Kasteel van Lozer

Tekst van Kasteeldomein della Faille d'Huysse (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/74329)

Zogenaamd "Kasteel d'Huysse" ook "Kasteel van Lozer" of "Kasteel della Faille" genoemd. Huidig kasteel met bijgebouwen in uitgestrekt landschapspark met vijvers begrensd door de Kasteelstraat (ten noorden), de Appelhoekstraat (ten westen) en de Lozerbeek (ten zuiden). Oorspronkelijke toegang met poort en brug over de omgrachting aan de Appelhoekstraat. Huidige vermoedelijk vroeg 19de-eeuwse toegang met houten hek en conciërgewoning aan de Kasteelstraat met schuin naar oosten leidende dreef naar de in 1844 door de kasteelheren gebouwde kerk.

Zeer oude nederzetting, vermoedelijk van Frankische oorsprong zoals Ayshove en het Goed ter Weeden, zogenaamd "'t Goed 'T Uplozere", zetel van de heerlijkheid Huise, met als eerst gekende heer Eustachius van Vijve, in een charter van 1080 vermeld als Eustachius de Usa. Belangrijke eigenaars in de 15de tot 16de eeuw waren de familie Vilain van Gent en de familie de Montmorency van Nevele met als meest illustere bezitter Filip de Montmorency, graaf van Hoorn, die in 1568 samen met Lamoraal van Egmont te Brussel onthoofd werd. Na herhaaldelijke verkopen, in 1654 in bezit van J.-B. della Faille, grootbaljuw van Gent. Hij maakte van het omgrachte heerlijke verblijf zijn tweede residentie. In 1736 tot baronie verheven en achtervoegsel d'Huysse toegevoegd aan hun familienaam. De opeenvolgende generaties van deze familie speelden een belangrijke rol in de nationale en lokale politiek onder meer als burgemeester van Huise.

In 17de-eeuws landboek omschreven als "casteel, mote en wallen op 't goet t' Uplozere, de warande, het neerhof mete lochtync ende bogaert, den lapschuer bosch, 't schilt vijverken, oost de dreve an de wal". Op de Ferrariskaart (1771-78) is nog een meerledig site met walgracht weergegeven met afzonderlijk omgracht opperhof en omgracht voorplein met dienstgebouwen met toegang in het westen en vrij rechtlijnige vijvers. Een landboek uit begin 19de eeuw opgemaakt onder Fr. della Faille toont reeds een aangepaste aanleg met "Engelsen hof" en moestuin. Sinds het primitief kadasterplan (1824) kasteel met zelfde plattegrond als nu, dus vermoedelijk in de loop van het eerste kwart van de 19de eeuw verbouwd in empiregetinte stijl (zie oude foto's) op behouden funderingen; grachten omgevormd tot vijvers met grilliger vormen. Huidige naar het zuiden uitgebreide parkaanleg volgens plan van 1885, gesigneerd Ed. Keilig (Brussel), bekende tuinarchitect en ontwerper van de stadsparken van onder meer Antwerpen, Oostende, Luik en grote domeinen in Brussel en elders, onder meer het park bij het kasteel de Ribaucourt te Perk, van de echtgenote della Faille. Kasteel aangepast na 1914 (zie F. De Smet door architect Valentin Vaerwijck) tot zijn huidig neo-Lodewijk XVI-voorkomen met toevoeging van een mansardedak en wapenschilden van de opdrachtgevers, baron della Faille en gravin de Ribaucourt.

Ten westen, aan de huidige Appelhoekstraat, vroegere toegang tot het domein met bakstenen poortmuur met rechthoekige houten poort onder leien schilddak. Aan de straatzijde deels behouden hardstenen hoekblokken en schuin geplaatste bakstenen muurtjes. Tuinzijde met bakstenen boogbrug en lage gebogen muren.

Tweede toegang in noorden, heden met houten hek aan hardstenen pijlers met schamppalen met gebogen toegangsweg en bakstenen boogbrug over de noordelijke omgrachting.

Kasteel op vierkante plattegrond met noordzijde palend aan de oude, heden tot vijver omgevormde omgrachting en uitgebouwde westzijde. Volledig onderkelderd blokvormig volume van oorspronkelijk zes op zes traveeën en twee bouwlagen. Oude kern van verankerde bak- en zandsteen, zichtbaar in noordgevel met geblokte ontlastingsbogen boven de benedenvensters en sporen van gedichte steigergaten boven de tweede verdieping Vermoedelijk begin 19de eeuw verhoging met één bouwlaag en tentdak met belvedère, aangepaste vensters, onder meer rondboogvormige benedenvensters en Serliaans drielicht in uitgebouwd overdekt terras in de voorgevel op het zuiden (zie prentbriefkaart). Huidig voorkomen van na 1914 in neo-Lodewijk XVI-stijl aangepast door architect Valentin Vaerwijck met toevoeging van een mansardeverdieping (leien) met omlijste oeils-de-boeuf en gebogen fronton in zuid- en westgevel; siervazen op de hoeken en de postamenten van het middenrisaliet. Baksteenbouw met gepleisterde ornamenten op hoge gecementeerde plint met getraliede keldervensters. Omlopende houten kroon- en tandlijst. Zuid- en westgevel van drie traveeën gemarkeerd door geblokte pilasters en een hoger oplopend middenrisaliet met dito fronton. Omlijste oculi en wapenschilden in verhoogd middenrisaliet. Rechthoekige vensters in geprofileerde gepleisterde omlijsting met oren, op doorgetrokken dorpels, aanvankelijk overal voorzien van persiennes. Behouden inkom met overdekt houten terras voorafgegaan door brede trap met zes treden. Sterk geritmeerde noord- en oostgevel met gelijkaardige vensters en hoekblokken; oostgevel met gemarkeerde zijrisalieten.

Interieur. Behouden gewelfde kelders ingericht als keukens met gedrukte tongewelven op consoleloze aanzetten, met steekkappen voor de getraliede vensters met binnenluiken, opklimmend tot de 17de eeuw. Behouden installatie van centrale verwarming met warme lucht met ketel, gesigneerd A. Boogaerts en koperen roosters in vloeren van de firma H.J. Piron. Bte, Bruxelles, uit het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Klassieke plattegrond met centrale hal gedecoreerd met gemarmerde zuilen, links en rechts geflankeerd door respectievelijk het bureau en het fumoir en groot salon en eetkamer achteraan. Aankleding grotendeels gerealiseerd in neostijlen tijdens de herinrichting na 1914.

Ten noorden bij de huidige toegang, voormalige conciërgewoning in vroege neogotiek uit begin 19de eeuw. Recent gerenoveerd gebouw op L-vormige plattegrond met gecementeerde gevels en leien schild- en zadeldak (nok loodrecht op en parallel aan de straat). Voorgevel gemarkeerd door uitspringende rechter travee met voorpuntgevel met hoog spitsboogvenster met Y-tracering gevat in drielobnis op fijne gekoppelde zuiltjes en ingeschreven vierpassen. Achtzijdige okseltorentje met boven het dak uitstekende geledingen met spitsboogvensters en vierkante openingen onder laag overstekend tentdak met koperen bolbekroning. Rechthoekige deur met halfrond venstertje als bovenlicht en spitsboogvensters in linker travee; nieuwe trap met vijf trappen.

Ten oosten achter het huis, bakstenen dienstgebouwtje onder pannen zadeldak (nok parallel aan de straat) en bakhuisje van het tweeledige type onder zadeldakjes (pannen, nok loodrecht op de straat).

Ten oosten over de omgrachting, ommuurde moestuin in aanleg teruggaand tot eind 18de eeuw of de eerste helft van de 19de eeuw. Deels behouden buxushaagjes, struiken en fruitbomen.

Ten westen van het kasteel, bij de oude omgrachting gebouwde hondenkennel van circa 1900. Opgetrokken uit baksteen onder leien zadel- en tentdak met koperen bekroning. Voorgevel met vijf getoogde openingen en hoog ijzeren ren ervoor.

Ten westen, buiten de oudste omwalling, vierkante toren, mogelijk een duiventoren, minstens opklimmend tot de 17de eeuw. In de loop van de 19de eeuw uitgebreid met een pomphuis; inmiddels gesloopt. Opgetrokken uit baksteen onder overstekend leien schilddak op dakvoetconsolenrij; koperen bolbekroningen. Oude ankers met kram en krul. Getoogde muuropeningen en drielobbig deurtje in oostzijde.

Ten noorden op het voorerf, aan de 18de-eeuwse omgrachting grenzende voormalige koetshuizen, circa 1900 uitgebreid met woning en paardenstallen in eclectische stijl. Gebouw op U-vormige plattegrond met kern uit begin 19de eeuw, heden negen traveeën en twee bouwlagen onder leien zadel- en schilddaken met getrapte dakvensters en vier dakkapelletjes boven de middentravee. Opgetrokken uit bak- en hardsteen met decoratieve muurankers. Vier middentraveeën met nog 19de-eeuwse rondboogpoorten met waaier en zwart- en geelgestreept houtwerk, oorspronkelijk onder luifel. Rechthoekige vensters met arduinen dorpels en lateien, onder ontlastingsboog met arduinen hoekstenen, nieuw raamwerk. Links, drie uitspringende traveeën met getrapt dakvenster en trapgevel boven korfboogdoorgang; wapenschild van de familie della Faille op bovenste middenpenant. Rechts uitspringende lagere traveeën met stallen.

Ten westen bij de buitenwal, circa 1900 gebouwd wagenhuis en schapenstal onder imposant laaghellend en overstekend schilddak (pannen, nok parallel met de gracht en Appelhoekstraat) met koperen nokbekroning. Oostgevel met verhoogde poorttravee met puntgevel onder overstekend zadeldak; poort met zwart- en geelgestreept houtwerk.

Links zijpuntgevel met houten beschieting en rechthoekige poorten.

Omringend park in landschappelijke stijl aangelegd eind 18de eeuw tot het eerste kwart van de 19de eeuw, aangepast volgens plan van 1885 met tot vijvers omgevormde vroegere omgrachting in het noorden, grote vijver in het Westen en serpentine met eilandje en ijzeren boogbrug in het Westen Slingerende paden leiden over bruggen naar de verschillende gebouwen en doorheen een gemengd loofhoutbos met voornamelijk beuken. In het zuiden, voor het kasteel, weids zicht over een grasveld doorkruist door de serpentinevijver en de Lozerbeek.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg Oost-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Archief.
  • Rijksarchief Gent, Fonds della Faille, doos 43/202, AL, AV.
  • Rijksarchief Ronse, Oud Gemeentearchief Huise, nummer 6bis.
  • ARREN P., Van Kasteel naar Kasteel, 6, Kapellen, 1995, p. 143-150.
  • GOEMINNE J. De familie van Machelen-Ayshove te Huise en te Kruishoutem, 1157-1369, in Bijdragen tot de geschiedenis der stad Deinze en van het land aan Leie en Schelde. Kunst- en Oudheidkundige Kring-Deinze, XXXVI, 1969, p. 40-48.
  • DE SMET F, Valentin Vaerwijck, Zijn werk, Brussel, 1932, p. 103.
  • DE TRAZEGNIES O., Un chateau d'allure étrange devenu un lieu de pélerinage pour amateurs de foie gras, in L'Eventail, CVII, 8, 1994, p. 48-55.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein della Faille d'Huysse [online], https://id.erfgoed.net/teksten/74329 (geraadpleegd op ).