Neoclassicistisch enkelhuis van drie traveeën en drie bouwlagen onder plat dak. Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, bekroond door een driehoekig fronton met topstuk. De geblokte benedenverdieping met rechthoekige vensters en deur, draagt de verdiepingen, die verticaal gevat zijn tussen twee brede, composiete pilasters. Op de tweede bouwlaag een breed balkon op consoles met balustrade en hoog, van riemlijstjes voorzien deurvenster, geflankeerd door twee lagere vensters; hierboven vier gekoppelde rondboogvensters. Het klassieke hoofdgestel vertoont een met medaillons versierde fries en een geprofileerde kroonlijst op modillons en tandlijst.