Osterriethhuis

Tekst van Osterriethhuis (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5524)

Heden Bank van Parijs en de Nederlanden. Prachtig 18de-eeuws rococohotel, gebouwd in opdracht van douairière Régine-Thérèse Van Susteren-du Bois, op de plaats van een 16de eeuwse patriciërswoning; ontworpen door bouwmeester Jan Pieter van Bauerscheit de Jonge (1699-1768). Nadien in handen van de families du Bois (1792) en Van Kerkhoven (1850), die er aanpassingswerken lieten uitvoeren en nadien verworven door de Duitse zakenlui Osterrieth, die er ingrijpende wijzigingen aanbrachten; zo werd onder meer het oudere hoekhuis met de Eikenstraat, dat in oorsprong niet behoorde tot het hotel, aangepast wat de algemene ordonnantie betreft (onder Van Kerkhoven waarschijnlijk reeds aangevat) en werd er een erker toegevoegd aan de Meir (1896). Heden bleef dit gedeelte bepleisterd en beschilderd, terwijl de oorspronkelijke 18de-eeuwse gevel werd ontpleisterd (1954). Merkwaardig is dat Van Baurschiet zelf reeds een dergelijke, soberder uitgewerkte, asymmetrisch aandoende bijbouw voorzag, voornamelijk opgetrokken uit baksteen; blijkbaar is het dan ook een latere uitvoering van een origineel concept van Van Baurscheit. In de 20ste eeuw werd de woning verschillende malen gerestaureerd, onder meer door architecten J. Hertogs (de vensters aan de Eikenstraat werden toegemetseld en de decoratie van de hoofdbouw werd aan het hoekgebouw doorgetrokken), H. A. Wittocx (zaal R. Mols en verdieping) en H. Van Kuyck (1954, reiniging).

In tegenstelling tot het monumentale Koninklijk Paleis is dit verfijnde rococohotel Van Baurscheit's laatste belangrijk bouwwerk en het getuigt van een bijzonder aristocratisch raffinement, dat eerder aanleunt bij de Franse rococo. Toch blijft het een karakteristieke schepping van Van Baurscheit onder meer door het accentueren van de verdiepte en haast geheel geblokte astravee

Symmetrische opbouw met twee flankerende zijvleugels op zandstenen sokkel met keldermonden; zeven traveeën en twee bouwlagen met hoge getoogde vensters in geprofileerde lijsten met kwarthol beloop en rocaillesleutels. Middenrisaliet met brede rondboogpoort opgenomen in een fraaie, geprofileerde hardstenen omlijsting (verscheidene steenhouwersmerken) en twee flankerende vrijstaande composiete zeilen van hardsteen die het bovenliggend balkon schragen. Laatstgenoemde met sierlijk gewelfd gesmeed ijzeren hek; spiegelboogdeur in geprofileerde omlijsting onder gebogen waterlijst, doorbroken door een waaiervormig bovenlicht; centrale travee voorts nog gemarkeerd door de verdiepte, geblokte nis, doorgetrokken boven de daklijst met een sierlijk kuifstuk, waarin oeil-de-boeuf, omlijnd door zwierige rocaille. Voorts in de fries fraaie oculi met sierlijke roedeverdelingen en omlijstingen, afgesloten door een sober geprofileerde kroonlijst, boogvormig verhoogd aan de astravee

Het bepleisterde en beschilderde hoekgebouwtje vertoont een gelijkende ordonnantie met twee getoogde vensters op de begane grond,een trapezoïdale erker op de tweede bouwlaag en een dakvenster met rocaille-omlijsting.

De kamers zijn gegroepeerd rondom twee binnenkoeren en werden in de loop van de eeuwen grondig aangepast; heden gebruikt als kantoor- en ontvangstruimten. Merkwaardig zijn: de eerste binnenplaats met bepleisterde en beschilderde lijstgevels, waarin resten van muurankers verwijzen naar een hergebruikte oudere kern; twee rondboogdeuren in classicistische hardstenen lijsten, waarboven zwierige deurvensters met geprofileerde rocaille-motieven; houten dakkapellen met flankerende voluten en bekronende segmentvormige frontons. Lodewijk XV-pomp van hardsteen.

Op de tweede, later toegevoegde binnenplaats, een naar hier overgebracht classicistisch paviljoen, opgebouwd als portiek met vrijstaande arduinen zuilen en 1677 gedateerd door een cartouche; twee medaillons.

Rechts van de inkomhal de monumentale statietrap met gesmeed ijzeren leuningen.

  • Stadsarchief Antwerpen, Icon. 45/A, Id.
  • AVERMAETE R., Jan-Pieter Van Baurscheit de Jonge en het Huis Osterrieth heden Hotel van de Bank van Parijs en de Nederlanden te Antwerpen, Antwerpen, 1956.
  • BAUDOUIN F., De bouwkunst (Antwerpen in de XVIIIde Eeuw, Antwerpen, 1952, p. 195).

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Osterriethhuis [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5524 (geraadpleegd op ).