Molen van Siska

Tekst van Windmolen van Siska (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/58797)

Zevenkote is een 19de-eeuwse wijk langs de weg tussen Oosthoek en de Graaf Jansdijk, bebouwd met een tiental kleine postjes (op een bepaald moment zeven, wat de naam verklaart). Het belangrijkste herkenningspunt van het gehucht was de alom molen met bijhorende herberg van Siska. Siska of Franciska Fincent (1842-1918) heeft met haar beroemde wafels een belangrijke aanzet gevormd voor het toerisme in Knokke.

In 1863 bouwt Franciscus Defonseca, de eerste echtgenoot van Siska, een houten windkorenmolen en molenaarshuis annex herberg in de wijk Zevenkote, langs de huidige Paulusstraat. In 1872 sterft Franciskus, waarna Siska in 1874 hertrouwt met molenaarsknecht Felix Vandeputte, die na enkele jaren is overleden. De weduwe neemt de herberg in het molenaarshuis over en maakt er een bloeiende zaak van, met hartvormige wafels als handelsmerk. In 1892 wordt de aanzet gegeven tot de grote roem van het wafelhuis. In dat jaar wordt Ko (Jacobus) Fincent verkozen als schepen van Knokke, wat gevierd wordt in de herberg van Siska, die bij deze gelegenheid voor de eerste keer haar wafels bakt. Dit feest, met veel gasten van buiten Knokke, zorgt voor de doorbraak van de herberg van Siska, die vanaf dan talrijke toeristen ontvangt. De herberg vormt aan het einde van de 19de en bij het begin van de 20ste eeuw een belangrijke toeristische trekpleister, gelegen buiten het dan in ontwikkeling zijnde Knokke-Bad. De bekendheid breidt zich uit tot na de Eerste Wereldoorlog.

Illustratief voor het succes van het wafelhuis is het feit dat de stoomtram van Knokke richting Nederland een halte heeft bij Siska; de stoomtram loopt er van 1929 tot 1943.

De herberg zelf, gelegen langs de Paulusstraat, wordt midden 20ste eeuw afgebroken. De traditie van de beroemde wafels van Siska wordt verdergezet in drie bijhuizen in de buurt, die door nakomelingen van Siska zijn gebouwd. Het eerste bijhuis, zogenaamd "Kinders Siska" op het Oosthoekplein nummer 1, dateert van 1907. De twee andere bevinden zich in de Zoutelaan: nummer 177, "Marie Siska", voorheen gekend als "Bij de dochter Siska" is opgericht in 1919, nummer 229/ Oosthoekplein, "Gustave Siska" wordt opgericht in 1924.

Wat wel nog steeds op de originele plaats is bewaard, is de bekende "Molen van Siska" of "Oosthoekmolen". Deze molen wordt het herkenningspunt van de herberg, zie de vele postkaarten waarop Siska is afgebeeld. De huidige stenen molen is gebouwd in 1902-1904 ter vervanging van de houten staakmolen, die in 1901 is omgewaaid. De stenen molen werd gebouwd door de derde man van Siska, Louis Devos, die de zoon was van de molenaar op het Kalf (molen van Het Kalf is als monument beschermd). De nieuwe molen wordt vijftig meter meer naar het westen gebouwd, om plaats te maken voor de talrijke klanten die Moeder Siska ontving.

Het betreft een grondzeiler, die op een kleine 'mote' wordt gebouwd, met een bakstenen, conische kuip. De vensters en de toegangsdeur bevinden zich boven elkaar, zijn rondbogig afgedekt en hebben dorpels van Boomse tegels.

Na de dood van molenaar-bakker Louis Devos in de jaren 1920 wordt de molen verkocht en verliest het zijn eigenlijke functie.

Knokke is in die tijd uitgebouwd tot drukke toeristische badplaats, die traditioneel door veel kunstenaars wordt bezocht. Er worden prestigieuze vakantieverblijven gebouwd in de verkaveling van Het Zoute, en ook elders in Knokke, in het nog meer landelijke gebied, komen toeristen verblijven. In dit kader wordt de molen van Siska in 1925 omgebouwd tot woonhuis; het is in die tijd dat de bakstenen molen witgeschilderd wordt. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de molen een tijd bewoond door de bekende kunstschilder Felix Labisse, die net als vele andere kunstenaars de rust van het nog deels landelijke, idyllische Knokke opzoekt. De molen is ondertussen zijn wieken en binnenwerk kwijtgeraakt en is anno 2002 nog steeds als vakantiewoning ingericht, opgenomen in een eind 20ste-eeuwse villawijk die ter hoogte van het vroegere gehucht Zevenkote werd opgetrokken.

  • Afdeling Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen West-Vlaanderen, Cel Monumenten en Landschappen, Brugge, archiefnummer W/00367.
  • D'HONT A. 1994: Van Zwin tot polders, in: Gids van het Andere Knokke, Knokke, 318-320.
  • D'HONT A. 1976: Dagklapper uit Knokke, Hoe het groeide en bloeide te Knokke, deel 2, Tielt, 102-105.
  • DEVENT G. 1982: De oostkust van toen. Van Knokke tot Bredene, Brugge, 14-15.
  • DEVENT G. 1991: Zee en Duinen. Kusttoerisme in de 19-de eeuw, Brugge, 212-213.
  • DEVLIEGHER L. 1984: De Molens in West-Vlaanderen, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen, deel 9, Tielt - Weesp, 246-247.
  • LANNOY D. 1985: Het Knokke van toen, Brugge, 25-26.

Bron: CALLAERT G., VANNESTE P. & HOOFT E. met medewerking van DE LEEUW S. & STRUYF J. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Knokke-Heist, Deel I: Deelgemeente Knokke, Deel II: Deelgemeenten Heist, Ramskapelle, Westkapelle, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL4, onuitgegeven werkdocumenten.
Auteurs:  Vanneste, Pol; Hooft, Elise; Callaert, Gonda
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Windmolen van Siska [online], https://id.erfgoed.net/teksten/58797 (geraadpleegd op ).