Neoclassicistische eenheidsbebouwing van vijf 19de-eeuwse rijhuizen, te dateren na 1886 (cf. kadasterplan van A. Scheepers). Bepleisterde en beschilderde lijstgevels van telkens drie traveeën en drie bouwlagen, nummers 14, 16 en 20 hoger opgaand met attiekverdieping. Arduinen plint en begane grond, laatstgenoemde geblokt met paneelwerk en/of diamantkoppen; centrale balkons waarvan de balusters doorlopen op de borstwering, doorlopende kordons en lekdrempels, eveneens een balkon op de derde bouwlaag, consoles op nummer 12, 14 en 16 met wortelmotieven. Gekorniste kroonlijsten op klossen (nummers 12 en 18) of uitgelengde consoles (nummers 14, 16 en 20) waartussen attiekvensters. Rechthoekige vensters, op bovenverdieping in geriemde omlijstingen. Rechthoekige deuren met bovenlicht en steektrap (3 treden).