Neogotisch bakstenen gebouw onder zadeldak (nok parallel aan de straat, leien) met getrapte dakkapellen, uit het laatste kwart van de 19de eeuw of begin 20ste eeuw, in 1919 door M. Belpaire ter beschikking gesteld bij de oprichting van de Hogeschool.

Dubbelhuis van elf traveeën en drie bouwlagen, hoger opgaande trapgevels van uiterste traveeën verbonden door balustrade. Rijk uitgewerkte neogotische decoratie in boogvelden, borstwering, balustrade en trapgevels. Omlopende tudorboogvormige waterlijsten op maskerkopconsooltjes of driekwartzuiltjes, sierankers. Kruiskozijnen of tudorboogvormige twee- (derde bouwlaag) of vierlichten (gelijkvloerse verdieping) met neogotische tracering; geprofileerde dagkanten en penanten met driekwartzuiltjes, doorlopende lekdrempels. Korfboogpoort in uitgewerkte neogotische omlijsting, omlopende waterlijst op driekwartzuiltjes.

Gelijkaardige achtergevel met aan westzijde polygonale toren onder opengewerkte leien spits.

Interieur met indrukwekkende neogotische hal en trapzaal.