Vrijstaand landhuis

Tekst van Landhuis met tuin (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/77083)

Het pand dateert uit het eerste kwart van de 19de eeuw. Het volume staat weergegeven op de Poppkaart (circa 1842).

Vermoedelijk was het een buitenhuis of buitengoed van een kapitaalkrachtige familie. De term buitenhuis wijst op een tweede verblijf buiten de stad op het platteland. Een buitenplaats wordt omschreven als een eenheid van huis en park. De belangrijkste factoren die de ligging van het buitenhuis zullen bepalen zijn onder meer de gezonde luchtstreek en de goede bereikbaarheid vanuit de stad. Ook de schoonheid van het omliggende landschap moet een voorname rol hebben gespeeld bij de keuze van een buitenverblijf. Op de kaart van Ferraris (1770-1778) wordt de huidige Generaal Lemanlaan gekenmerkt door een open landschap met schaarse bebouwing.

Mutatieschetsen, bewaard in het kadasterarchief, geven een beeld van de latere wijzigingen. In 1864 was het huidige perceelnummer opgesplitst in twee percelen. Het ene staat weergegeven als een lusttuin, het ander als een huis. Beiden waren eigendom van Manceau Maria Josephina uit Oostende. Tijdens de uitbreiding in 1864 krijgt de woning een T-vormige plattegrond. Nadien volgen nog enkele grenswijzigingen aan het perceel. In 1977 krijgt de woning grotendeels het plattegrond van vóór 1864 terug.

Vrijstaand landhuis in sobere classicistische stijl, uit het eerste kwart van de 19de eeuw. Landhuis gesitueerd in het voorste gedeelte van een ommuurde tuin met aan de achterzijde parkaanleg, voorzien van hoogstammige bomen, overwegend bestaande uit beuken. Aan de straatzijde een onbebouwde strook, op circa 15 meter achter de rooilijn over de volledige perceelbreedte afgesloten door een smeedijzeren hek met dubbele poort in laatclassicistische stijl, geïnspireerd op een Frans classicistisch voorbeeld. Hek voorzien van een plaatje met opschrift: "V LEFEVRE F BRUGES".

Dubbelhuis op rechthoekige plattegrond van twee bouwlagen onder schilddak bedekt met rode golfpannen en zuid georiënteerde hoofdgevel.

Merkwaardige, symmetrische tuinaanleg, met aan beide zijden van het hoofdgebouw twee halfcirkelvormige bermen die samenkomen tegen de achtergevel en toegang geven op de verdieping.

Bepleisterde en witbeschilderde voorgevel van vijf traveeën. Centrale, brede middenrisaliet met rondboogvormige deuropening gevat in een omlijsting met imitatievoegen tot aan de tussendorpel, met op de verdieping rechthoekig balkonvenster.
Op de begane grond 2 x 2 beluikte rondboogvensters gevat in boognissen die in de plint aanzetten. Samen met het middenrisaliet geven deze twee vensters een specifieke ritmiek aan de hoofdgevel. Meer sober uitgewerkte verdieping met rechthoekige vensters. 19de-eeuwse ramen met grote roedeverdelingen, vleugelramen omgevormd tot schuiframen.

De overige gevels zijn opgetrokken in witbeschilderd baksteenmetselwerk. Beide zijgevels zijn blind. Tegen de linkerzijgevel twee kleine uitbouwen op de begane grond met zinken afdekking, voor diepe wandkasten die de schouw van het linker benedensalon flankeren. De achtergevel is een verankerde, witbeschilderde bakstenen gevel met middendeur geflankeerd door telkens twee beluikte vensters.

Interieur. Symmetrische aanleg met kleine inkom op vierkante plattegrond, en twee flankerende rechthoekige salons, toegankelijk via dubbele paneeldeuren. Vloer voorzien van zwart-witte tegels.
Tegenover de inkomdeur wandnis gevat in een omlijsting met stucwerkversieringen op de penanten. Stucwerkversiering onder meer met palmetten, vaasornamenten, ruitmotieven die onder invloed staan van de directoirestijl. De wandnis is geflankeerd door twee lagere deuren. De linkerdeur geeft toegang tot de halfcirkelvormige houten trap naar de verdieping, de rechter deur tot de vroegere keuken. Beide salons zijn elkaars spiegelbeeld, door de tegenover elkaar geplaatste witmarmeren schouwen in de as van de deuropeningen. Meer uitgewerkt rechter salon met nog oorspronkelijk plafondstucwerk bestaande uit een grote cirkel voorzien van een soort palmetmotieven.
Rechts achteraan deels onderkelderd. Kelder onder opkamer is voorzien van een tongewelf, het vroegere opkamertje vormt nu, door het wegbreken van een muur; één geheel met het rechtersalon.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, archief nummer 2313.

Bron: GILTÉ S. & VAN VLAENDEREN P. met medewerking van VANWALLEGHEM A. & DENDOOVEN K. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Brugge, Deelgemeente Assebroek, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL20, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Gilté, Stefanie; Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Landhuis met tuin [online], https://id.erfgoed.net/teksten/77083 (geraadpleegd op ).