Duitse militaire begraafplaats, zogenaamd "DEUTSCHER SOLDATENFRIEDHOF VLADSLO 1914-1918"

Tekst van Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78564)

Duitse militaire begraafplaats, zogenaamd "DEUTSCHER SOLDATENFRIEDHOF VLADSLO 1914-1918" (zie bronzen gedenkplaat toegangsgebouw), met beeldengroep “Treurend Ouderpaar” van Käthe Kollwitz, beschermd als monument bij M.B. van 18.03.1997. In oktober 1914, tijdens de IJzerslag, werden de eerste Duitse soldaten begraven op een speciaal aangelegde begraafplaats in het "Praatbos" (benaming "Praet Bosch" alsdusdanig reeds aangeduid op de Vandermaelenkaart, circa 1850, restant van een boscomplex te Koekelare, Bovekerke (Koekelare) en Vladslo, zie Ferrariskaart van 1770-1778). Nog in het "Praatbos" werd een medische post geïnstalleerd, wat de stijging van het aantal graven verklaart. Tegen 1918 waren er 3.233 Duitse doden begraven.

In 1956-1958 werden de Duitse begraafplaatsen in West-Vlaanderen samengevoegd tot vier grote begraafplaatsen, met name te Vladslo, Hooglede, Menen en Kortemark. De Duitse militaire begraafplaats werd hierbij uitgebreid met circa 22.000 doden, afkomstig van meer dan 60 kleinere begraafplaatsen, waardoor het totaal aantal graven circa 25.000 is. In die periode werden ook de beeldengroep zogenaamd “Treurend Ouderpaar” (1932) naar ontwerp van van de Duitse expressionistische kunstenares Käthe Kollwitz-Schmidt (Koningsbergen, 1867-1945) en het graf van haar zoon Peter (deze was in de nacht van 23 op 24 oktober 1914 gesneuveld bij de kapel van Onze-Lieve-Vrouw-ter-Hulpe te Esen) verhuisd van de Duitse begraafplaats “Friedhof Roggeveld” (Esen, zie onder dorpsinleiding Esen) naar die van Vladslo. Hierbij werd de begraafplaats heringericht door de Duitse architect Robert Tischler.

De toegang tot de begraafplaats wordt gemarkeerd door een roodbakstenen toegangsgebouw onder pannen schilddak met dakruiter. Centrale doorgang met gecanneleerde zuilen van natuursteen. In het vertrek rechts - afgesloten met ijzeren hek - wordt het guldenboek en de namenlijst van de gesneuvelden bewaard.
De eigenlijke begraafplaats is omgeven door een dubbele beukenhaag en beplant met een dertigtal eiken. De begraafplaats is ingedeeld in tien symmetrisch aangelegde perken waarin vierkante granieten stenen liggen met telkens de inscriptie van de soldatennamen (maximum twintig per steen), deze zijn sporadisch onderbroken door paarsgewijs ingeplante, ruw behouwen basalten kruisen.

Op het einde van perspectiefas vanuit het toegangsgebouw bevindt zich de beeldengroep zogenaamd “Treurend Ouderpaar” of "Die Eltern": de blauwhardstenen beelden stellen een vader en moeder voor, hun gezichten gewend naar de dodenakker, net ter hoogte van de grafplaat voor hun zoon Peter. De beelden zijn geknield op een sokkel. Links de vader, bewegingsloos rechtop zittend met de armen gekruist tegen het lichaam met strakke jas. Zijn gelaat heeft een gesloten uitdrukking, met diepliggende ogen. De moeder zit rechts van hem, voorovergebogen met neergeslagen ogen. Ze is gehuld in een lang kleed en drukt de armen strak tegen zich aan. Het ontwerp van Käthe Kollwitz werd uitgevoerd door de Duitse beeldhouwers August Rhades (de vader) en Fritz Diederich (de moeder).

Käthe Kollwitz overwoog reeds in december 1914 om een herdenkingsmonument voor haar zoon te maken, uiteindelijk kwamen "Die Eltern" in 1932 tot stand. Zij wou met haar kunstwerk niet alleen haar eigen verdriet uitdrukken, maar ook spreken in naam van alle ouders wiens zonen omgekomen waren. De beelden werden een internationaal symbool van diepe droefheid en een stille aanklacht tegen oorlogsgeweld.

  • Afdeling Ruimtelijk Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 281.
  • Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).
  • ERVINCK L., DEBAEKE S., Het drama van Esen, Koksijde, 1996, p. 140-144.
  • VANSUYT M., VAN DEN BOGAERT M., De militaire begraafplaatsen van W.O. I in Vlaanderen, deel 5: De Belgische en Duitse militaire begraafplaatsen, Erpe, 2001.
  • VLAEMYNCK J., Duitse stellingen te Diksmuide, Esen en Vladslo (10 november 1917 tot einde februari 1918), in Den Dyzere, jaargang 1, nr. 1, 1982, p. 8-16.

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Duitse militaire begraafplaats Vladslo met Treurend Ouderpaar [online], https://id.erfgoed.net/teksten/78564 (geraadpleegd op ).