respectievelijk van Joseph Corn. Kemele (gestorven 1715), en van voor Antheunis Corn. Kemele (hoofdman van de parochie Vladslo, gestorven 1689). Houten gedenkplaat in noordelijk zijkoor met centraal wapenschild en leuze van Baron de Crombrugghe met opschrift "NATUS GAND 13 MARTII 1865 - OBIIT 8 SEPTEM. 1919".

  • Afdeling ROHM West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nummer W/01423.
  • Archief KCML, Plannen betreffende de wederopbouw van de parochiekerk toegewijd aan Sint-Martinus in Vladslo.
  • Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Fototheek en website.
  • DE SMIDT F., De romaansche kerkelijke bouwkunst in West-Vlaanderen, s.l., 1940, p. 112.
  • JACOBS M., Zij die vielen als helden… Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge, 1996, p. 407-408.
  • NOTEBAERT A., NEUMANN C. e.a., Inventaris van het archief van de Dienst der Verwoeste Gewesten, Algemeen Rijksarchief, Brussel, 1986 (dossier 4991 betreffende het portaal).
  • PEETERS I., Gemeente Vladslo. Arrondissement Veurne-Diksmuide, s.l., 1952, p. 2-21.
  • ROOSE B., Repertorium van bronnen voor kunst- en cultuurgeschiedenis in het archief van de provincie West-Vlaanderen (3de afdeling) 1817-1879, Brussel, 2001, p. 362-363.
  • ROOSE-MEIER B. & VERSCHRAEGEN H., Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische Bedehuizen. Provincie West-Vlaanderen. Kanton Nieuwpoort, Brussel, 1975, p. 22.
  • S.N., Waar men gaat langs Diksmuidse wegen, komt men een kapelletje tegen, s.d., s.l.
  • S.N., Stille getuigen 1914-1918. Kunst en geestesleven in de frontstreek, Brugge, 1964, p. 69-70 (tentoonstellingscatalogus).

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Heropgebouwde parochiekerk Sint-Martinus met omringend kerkhof [online], https://id.erfgoed.net/teksten/78587 (geraadpleegd op ).