Site van de Dodengang

Tekst van Belgische stelling Dodengang (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/78243)

Site op de linkeroever van de IJzer met een reconstructie van het netwerk van loopgraven en bunkers die deel uitmaakten van de eerste Belgische linie tussen kilometerpaal 16 en de Duitse voorpost zogenaamd "Petroleumtanks".

Geschiedenis van de site

23-24 oktober 1914: tijdens de Slag aan de IJzer steken Duitse troepen ter hoogte van het gehucht Tervate (Stuivekenskerke) massaal de IJzer over en verspreiden zich zuidwaarts waarbij ze de strategische "Petroleumtanks" innemen. Ondanks een (vergeefse) tegenaanval van de Franse marinefuseliers en de geslaagde inundatie van de IJzervlakte kunnen de Duitse troepen deze strategische stelling op de linkeroever van de IJzer behouden en uitbouwen tot een voorpost.

Mei 1915: generaal Jules Jacques beveelt het zwakke punt van de Belgische verdedigingsstelling in de bocht van de IJzer ter hoogte van kilometerpaal 16 te versterken. De verovering van de Duitse stellingen in de "Petroleumtanks" is hierbij echter van essentieel belang. Na diverse mislukte pogingen in open veld, graaft het Belgische leger vanaf 18 mei 1915 in de IJzerdijk een 'sappe' (naderingsloopgraaf) in de richting van deze petroleumtanks. Verrassend genoeg blijken de Duitse troepen net hetzelde - maar dan in omgekeerde richting - te doen. Na drie weken wordt een patstelling bereikt waarbij beide partijen elkaar tot op enkele m genaderd zijn. De vervaarlijke ligging in de onmiddellijke nabijheid van vijandelijke stellingen (onder meer de "Petroleumtanks" en de Duitse linies aan de overkant van de IJzer) en de veelvuldige bloedige aanvallen van Duitse zijde, bezorgen deze verdedigingslinie weldra de naam "Boyau de la Mort" of "Dodengang".

Circa juni 1915: de oorspronkelijk eenvoudige naderingsloopgraaf wordt uitgediept tot circa 1,8 meter en uitgebouwd tot een stevige verdedigingslinie met borstweringen bestaande uit 'vaderlandertjes' (zakjes gevuld met zand en aarde) en aarden dwarswallen om de vijand bij een eventuele inname te verhinderen over de volledige lengte te kunnen vuren.

Juli 1915: de loopgraaf wordt aan de westzijde ontdubbeld door de aanleg van een terugkeerloopgraaf met een houten spoorlijntje (zogenaamd Décauvillespoor) waarlangs alle materiaal en minutie wordt aangevoerd.

September 1915: ten zuidwesten van het begin van de "Dodengang" begint de Derde Legerdivisie met de aanleg van een oost-west gerichte verdedigingsstelling, de zogenaamde "Schans van de Ruiter". Vanuit deze nieuwe verdedigingsstelling, die gedurende de ganse oorlog verder zal worden uitgebouwd, kan het Belgische leger de strategisch zó belangrijke "Dodengang" bij een eventuele Duitse inval onder vuur nemen.

11 okober 1915: tijdens herhaaldelijke pogingen van Duitse zijde om het hoofd van de "Dodengang" in te nemen, sneuvelen talrijke Belgische soldaten. Om deze bloedige aanvallen te beperken beslist de Belgische legerleiding de "Dodengang" aan de noordzijde in te korten. Op 11 oktober veroorzaakt de Genie van de Derde Legerdivisie een dijkbreuk op ongeveer 275 meter van kilometerpaal 16 waardoor het water van de IJzer als buffer met de vijandelijk linies rechtstreeks in verbinding komt te staan met de reeds gerealiseerde inundatie.

1917: het hoofd van de Dodengang wordt ingericht als een oninneembaar weerstandsnest dat de toepasselijke benaming "Muizenval" krijgt.

15 oktober 1918: de vijandelijke bezetter verlaat de IJzervlakte.

1922: het Ministerie van Defensie beschermt "le boyau de la mort" samen met "le boyau du Cavalier" als 'site de guerre'.

1924: om het jaagpad langs de IJzer opnieuw operationeel te maken, wordt de "Dodengang" ietwat naar het westen gereconstrueerd. Bij deze reconstructie worden de doorgangen geplaveid en worden oorspronkelijke 'vaderlandertjes' vervangen door zakjes gevuld met cement. Tevens wordt op initiatief van de "Koninklijke Touring Club van België" een demarcatiepaal ten noorden van de "Dodengang" opgesteld als één van de 22 demarcatiepalen die in dat jaar werden opgericht op plaatsen waar de vijand tijdens de Eerste Wereldoorlog het verst was doorgedrongen op Belgisch grondgebied.

1927: de "Koninklijke Touring Club van België" zorgt ervoor dat een nieuwe weg aan de IJzeroever langs in plaats van door de site van de "Dodengang" wordt aangelegd. In datzelfde jaar bekomt de club eveneens de concessie om de site te beheren en te exploiteren.

1940-1944: op last van de Duitse bezetter wordt het drietalige opschrift "HIER WERD DE OVERWELDIGER TOT STAAN GEBRACHT" op de demarcatiepaal verwijderd.

Tweede helft 20ste eeuw: het 11de Bataljon Genie onderneemt diverse herstellingswerken aan de "Dodengang" onder meer in 1962, 1973, 1981, 1995, 1998.

2001-2002: ten zuiden van de site wordt het oorspronkelijk onthaalgebouwtje uit de jaren 1920 afgebroken en vervangen door een hedendaags bezoekerscentrum.

Zogenaamde "Dodengang". Noord-zuid georiënteerde ontdubbelde loopgang in de dijk aan de linker oever van de IJzer aangelegd. Aan de oostzijde een loopgraaf met verspringend verloop door middel van aarden dwarswallen, betonnen dwarsmuren en een zestal kleine bunkers. Aan de westzijde min of meer rechtlijnige bevoorradingsloopgraaf op onregelmatige afstand met de eerste verbonden met - al dan niet overdekte - doorgangen.
Borstweringen opgebouwd uit zakjes gevuld met kiftbeton ter vervanging van de oorspronkelijke 'vaderlandertjes', kleine zakjes gevuld met aarde en zand. De bunkers zijn opgetrokken in geprefabriceerde betonstenen.

Zogenaamde "Muizenval", ten noorden aan het hoofd van de "Dodengang". Oninneembaar weerstandsnest bestaande uit een uitgegraven vierkante ruimte met twee vooruitgeschoven gebetonneerde uitkijkposten en ten zuiden een stevige betonnen bunker met schiet- en granaatgaten.

Zogenaamde "Schans van de Ruiter", ten zuidwesten aan het begin van de "Dodengang". Oost-west georiënteerde en opgehoogde verdedigingsstelling bestaande uit twee evenwijdige loopgraven waarbij de ene loopgraaf boven de andere is geplaatst. Borstweringen evenveens uit zakjes gevuld met kiftbeton. Voorts labyrint van onder meer trappen, aarden plateaus, betonnen doorgangen, observatieposten en bunkers in geprefabriceerde betonblokken en monolietbeton.

Zogenaamde Demarcatiepaal nummer 12 opgesteld ten noorden van de "Dodengang".
Deze demarcatiepaal is één van de 22 demarcatiepalen die door de "Koninklijke Touring Club van België" in 1921 werden opgericht om de verste opmars van de Duitse troepen op nationale bodem te markeren. De oorspronkelijke tekst "hier werd de overweldiger tot staan gebracht" en de Engelse en Franse vertaling werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door de Duitse bezetter weggehakt.

Geprofileerde roze granieten zuil met piramidale opbouw naar ontwerp van beeldhouwer Paul Moreau-Vauthier (Frankrijk). Bovenaan, gesculpteerde Belgische helm met leeuwenkop als kenteken, omlijst met lauwerkrans. Op de zuil, reliëf met aan de noordzijde een veldfles en aan de zuidzijde een munitiezak van het Belgische type, respectievelijk opgehangen aan gekruiste koppelriemen. Op de vier hoeken, mills-handgranaat aan palmtak. Vooraan bewaarde opschriften: "DIXMUDE", "TOURING-CLUB DE BELGIQUE" en "DON DE LA PROVINCE DE HAINAUT".

Voorts, ten zuiden van de "Dodengang" herinneringsmonument met het tweetalige opschrift "DODENGANG, HIER HEEFT ONS LEGER DE INVALLER IN BEDWANG GEHOUDEN 1914-1918" geschonken door M. Baugniet (Marcinelle) zie opschrift.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nr. 584.
  • Inventarisatie van Relicten uit de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek (Provincie West-Vlaanderen, "Oorlog en Vrede in de Westhoek", en Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Monumenten en Landschappen).
  • AERTS M., VERBIST R., De Dodengang in Diksmuide, in DEVOS L., Burchten en Forten en andere versterkingen in Vlaanderen, Leuven, 2002, p. 216-222.
  • DEBAEKE S., Het drama van de Dodengang, Kortrijk, 1998.
  • DE VOS L., De Dodengang, s.d., informatiebrochure.
  • GYSEL A., De Dodengang en de Ruiterschans, in Westhoek, jg. 35, nr. 1, 1999, p. 10-15.
  • JACOBS M., Zij, die vielen als helden…, Inventaris van de oorlogsgedenktekens van de twee wereldoorlogen in West-Vlaanderen, Deel 2, Brugge, 1996, p. 163.
  • MOONS W., Van IJzer tot polder, Leuven, 1995, p. 63-64.
  • VLAMYNCK J., De Dodengang, in Den Dyzere, jg. 2, nr. 1, 1983, p. 6-12.

Bron: MISSIAEN H. & VANNESTE P. met medewerking van GHERARDTS F. & SCHEIR O. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Diksmuide, Deel I: Deelgemeenten Diksmuide, Beerst, Esen, Kaaskerke, Keiem en Lampernisse, Deel II: Deelgemeenten Leke, Nieuwkapelle, Oostkerke, Oudekapelle, Pervijze, Sint-Jacobskapelle, Stuivekenskerke, Vladslo en Woumen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL18, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Missiaen, Halewijn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Belgische stelling Dodengang [online], https://id.erfgoed.net/teksten/78243 (geraadpleegd op ).