Kasteel van Nokere

Tekst van Kasteeldomein van Nokere (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/74296)

Huidig volledig omhaagd kasteeldomein met classicistisch waterkasteel omgeven door verschillende vijvers gevoed door de Hollebeek en uitgestrekte tuinen en bossen, begrensd door de Vijverdamstraat (ten noorden en ten westen), de Spichtestraat (ten zuiden) en via een lange platanendreef over de Meulekouter in het oosten verbonden met het dorpsplein en de kerk. Hoofdingang via een poortgebouw aan het eind van de dreef, met binnenplein met omgrachte paardenstallen ten oosten, waterkasteel met boogbrug ten westen en toegangshekken tot de lusttuin in het zuiden. Tweede toegang via ijzeren hek aan gecementeerd pijlers met siervaasbekroning aan de splitsing van de Vijverdamstraat in het noordwesten.

In de middeleeuwen foncier van de heerlijkheid Nokere Ter Borch. Oudste geschiedenis teruggaand tot eind 12de eeuw als villa of allodiaal goed in bezit van de heren van Pamele-Oudenaarde met Gyselbrecht als eerstgekende heer. Zijn zoon Arnulf IV van Pamele-Oudenaarde, noemt zich reeds heer van Nokere ter Borch. Tot eind 13de eeuw in bezit van deze familie als leen van de heerlijkheid Pamele, nadien aan de familie van Gavere-Hérimez, met Jan I als belangrijkste vertegenwoordiger. Hij erfde in 1284 verschillende lenen onder "Nochre" en ontving een schenking (zie een oorkonde van 1296) van verschillende lenen van de graaf van Vlaanderen Gwijde van Dampierre. Ter Borch was voortaan de dorpsheerlijkheid met leenhof en justitierechten. Op de plaats van het huidige kasteel bevond zich vermoedelijk in oorsprong een lanbouwuitbating, beheerd door een meier, later omgevormd tot herenverblijf met neerhof. Uit archiefdocumenten blijkt dat zeker Jacob van Gavere, veldheer tegen de Turken onder Keizer Karel, gestorven in 1551, in 1539 een "huis" bezat in Nokere. Zijn grafsteen, hergebruikt als dorpel van de kerk tot de vergroting in 1899, werd teruggevonden en is heden in het poortgebouw van het kasteel opgesteld. In 1566 kwam het goed toe aan de familie van Vichte en door huwelijk aan de familie de Grass. In 1578-79 is reeds sprake van een "kasteel" met militaire functie of burcht, volgens archiefdocumenten door brand vernield in 1596. Ten tijde van Sanderus' Flandria Illustrata, (1641) eigendom van Johan de Grass die de vroegere burcht met torengebouw en ringmuur met verschillende torens "restaureerde" en uitbreidde tot een typisch renaissancekasteel met belvedèretoren zoals te zien op de gravure en de tekst vermeldt: "'twelk voormaals vervallen was, tegenwoordig wederom fraai opgebouwt is".

In 1727 verkocht aan Mathieu-Xavier de Ghellinck die het kasteeldomein zie gravure in Verheerlijkt Vlaandre, 1735, omvormde tot een eigentijds classicistisch landhuis doch met behouden toren en hoog schilddak. Circa 1775 tenslotte gehomogeniseerd tot zijn huidige Lodewijk XVI-voorkomen. Door later eigenaars, de familie Vanhove, de Witte, Wasseige ongewijzigd gelaten. Sinds 1946 eigendom van baron Casier die voornamelijke het kasteelinterieur renoveerde en het park gedeeltelijk liet heraanleggen in 18de-eeuwse traditie in samenspraak met de gekende tuinarchitect Rechts Pechère.

Poortgebouw met conciërgewoning links en heden bureel rechts, schuin ingeplant tegenover het kasteel en de dreef, van vijf traveeën en één en twee bouwlagen onder verspringende zadeldaken (zwarte pannen en leien), van circa 1730. Gebouwd door M.X. de Ghellinck samen met het vernieuwen van het kasteel (zie Sanderus 1735). Buitengevel met heden gecementeerde, blinde, volledig met klimop begroeide zijtravee en hoger gepleisterd en witgeschildered middenrisaliet met geblokte hoekpilasters en rondboogpoort in geprofileerde omlijsting. Ervoor twee beeldengroepen afkomstig van het kasteel "Ter Beken" in Drongen, voorheen eigendom van de familie Casier, omgeven door buxushagen.

Gelijkaardige binnenpleingevel met begroeide zijtravee met rechthoekige vensters met kleine roedeverdeling en middenrisaliet met bekronend driehoekig fronton met ovale oculus en klokkenstoeltje. Gelijkaardige poort met bekronend omlijst venster.

Ten westen van het binnenplein, in de noordoostelijke hoek van de rechthoekige vijver ingeplant waterkasteel op rechthoekig eiland met afgeronde hoeken aan de Oostelijke voorpleinzijde, door een boogbrug en gekasseide oprit verbonden met het binnenplein. Kasteel en voorplein op hoge gemetste, thans volledig met klimop begroeide sokkel; omlopende begraasde strook op niveau van de vijver.

Kasteel op rechthoekige plattegrond met symmetrische opbouw, voor- en achtergevel van zeven traveeën en zijgevels van zes traveeën, met twee bouwlagen onder snijdende schilddaken (leien), in zijn huidige vorm daterend van de bouwcampagnes van circa 1730 en 1772-75; enkel het hoge schilddak en dikkere binnenmuren verwijzen naar het renaissancekasteel. Gecementeerde, lichtgeelgeschilderde lijstgevels in Lodewijk XVI-stijl met omlopend eenvoudig hoofdgestel onder houten kroonlijst. Voorgevel met geblokte pilasters die een drie traveeën breed middenrisaliet onder driehoekig fronton en de hoeken accentueren. Licht getoogde, vlak omlijste vensters met sluitsteen; bewaard houtwerk met kleine roedeverdeling. Rondboogdeur in arduinen Lodewijk XVI-deuromlijsting. Geprofileerde rechthoekige omlijsting op neuten met uitgespaarde bovenhoeken met rozetten op de zwikken en kroonlijst met ijzeren balkonhek op consoles. Beglaasde houten deur met kleine roedeverdeling en dito bovenlicht. Driehoekig fronton met recent wapenschild van de familie Casier-Desclée de Maredsous. Sobere achter- en zijgevels geritmeerd door gelijkaardige vensters.

Interieur. Oudere kelderverdieping toegankelijk via stenen draaitrap met verschillende ruimtes onder tongewelf, mogelijk opklimmend tot de 17de eeuw.

Klassieke 18de-eeuwse plattegrond met behouden symmetrische indeling en stucdecoraties doch aankleding (schouwen, lambriseringen, behangpapier) door baron Casier aangebracht na de Tweede Wereldoorlog. Centrale hal aan drie zijden omringd door vertrekken en discreet trappenhuis in middelste ruimte van noordzijde. Ruime hal met zes deuren met supraportes en panelen in fijne stucomlijsting gescheiden door composiet pilasters, mogelijk uitgevoerd door de gebroeders Moretti die in dezelfde periode in de naburige kastelen van Wannegem-Lede en van Hermelgem in Kruishoutem werkzaam waren. Ten Noorden, verkleinde keuken met vestiaire, het trappenhuis met Lodewijk XV-bordestrap en eetkamer in Lodewijk XV-stijl met hergebruikte 18de-eeuwse lambriseringen. Ten zuiden, drie met elkaar verbonden kamers, het fumoir of oudste kamer van het kasteel nog daterend van circa 1730, het bureau en het Chinees salon of "Salon Vert" met behangpapier met Chinese tekeningen. Ten Westen, belangrijkste ontvangstkamer of "Empire salon" met originele schouw en geschilderde supraportes en schouw met Grieks mythologische voorstellingen. Empiremeubilair afkomstig uit het Kasteel Ter Beken in Drongen. Bovenverdieping oorspronkelijk met dezelfde indeling, thans met deels opgesplitste kamers. Behouden hal met eenzelfde uiterst verfijnd stucwerk met in de zuidwestelijke hoek de vroegere huiskapel van 1774, eveneens met fraai Lodewijk XVI-stucwerk met boven het altaar het Oog van God in een wolkenkrans met stralen. Twee originele slaapkamers aan de oostzijde met plaats van vroegere alkoven.

Ten oosten van het binnenplein, omgracht terrein met paardenstallen van zeven traveeën onder zadeldak (zwarte pannen), van circa 1730. Met klimop begroeide binnenpleingevel geritmeerd door pilasters en drie rondboogpoorten gescheiden door telkens twee kleine vensters; ertussen beelden op sokkel afkomstig van Kasteel Ter Beken. Gewitte achtergevel op gepikte plint met typisch paardenstaldeuren onder houten latei en geel en blauwgestreekt houtwerk. Heringericht interieur met verlaagd plafond en boxen voor paarden in noordkant; zuidkant ingericht als garage.

Achteraan, na de Tweede Wereldoorlog aangebouwde vleugel met getoogde poorten onder laag pannen zadeldak, ingericht als bar, zadelkamer en berging van de wereldberoemde koetsenverzameling van de baron.

Op het erf, naar verluidt in 1910 door E. de Witte gebouwde paardenmanege, een achtzijdig gebouw onder pannen dak met indrukwekkend houten gebinte.

Ten zuiden van het binnenplein, ijzeren hekken tussen vierkante pijlers met siervaasbekroning en toegangshek tot de zogenaamde "Franse tuin", aangelegd in de jaren 1950 onder leiding van tuinarchitect R. Pechère in 18de-eeuwse traditie. Franse formele aanleg in stervorm met centrale fontein met puttofiguur en geometrische grasperken afgezoomd met buxushaagjes, het geheel omgeven door een dubbele rij leilinden. Ook de toegang tot het eigenlijke park werd heraangelegd met talrijke hagen in Hagebeuk en sokkels met beelden.

Overig park met nog drie vijvers met min of meer rechtlijnige vormen; aanleg gerealiseerd tussen de jaren 1770 (zie de Ferrariskaart) en 1820 (zie primitief kasasterplan), naar Engels model met asymmetrische aanleg en gebogen en holle wegen en talrijke vergezichten op het lager gelegen kasteel met vijvers en het omgevende golvende landschap met weiden en bossen.

In het noordelijk beboste deel van het park, heuvel met kunstgrot opgetrokken uit natuursteenblokken, onder koepelgewelven; ervoor romantische poel.

  • COOREVITS S., Het kasteel van Nokere, Bouwkundige en historische analyse, onuitgegeven licentiaatsverhandeling, RUG Gent, 1996.
  • COOREVITS S., Het kasteel van Nokere, De woonstede door de eeuwen heen, 118, 1998, p. 2-15.
  • GENICOT L., Kastelen en buitenplaatsen, Brussel, 1977, p. 201.
  • KINDS L. e.a., Acht Eeuwen Nokere, s.l., 1996, p. 74-105.
  • POUMON E., Châteaux de Belgique, Châteaux de Flandre, Vilvoorde, 1957, p. 37-38.
  • STRUYE J. - KELL W.M., Kastelen in België, Deurne, 1983, p. 60-76.

Bron: BOGAERT C., DUCHÊNE H., LANCLUS K. & VERBEECK M. 2000: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie Oost-Vlaanderen, Gemeenten: Brakel, Horebeke, Kruishoutem, Lierde, Zingem en Zwalm, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Kasteeldomein van Nokere [online], https://id.erfgoed.net/teksten/74296 (geraadpleegd op ).