Parochiekerk Sint-Joris

Tekst van Parochiekerk Sint-Joris (https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/5501)

In de 13de eeuw was er op deze plaats reeds sprake van een Sint-Joriskapel, vergroot tot kerk in het tweede kwart van de 14de eeuw, circa 1500 grotendeels herbouwd en in 1799-1800 gesloopt. Met de bouw van de nieuwe kerk werd begonnen eind 1847 naar ontwerp van Leo Pieter Suys, de inwijding greep plaats op 5 september 1853. Zeer homogene neogotische kerk opgetrokken uit baksteen met gebruik van witte natuursteen voor voorbouw (parement) en torens, arduin voor de plint. Gevel geïnspireerd op de Sint-Clothildekerk te Parijs door François-Christian Gau: drie spitsboogportalen waarboven triforium en drie spitsboogramen, links en rechts bekroond met opengewerkte spitse toren en puntgevel in het midden. Versiering met blinde nissen, maaswerk, hogers, kruisbloemen en beeldwerk in Savonnièresteen door A. en L. Kockerolls (1872-1873) (apostelen, de Salvator, Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Jozef, engelen en heiligen).

De plattegrond ontvouwt een longitudinale kerk gestut door steunberen; driebeukig schip van zes traveeën met twee zijkoren en een ingebouwd koor van twee traveeën met driezijdige sluiting georiënteerd naar het westen; ten zuiden van het hoogkoor: sacristie en aansluitende winterkapel met zijuitgang in de Schermersstraat. Twee torens aan de oostzijde. Hallekerk gescheiden door zes bundelpijlers en even zoveel pilasters die verder lopen in het koor. Alle pijlers beëindigd met verguld bladwerkkapiteel. Spitse scheibogen. Overkluizing met kruisribgewelven voorzien van ronde versierde sleutel. Spitsboogramen met maaswerk; glasramen boven het oksaal en in het koor door J.B. Capronnier.

Interieur. Stoffering uit dezelfde periode samen met de opbouw van de kerk geconcipieerd. Mobilair Volledig gepolychromeerd neogotisch interieur met muurschilderingen door Godefridus Guffens en Jan Swerts (1858-71): voorstellingen uit het leven van Christus (schip), de twaalf apostelen, de Heilige Maagd, Sint-Jozef, de evangelisten, Sint-Joris en God de Vader (koor). Pijlers van de middenbeuk versierd met gepolychromeerde houten beelden en geborduurde processievaandels; in de koorboog kruis in dezelfde stijl. Hoofdaltaar van zwart marmer en verguld koper geplaatst in 1863; orgel van 1867; preekstoel door de gebroeders Durlet (1867) met onderaan Sint-Joris te paard door J. Ducaju. Hoge eikenhouten lambrisering en biechtstoelen door de gebroeders Durlet (circa 1870) afgewisseld met koperen gedenkplaten en dito staties van de kruisweg, laatsgenoemde door Lambrecht Van Rijswijck zoon (1888). Slechts drie beelden van oudere oorsprong: een houten Madonna met kind (1592) afkomstig van het gesloopte Zuidkasteel, een houten Sint-Joris en Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt uit de vroegere Sint-Joriskerk.

  • DELABORDE A. en SLEECK D. 1868: Les peintures de MM. Guffens et Swerts dans l'église Sint-Georges, à Anvers, Gazette des beaux-arts XXV, 74-79.
  • PRIMS F.- VAN HERCK 1924: Geschiedenis van Sint-Joriskerk te Antwerpen (1304-1923), Antwerpen.
  • S.n. 1868: Muurschilderingen, uitgevoerd in St. Joriskerk, te Antwerpen door G. Guffens en J. Swerts, De Vlaamsche School 25-27.

Bron: DE MUNCK-MANDERYCK M., DECONINCK-STEYAERT R. & PLOMTEUX G. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nb, Brussel - Gent.
Auteurs:  Plomteux, Greet; Steyaert, Rita; Manderyck, Madeleine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)


Je kan deze tekst citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Parochiekerk Sint-Joris [online], https://id.erfgoed.net/teksten/5501 (geraadpleegd op ).