Hof van Liere

Tekst van Hof van Liere (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5764)

Zogenaamd "Hof van Liere", modo "Prinsenhof", modo "Engels Huis". Grote patriciërswoning in Brabantse gotiek, gebouwd in 1515-20 voor Arnold van Liere, waarschijnlijk naar ontwerp van Domien de Waghemakere of althans van diens school. Later meermaals verbouwd, aangebouwd en ten slotte ingebouwd. In 1544 in het bezit van de stad Antwerpen die het in 1551-52 inrichtte voor de Engelse Natie. In 1607-13 verbouwd en uitgebreid om er een jezuïetenschool onder te brengen. Bij de afschaffing van de jezuïetenorde in beslag genomen door de Oostenrijkse regering die er een "Coninglijk Collegie" (1777-94) oprichtte, vervolgens krijgshospitaal tot voor de eerste wereldoorlog en later kazerne zogenaamd "Prinsenkazerne"; in 1929 opnieuw in handen van de jezuïeten. Heden hoofdgebouw van de Universitaire Faculteiten Sint-Ignatius te Antwerpen (U.F.S.I.A.). Door de jezuïeten gerestaureerd in 1930-32 onder leiding van architect A. Van der Gucht en in 1962-63 onder leiding van architecten J. Bilmeyer en De Montigny.

Complex gelegen in bouwblok tussen Prinsstraat, Grote Kauwenberg, Venus- en Vekestraat. Oudste vleugels aan de Prinsstraat gegroepeerd rond twee naast elkaar gelegen binnenkoeren; ten noorden hiervan grote binnenplaats met aan de oostzijde een parking met uitrit op de Grote Kauwenberg; ten westen begrensd door de bibliotheek die in 1977-78 uitgebouwd werd tot aan de Venusstraat. Aansluitend ten noorden moderne gebouwen rond sportvelden met uitgang in Vekestraat. Voorgevel tweeënzeventig meter lange voorgevel samengesteld uit drie topgevels, twee lijstgevels en een afsluitingsmuur; wellicht volledig uit de 16de eeuw, doch alleen de twee westelijke topgevels, de hiertussen gelegen lijstgevel en de natuurstenen sokkel behoorden met zekerheid tot het eerste Hof van Liere (eerste helft van de 16de eeuw). Verankerde bak- en zandstenen gebouw onder leien zadeldaken van twintig traveeën en twee bouwlagen op een zandstenen hol geprofileerde sokkel; waterlijsten, speklagen, steigergaten, holronde daklijst en stenen kruiskozijnen met geprofileerde boven- en tussendorpels onder een wigvormig ontlastingssysteem.

Ten westen een trapgevel (acht treden) met in de top een drielicht met dieper geplaatst middenvenster en hogerop een rechthoekig luik, beide onder uitspringende lateien. Vervolgens een lijstgevel (voor 1525) van acht traveeën waarvan de vierde travee hoger uitloopt in een trapgeveltje (vier treden) waarin een rechthoekig venster; gedrukte spitsboogpoort in een omlijsting omgeven door een grillige waterlijst met hogers en een kruisbloem. Ten oosten hiervan grondig gerestaureerde trapgevel (tien treden + overhoekse topstukken) van drie traveeën met een volledig natuurstenen parement, eveneens daterend van het eerste kwart van de 16de eeuw; oorspronkelijk ontvangstzaal, heden ingericht als kapel. Benedenverdieping met twee segmentboogvormige drielichten en centrale korfboogdeur in een geprofileerde omlijsting met een omringende waterlijst op consooltjes; ovaal bovenlicht. In de drieledige top, drielichten met dieper geplaatste middenluiken en een rechthoekig luik. Aansluitende lijstgevel van vier traveeën met drie getrapte dakkapellen en een lange afsluitingsmuur met centrale, geprofileerde poortomlijsting van hardsteen met driekwartzuiltjes, imposten en een geprofileerde rondboog met sleutel onder een gestrekte gekorniste waterlijst. Ten laatste een trapgevel (negen treden + overhoeks topstuk) van twee traveeën met een tweeledige top waarin een Antwerps drielicht en een rechthoekig luik.

Eerste binnenkoer. Meest westelijk gelegen een binnenkoer omgeven door verankerde traditionele lijstgevels van zes, negen of tien traveeën en twee bouwlagen onder leien zadeldaken waarin getrapte (vier treden) dakvensters. Zandstenen sokkel met rechthoekige keldermonden, speklagen, negblokken, doorlopende lekdrempels, steigergaten en holronde daklijsten; stenen kruiskozijnen met geprofileerde boven- en tussendorpels. Unieke laatgotische galerij van zandsteen van 1515-16, recent gereinigd (1977), aan de zuidzijde. Vijf fraai geprofileerde driepasbogen rustend op slanke zuiltjes met een hoog achthoekig basement, een monolithische schacht en een loofwerkkapiteel; blind maaswerk en lijstwerk met hogers in de zwikken. Een trapezoïdale en vier vierkante traveeën overkluisd met een geribd stergewelf verrijkt met opengewerkte druipers. Rechts van de galerij, een natuurstenen korfboogvormige doorgang met geprofileerd beloop op consoles en een zeshoekige aanbouw (portiersloge) met rechthoekige venstertjes. In noordoosthoek van de binnenplaats: basis van de octogonale huistoren . oorspronkelijk met overkragend belvedère waarvan de bovenbouw zou gesloopt zijn circa 1660. Links van de toren de in de muur ingebouwde waterput: een natuurstenen kuip met daarboven een ophaalkevie met haak in gesmeed ijzer. Oostzijde: kapelgevel met op de begane grond segmentboogvormige vensters met tussenstijlen en (neo?)gotisch maaswerk boven de tussendorpel.

Grote binnenkoer. Gelegen ten noorden van de beide andere binnenplaatsen; groot rechthoekig grasveld met aanplantingen omgeven door vleugels in traditionele en neotraditionele stijl uit 16de, 17de en 20ste eeuw. Zuidzijde: achtergevel van het oude "Hof van Liere" in 1608 oostwaarts doorgetrokken; vijfentwintig traveeën en twee verdiepingen onder leien zadeldak met getrapte (drie treden + overhoeks topstuk) dakvensters op schouderstukken, middentravee hoger opgaand in een trapgevel (tien treden + overhoekse topstukken), kruis-, klooster- en bolkozijnen onder een wigvormig ontlastingssysteem met doorlopende lekdrempels. Korfboogdeuren onder omlopende waterlijsten in eerste en voorlaatste travee; in veertiende travee, spiegelboogdeur in Lodewijk XV-stijl (tweede helft van de 18de eeuw), blauw granieten omlijsting met imposten en rocaillemotieven onder een gebogen waterlijst met gestrekte uiteinden. Westzijde: zogenaamd "Tassisvleugel", in 1612 opgericht met het erfdeel van pater F. de Tassis. Negentien traveeën en twee verdiepingen onder een leien zadeldak waarin zeven getrapte dakvensters (twee treden) met overhoekse fialen. Grote trapgevel (zeven treden + overhoekse topstukken) boven middentravee. Begane grond met hardstenen renaissancegalerij, geprofileerde rondbogen met diamantkopsleutels opgevangen door Toscaanse zuilen rustend op basementen; koepelgewelven van blauwe hardsteen achteraan neerkomend op pilasters met lijstkapitelen. Bovenaan afgesloten door een gelede architraaf, een blind fries en een gekorniste waterlijst. Hogerop kruis- en kloosterkozijnen met kordon vormende lekdrempels en geprofileerde boven- en tussendorpels. Noordvleugel van eenentwintig traveeën en vier verdiepingen van 1930 in immitatieve stijl.

Derde binnenplaats zogenaamd "Madonnakoer", gekasseide L-vormige binnenkoer gelegen ten oosten van de eerste binnenplaats, trap- en lijstgevels uit de 16de en de 17de eeuw, gerestaureerd in de loop van de 20ste eeuw; drie, vijf of tien traveeën en twee verdiepingen onder leien zadeldaken met getrapte dakvensters, zandstenen plinten, speklagen, steigergaten, holronde daklijsten en rechte muurankers; stenen kruiskozijnen onder een wigvormig ontlastingssysteem. Aan westzijde tegen de kapelgevel, lage aangebouwde galerij samengesteld uit vijftien rondboogjes met gotisch motief op slanke zuiltjes van arduin met bovenaan een brede doorlopende waterlijst; boven deze aanbouw: gedeelte van de segmentboogvormige kapelvensters met maaswerk (zie eerste binnenplaats). Noordgevel met in vijfde travee een octogonaal torentje, aangebracht om het diepteverschil van de gevels van 1516 en 1608 weg te werken, versierd met een witstenen Onze-Lieve-Vrouw met kind op linkerarm, scepter en kroon, wereldbolvormige sokkel met engelenhoofdjes, ijzeren lichtarm en baldakijn bekroond met een kruis; beeld afkomstig van een huis op de Suikerrui dat circa 1920 gesloopt werd. Noordoostelijk hoek met een uitspringende erker die toegang geeft tot een trapzaal.

  • Antwerpen die Scone, 1969, nummer3.
  • BROUWERS L., Het Hof van Liere van patriciërshuis tot universitaire instelling te Antwerpen, 1516-1975, Antwerpen, 1976.
  • DE BARSEE L., Het in de Sint-Ignatius Handelshogeschool te Antwerpen begrepen Hof van Liere (1515). Aantekeningen nopens de samenstelling en enkele merkwaardige delen van het oorspronkelijke gebouw Vereniging van de oudheidkundige en Geschiedkundige kringen van België. Jaarboeken, 32ste zitting: Congres van Antwerpen, 27-31 juli 1947, II, Antwerpen, 1951, p. 101-124.
  • DE RIDDER G., Het Hotel van Liere te Antwerpen in Maandelijksch bulletijn der Vereeniging tot behoud van Natuur- en Stedenschoon, november 1927, p. 161-164.
  • DE SMEDT O., Het Hof van Liere als middelpunt van de organisatie der Merchants Adventurers te Antwerpen (Vereniging van de Oudheidkundige en Geschiedkundige kringen van België. Jaarboeken, 32ste zitting: Congres van Antwerpen, 27-31 juli 1947, I, p. 180-187).
  • PRIMS F., Het huis van Aert van Liere in Antwerpiënsia, 1928, II, nummer 38, p. 284-288.
  • VAN GOETHEM F., Een bezoek aan het Prinsenhof te Antwerpen, K.M.B.A. , 5, 1934, p. 61-68.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Hof van Liere [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5764 (geraadpleegd op ).