Handelsbeurs

Tekst van Handelsbeurs (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/6243)

Sinds 1531 centrum van de Antwerpse handels- en geldmarkt (nu nog zetel van verschillende maatschappijen) in vervanging van de te klein geworden "Oude Beurs" aan de Hofstraat. Een eerste beurs werd hier opgericht tussen Meir en Lange Nieuwstraat onder leiding van Domien de Waghemakere (1531 -32) in een sierlijke Brabantse laatgotische stijl; vier smalle straatjes, de Israëlietenstraat, Korte Klarenstraat, Borzestraat en Twaalfmaandenstraat gaven - zoals nu - de toegang; twee laatstgenoemde ingangen bekroond door ronde torens op achtkantige basementen, deze aan de Borzestraat grotendeels bewaard. Afgebrand in 1583, doch onmiddellijk naar dezelfde plannen heropgebouwd, werd de beurs tussen 1661 en 1810 onder meer gebruikt als tekenacademie en zetel van de Sint-Lucasgilde; in de 18de eeuw was er tijdelijk een openbare bibliotheek, kern van de huidige stadsbibliotheek. De open binnenruimte na heftige controverse in 1853 door ingenieur Ch. Marcellis overdekt met een zeer vooruitstrevende ijzeren koepel, waarin centrale glazen koepel in navolging van het Londense Crystal Palace (1852). Na brand in 1858, besluit voor een algehele heropbouw; tot tweemaal toe wordt een wedstrijd uitgeschreven: een voor de welvarende stad representatieve beurs niet alleen op plaats en grondplan van het vernielde complex, maar tevens met behoud van bouwvorm- en stijl; bovendien wordt een nieuw plein voorzien (Beursplein) voor de hoofdingang langs de Meir (nooit uitgevoerd). Pas tien jaar later opteert het stadsbestuur voor het ontwerp van de huidige handelsbeurs door architect J. Schadde (1859), - zie zijn borstbeeld door A. Van Beurden (1896).

Complex geheel van gebouwen met centrale rechthoekige ruimte van 40 bij 51 meter, noordzuid-gericht, onder hoofdzakelijk beglaasd zadeldak, omzoomd door een dubbele galerij voltooid in 1872 in een weelderige neogotische stijl, geïnspireerd op deze van de laatgotische beurs, echter overdekt met een totaal nieuwe en revolutionaire ijzeren koepel, uitgevoerd door de firma Paris-Isaac te Marchienne-au-Pont. De aard van de opdracht (behoud van het oude concept) is er oorzaak van dat de neogotische, in feite monumentale gevelarchitectuur, geen organische eenheid vormt met de overspannende metaalconstructie. Het beursgebouw vertegenwoordigt dan ook een merkwaardig moment in de architectuurgeschiedenis, waarbij een historiserende stijl samenvloeit met bijzonder vernieuwende en onconventionele technieken en materialen.

Van de buitengevels met parement voornamelijk van witte natuursteen (Liais de Brauvillier Ecaussines) zijn enkel de vier ingangen zichtbaar en uitgewerkt als poortgebouwen. De hoofdgevel aan de Twaalfmaandenstraat, gedomineerd door de achterliggende puntgevel van de centrale ruimte, opgehoogd met muurankers (onder meer "ANNO 1872") en geopend op de binnenruimte door een brede driepasboog. Verticaal opgebouwd poortrisaliet met bekronende balustrade; op de begane grond twee korfboogpoorten, gevat in een brede accoladeboog; op de tweede bouwl. bekroond door een witstenen beeld; verder tien vensters in driepas met tussenliggende rozetten. Het geheel gevat in een geprofileerde grillig gebogen omlijsting met koolbladmotieven. Tussen beide poorten het stadswapen en de datum "MDCCCLXXII". Aan de Borzestraat vertoont het poortgebouw eenzelfde ordonnantie, doch het Antwerpse wapenschild wordt bekroond door een dubbele adelaar en de datering "ANNO 1531". Bovendien bewaarde ronde hoektoren op achtzijdig basement met omlopende druiplijsten en leien puntdak en sterk aangepaste en gerestaureerde waarschijnlijk nog 16de-eeuwse opstand met kruisvensters, beide van de oude beurs. Twee 19de-eeuwse hardstenen poortjes met accoladevormige bekroning waarop koolbladmotieven en kruisbloemen.

Aan de Israeliëtenstraat poortgebouw gevat in spitsbogig risaliet met in het boogveld symbolen van Antwerpen, handel en scheepvaart, geopend op de begane grond door een korfboogpoort en flankerend venster in driepas; blinde driepasnissen. Op de tweede bouwlaag vier hoge rechthoekige vensters met driepasbogen, bekronende balustrade. Poortgebouw aan de Korte Klarenstraat voornamelijk horizontaal geleed met doorlopende dorpels. Op de begane grond twee poorten in driepas met hardstenen omlijsting, waarop koolbladmotieven en kruisbloem; op de tweede bouwlaag per twee gekoppelde driepasvensters in accoladeboog; hierboven zes driepasbogen met fraaie ajour bewerkte borstweringen. Bekronende balustrade.

Centraal is de stemmige en indrukwekkende rechthoekige vergaderruimte van twee bij negen en twee bij zeven traveeën met bovenlicht via de lichte open metalen koepel, sterk contrasterend met de zeer duistere omzomende galerij, waarboven ingewikkelde stergewelven met hangende druipers rustend op slanke colonnetten (hardsteen van Ecaussines), bekapt met verschillende decoratieve reliëfs. Sierlijke driepasbogen met scherp geprofileerd beloop, koolbladmotieven en centrale bekronende kruisbloemen, naar het voorbeeld van de oude gotische beurs. Tweede bouwlaag drukker uitgewerkt met een omlopende galerij geopend op de centrale ruimte met driepasbogen op hardstenen colonnetten; boogzwikken volledig voorzien van blind traceerwerk, centrale kruisbloemen en gekleurde wapenschildjes; aan de oost- en westwand trapezoïdale erkers; borstweringen ajour bewerkt met visblaas- en driepastracé. Hierboven tweede open galerij met smallere eenvoudige driepasbogen en -borstweringen. Noordelijke en zuidelijke puntgevels elk geopend door vijf spitsbogen in geprofileerde omlijsting; drie centrale bogen gevat in een omlijstende spitsboog. Cassettenzoldering beschilderd met wapenschildjes en rozetten. Deze vlakke zoldering is geschraagd door vier dwarse (loodrecht op de nokrichting) gebogen spanten in geklonken plaatijzer vallend op de colonnetten van de eerste galerij, onderling verbonden aan de oost- en westzijde door een dubbele reeks kleinere gebogen spanten, waartussen steekkappen. Vorm van de hoofdspanten geïnspireerd op de driepasboog, in de zwikken bijzonder fraai ajour smeedwerk met breed uitgewerkte acanthusspiralen en medaillons met wapenschilden.

Merkwaardig en bijzonder verzorgd neogotisch meubilair en schrijnwerk, als klein architectuur volledig geïntegreerd in het bouwwerk. Vermeldenswaardig zijn de kleine "kantoortjes" in de galerijen, waarboven wereldkaarten (muurschilderingen) ontworpen door Ghesquière.

Borstbeeld van A. Corty (1908) door E. Deckers in de handelskamer op de eerste verdieping.

  • Stadsarchief Antwerpen, dossier MA#81047 en plannen 697#501-552.
  • Antwerpen die scone, 1969, nr.6.
  • CLIJMANS F., De beurs te Antwerpen, Antwerpen, 1941.
  • MARCELLIS Ch., Brussel, 1849.
  • ID., Mémoire sur le projet de la reconstruction complète de la bourse d'Anvers, Brussel, 1851.
  • ID., Description des travaux compris dans le projet de reconstruction complète de la bourse d'Anvers, Brussel, 1852.
  • SCHADDE J., Cahier de charges des travaux en execution pour la construction d'une nouvelle bourse, Antwerpen, 1868.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Handelsbeurs [online], https://id.erfgoed.net/teksten/6243 (geraadpleegd op ).