Hoeve De Zon

Tekst van Hoeven De Zon en De Maan (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/618)

Voormalig eigendom van de commanderie van Alden Biesen. De hoeve ligt op de hoek van de Zonhoevestraat met de Kleistraat, en aangezien het perceel vóór de gebouwen, tussen de Zonhoevestraat en de Beverststraat, niet bebouwd is, blijft het oorspronkelijke beeld bewaard, zoals weergegeven op de Ferrariskaart, vóór de aanleg van de Zonhoevestraat. De gebouwen lagen toen wat achteruit aan de baan Hasselt-Bilzen, te midden van een omhaagd perceel, naast de oude kerk, ten zuidoosten begrensd door de Winterbeek, die tussen de kerk en dit perceel stroomde; vlak naast nummer 1, dat met zijn noordwestelijke zijgevel aan de Winterbeek grenst, schijnt zich een brug te bevinden. Aangezien beide gebouwen zich op hetzelfde, omhaagd perceel bevinden mogen we veronderstellen dat het oorspronkelijk één geheel vormde. De kern van het gebouw dateert uit de eerste helft van de 17de eeuw.

Nummer 2, waarin we het oorspronkelijk woonhuis van het complex mogen onderkennen, had een mogelijk nog oudere kern in vakwerkbouw, waarvan alleen de bovenverdieping overbleef; de beide zijgevels dateren uit de eerste helft van de 17de eeuw, evenals het poortgebouw in de vijfde travee van nummer 1. Welke de vorm van het geheel toen was is niet te achterhalen: de oudste voorstelling is het grondplan op de Ferrariskaart, waar voor nummer1 een L-vormig gebouw staat aangeduid; alleen de vleugel parallel met de straat bleef hiervan bewaard, de haakse vleugel is reeds midden 19de eeuw verdwenen (Atlas der Buurtwegen, 1846). De eigenlijke "Zonhoeve" (nummer 2) is op de Ferrariskaart als een eenvoudig rechthoekig gebouw weergegeven (nok loodrecht op de straat), zonder aanbouwsels of dienstgebouwen.

Een eerste verbouwing vindt plaats in de tweede helft van de 17de eeuw: uit deze periode dateren de drie rechtse traveeën van nummer 1, voorzien van de voor de periode typische kalkstenen vensters.

Een tweede verbouwing wordt aangeduid door de gevelsteen met datering 1708 op de noordoostelijke zijgevel van nummer 2. Het is niet duidelijk waar deze datering op slaat.

Een derde bouwcampagne in het tweede kwart van de 19de eeuw bezorgt het huis nummer 2 zijn huidige ordonnantie en muuropeningen (benedenverdieping). Waarschijnlijk wordt in dezelfde periode het geheel in twee eigendommen gesplitst: midden 19de eeuw (Atlas der Buurtwegen, 1846) bestaat de Zonhoevestraat reeds, en loopt vlak vóór de gebouwen; het perceel vóór de gebouwen is er nu van afgescheiden en van eigenaar veranderd. Ook de beide gebouwen hebben thans een verschillende eigenaar; de ontwikkeling tot twee hoeven, elk met eigen dienstgebouwen is in deze periode dus reeds voltooid: nummer 1 heeft een haakse aanbouw aan de noordwestelijke zijde gekregen, en een ruim dienstgebouw achteraan het erf, dat ten zuidwesten van het oorspronkelijke gebouw is ontstaan; nummer 2 heeft zijn erf ten zuidoosten ontwikkeld, naast het oorspronkelijke gebouw: aan de Kleistraat bevindt zich thans een ruim dienstgebouw.

In de loop van de tweede helft van de 19de eeuw krijgt het woonhuis van nummer 1 zijn huidige uitzicht (verhoging, ordonnantie, muuropeningen). Uit deze periode dateren ook het poortgebouw in de eerste travee van nummer 1 en de dienstgebouwen van nummer 2.

In de loop van de tweede helft van de 19de eeuw en de 20ste eeuw tenslotte krijgen de dienstgebouwen van nummer 1 hun huidige vorm.

Nummer 1. Het oude gedeelte is het langgestrekte gebouw aan de straat. Het bestaat thans uit vijf, door het verschil in nokhoogte onderscheiden delen. Het huidige woonhuis bevindt zich in de tweede, derde en vierde travee. Het kreeg zijn huidig uitzicht in de tweede helft van de 19de eeuw, toen het oorspronkelijke gebouw (anderhalve bouwlaag) tot een hoogte van twee bouwlagen werd verhoogd, en van een nieuw zadeldak (Vlaamse pannen) werd voorzien. Witgekalkt, bakstenen gebouw op een zwartgeschilderde plint, voorzien van getoogde bakstenen vensters (beluikt) en deur. De oude kern wordt aangeduid door de gesmeed ijzeren muurankers (17de eeuw) en de resten van een ontlastingsboog.

Het rechtse gedeelte behield vrij gaaf zijn kern uit de tweede helft van de 17de eeuw. Zadeldaken (Vlaamse pannen). Hoewel het gebouw in de loop van de 19de eeuw werd omgevormd tot dienstgebouw, was het oorspronkelijk waarschijnlijk een woonhuis, te oordelen naar de grote, thans gedichte kruiskozijnen in kalkstenen omlijsting met negblokken in de rechtse travee. Witgekalkt bakstenen gebouw, voorzien van gesmeed ijzeren muurankers. Geprofileerde mergelstenen kroonlijst. De vijfde travee bevat het poortgebouw, voorzien van een aangepaste, getoogde bakstenen poort; aan de erfzijde een bakstenen rondboogpoort met rechts een mergelstenen hoekband die duidt op de kern uit de eerste helft van de 17de eeuw. De hoger beschreven kruiskozijnen zijn voorzien van een doorlopende, vlakke kalkstenen waterlijst boven de bovendorpels; hierboven bevinden zich de bakstenen ontlastingsbogen. Zolderluiken, ook in de erfzijdegevel, in een geprofileerde houten omlijsting; een 19de-eeuws benedenvenster in de straatzijdegevel. De eerste travee bevat thans een poortgebouw onder zadeldak, met een bakstenen korfboogpoort uit eind 19de eeuw. Het in niet duidelijk of de beide delen (nummers 1 en 2) steeds op deze manier verbonden waren, of of zij oorspronkelijk afzonderlijke los van elkaar stonden.

Achter de vleugel aan straatzijde bevindt zich het erf, waaraan een aantal dienstgebouwen, waarin resten van de oudere dienstgebouwen bewaard bleven, onder meer van vakwerkbouw met bakstenen vullingen.

Nummer 2. Zogenaamde "Zonhoeve". Zoals hoger vermeld was dit gebouw mogelijk het woonhuis van de hoeve, waarvan nummer 1 de dienstgebouwen omvatte. Breedhuis (nok loodrecht op de straat) van zeven traveeën en twee en een halve bouwlaag onder steil en hoog zadeldak (Vlaamse pannen). De tweede bouwlaag en de zolderverdieping bleven (gedeeltelijk ?) bewaard in bepleisterd en witgekalkt stijl- en regelwerk met lemen vullingen; ankerbalkgebint met drie zichtbare gebintstijlen. De tweede bouwlaag is voorzien van drie beluikte en getraliede bolkozijnen en een kruiskozijn, alle in een houten omlijsting met sponningbeloop; het kruiskozijn behield zijn oorspronkelijk uitzicht met beluikt ondergedeelte en de ruiten vooraan in het houtwerk in het bovengedeelte; de tussenstijl wordt gevormd door een regel van het gebint. Hierboven bevinden zich een reeks kleine, getraliede zolderluiken, waarvan het linker een duiventil is. De benedenverdieping is versteend (witgekalkte baksteen), en te oordelen naar de geprofileerde mergelstenen waterlijst die de verdieping aflijnt, in dezelfde periode als de zijgevels; gesmeed ijzeren muurankers met krullen; gecementeerde plint. De ordonnantie van deze benedenverdieping dateert uit het tweede kwart van de 19de eeuw: rechthoekige, beluikte vensters met hardstenen latei en lekdrempel, en twee rechthoekige deuren in vlakke kalkstenen omlijsting op neuten, met het oorspronkelijke houtwerk, voorzien van bovenlichten met houten roedeverdeling.

De zijgevels werden reeds in de eerste helft van de 17de eeuw versteend: baksteen met mergelstenen speklagen, hoekbanden en geprofileerde waterlijsten; mergelstenen schouderstukken en afwerking van het aandak. Bolvormig topstuk op de straatzijdegevel. Gesmeed ijzeren muurankers met krullen. De straatzijdegevel werd witgekalkt. In de andere gevel zijn de oorspronkelijke muuropeningen zichtbaar: twee thans verkleinde venstertjes, waarvan de oorspronkelijke mergelstenen omlijsting met negblokken bewaard bleef, en twee gelijkaardige, thans gedichte vensters in de geveltop, voorzien van een bakstenen ontlastingsboog van een rollaag. De gevel aan straatzijde heeft vensters in houten omlijsting: een getralied en beluikt bolkozijn en een venster uit de tweede helft van de 19de eeuw op de benedenverdieping, een kruiskozijn van het hoger beschreven type op de tweede bouwlagen en twee kleine vensters in de geveltop; slaat het jaartal 1708 in deze gevel op deze verbouwing?

De dienstgebouwen ten zuidoosten en zuidwesten van het woonhuis -dwarsschuur en stallen van baksteen onder zadeldaken (Vlaamse pannen), voorzien van getoogde bakstenen muuropeningen- dateren vrijwel volledig uit de tweede helft van de 19de eeuw, met schaarse resten (schuurpoort) van de oorspronkelijke vakwerkbouw uit de eerste helft van de 19de eeuw.


Bron: SCHLUSMANS F. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Tongeren, Kantons Bilzen - Maasmechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 14n3, Brussel - Turnhout.
Auteurs:  Schlusmans, Frieda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hoeven De Zon en De Maan [online], https://id.erfgoed.net/teksten/618 (geraadpleegd op ).